5587 resultaten - Pagina 167 van 373
... 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 ...
[11] Luister, eet en drink daarom en bedenk in je hart dat God aan jouw dwaze dienstbaarheid geen vreugde ondervindt, maar alleen aan je liefde en vrijheid! Luister, Adam, dat spreekt de Heer uit Zijn mond met Zijn eigen tong; eerbiedig dat en wees vrij! Amen."Hoofdstuk 99: Goddelijke en menselijke wetten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En toen zij zich door Mijn zegen hadden versterkt, stonden zij op en dankten Mij in hun hart en waren vol vreugde. En Adam zei:
Hoofdstuk 99: Goddelijke en menselijke wetten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Nu kwam ook Jared naar Henoch toe en vroeg hem heimelijk: "Luister, mijn geliefde zoon, alles komt mij nu zo vreemd voor! Deze Asmahaël, die jouw leerling zal zijn en in mijn woning zal wonen, heeft naar mijn begrip zo veel wijsheid en kennis over alle dingen, dat zijn woorden de jouwe verreweg overtreffen! Daaromtrent wil ik je geen verwijt maken - want jouw woorden zijn immers woorden van boven en geen woord ervan is ijdel en ieder woord toont volkomen de bedoeling aan zowel lichamelijk als geestelijk, en van alles wat je zegt bevinden zich in het hart van ieder mens levende overeenkomstige vormen -; maar ongeacht al dit goede en ware en zonder er ook maar de geringste afbreuk aan te doen, is er toch een groot verschil tussen jouwen Asmahaëls taal!
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zijn ouders werden op de meest onmenselijke manier ter wereld gedood. Hij vluchtte naar ons toe en betrad hedenmorgen voor de ogen van ons allen de gezegende bodem van de geheiligde hoogten, zonder naam en vol boze gedachten. Voor Adam hielp jij hem overeind, Adam erkende hem, zegende hem en gaf hem een naam, hij gaf hem aan mij en jou over, omdat hij vanuit het meest levendige verlangen van zijn hart zei, dat hij God wilde zoeken en vinden.
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Nu herstelde Adam zich, begreep de zin van deze woorden en zei: "Luister, mijn nu boven alles geliefde Asmahaël, U ziet mijn hart en kent mijn vrees! Mijn schrik is immers een schrik uit liefde! Uw liefde heeft mij zwak gemaakt, zodat ik daarop niet in staat was U te antwoorden zoals ik wel wilde; U weet toch zondermeer hoe het komt dat de overgelukkige geen macht meer heeft over zijn woorden!
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Abedam dankte Henoch met een zeer ontroerd hart en zei: "Henoch, ik dank je! Ik ben volkomen tevreden; want wat ik wilde weten, heb je me nu voldoende meegedeeld; want meer te weten dan alleen waar de schat ligt en waar en hoe die te vinden is, zou slechts een begeerte der luiheid zijn. Het zoeken is immers zaak van het eigen leven. Daarom bedank ik je; want je hebt nu mijn hart zo verkwikt als nooit tevoren! Daarom aan jou nog een keer mijn hartelijkste dank daarvoor en God dank ik heel mijn leven lang! Amen."
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En Asmahaël riep hardop: "Abedam! Abedam! Abedam! Als je wilt mag je ons volgen en Mijn reisgezel zijn; want Ik heb jouw hart en je nieren onderzocht en Ik heb gevonden dat in jou geen valsheid schuilt. Daarom moet je met ons meegaan, maar wees zonder zorgen en Ik zal je dan helpen de schat te zoeken en je die ook zeker laten vinden - en luister, spoedig, echt spoedig, echt zeer spoedig!
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Ik meen echter, waarom zou iemand die God geestelijk en waarachtig in zijn hart liefheeft, zich erom bekommeren of Asmahaël God is of dat God met Hem is?!
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] O zoon, je zit er ver naast! Overdenk daarom eerst de hoofdzaken bij jezelf en word het met jezelf eens, - kom dan bij mij en open voor mij je hart door je mond! Amen."
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Ik ken jouw hart. In mijn ogen is het even rein als de zon; maar nu zag ik stof in je mond en op je tong, en ik kon het onmogelijk laten om je als een ware zoon in alle liefde een dienst te bewijzen en je mond en je tong van het verderfelijke stof te reinigen.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Hier gingen de vaderen zitten en loofden en prezen Mij van ganser harte, en degenen die Mij reeds hadden herkend verheugden zich bovenmatig, - alleen bij Seth was dat niet helemaal het geval; want zijn belofte aan Enos liet hem geen moment met rust en drukte hem zwaar op zijn hart!
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Vader, houd zonder zorgen voor je, waar je over moet zwijgen tot de tijd daar is; maar houd mij nu niet voor een leugenaar en evenmin voor een volslagen blinde zoeker naar goddelijke zaken! Want alleen mijn lichaam heb je verwekt; mijn geest is echter net als de jouwe uit God. Daarom geloof ik dat ook een vader zich niet vergrijpen mag aan het goddelijke in zijn kinderen. Want het is immers al genoeg dat de geest toch al door de last van het lichaam geplaagd wordt en deel heeft aan diens gebreken; maar als de vader het lichaam van zijn kinderen tuchtigt, heeft de geest zijn aandeel reeds uit de hand van de verwekker ontvangen. Meer is niet nodig. Wanneer dan de goddelijke geest van het kind zich wendt tot de goddelijke geest van zijn verwekker, dan moeten die twee goddelijke broeders elkaar niet lastig vallen, maar elkaar alleen in alle liefde als broeders in God herkennen en elkaar, liefderijk ondersteunend, hand in hand en hart aan hart naar de poort leiden waardoor het eeuwige leven van alle genade, erbarming en liefde voor eeuwig onoverwinnelijk stroomt.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Want zie, je haalt adem als iemand die rekent, waar geen getallen zijn of niets is wat hij zou kunnen tellen! Wat is er? Doe voor mij je mond open en je hart voor Diegene die onder ons is! Amen."
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En jij Enos, wacht tot morgen op het antwoord en jij zult het als laatste te horen krijgen, omdat je je voor je vader rechtvaardigde en je zijn hart met angst vervulde; wacht daarom tot morgen! Amen."
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Henoch liefkoosde ondertussen zijn vader en zei: "Mijn lieve vader, wat heb je toch een goed hart! Geloof me, zo'n hart laat de grote, heilige Vader nooit lang verhongeren; en het komt mij voor, dat Hij ons reeds een plezier gedaan heeft!
Hoofdstuk 110: De wonderlijke macht van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)