2758 resultaten - Pagina 168 van 184
... 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 ...
[3] Daar jullie, lieve kinderen, dat toch onmogelijk kunt betwisten, moet de Heer mij toch een gedeelde prijs hebben gegeven, dus: alleen die van de liefde, die echter op zichzelf toch de noodzakelijke en verhoudingsgewijze juiste graad van wijsheid bevat. En als deze prijs als een volmaakte gave van de grote God dientengevolge geen halve - dus gedeelde - maar goed beschouwd een volledige gave is, zie ik ondanks jullie zeer wijs gemotiveerde tegenwerping werkelijk niet in, waartoe jullie prijs, die enkel op de wijsheid betrekking heeft, mij zal dienen.Hoofdstuk 138: Martinus' motivatie voor het afwijzen van de wijsheidsprijs - Antwoord van diepe wijsheid van de zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zie en luister! Jullie hebben wel gelijk, als jullie licht je zegt: De grote Oergeest is in Zijn liefde en wijsheid in alles volkomen ondeelbaar. Waar een lichaam is, daar moet ook een hoofd zijn, wat zoveel wil zeggen als: Wie een prijs van de liefde ten deel zou vallen, die mag, om volmaakt te zijn, de prijs van de wijsheid niet buiten beschouwing laten. Maar jullie zien toch zeker wel met jullie heldere en hemelsmooie ogen, dat mijn hoofd al getooid is met een prijs die volledig lijkt op die van jullie. En omdat jullie in al mijn andere belevenissen zo grondig zijn ingewijd, zullen jullie immers ook weten, dat ik deze hoofdtooi rechtstreeks van de Heer Zelf heb gekregen!
Hoofdstuk 138: Martinus' motivatie voor het afwijzen van de wijsheidsprijs - Antwoord van diepe wijsheid van de zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Wij weten, dat geen mens ter wereld zonder hoofd wordt geboren. Hij heeft ogen om te zien, oren om te horen, een neus voor de reuk, een verhemelte voor de smaak en allerlei zenuwen voor allerlei ervaringen en gevoelens. Aan een pasgeboren kind ontbreekt niets van dit alles en dat komt toch zeker zowel uit de liefde voort, alsook uit de hoogste wijsheid van de allerhoogste Geest. Want zowel het ene als het andere is in één blik duidelijk zichtbaar.
Hoofdstuk 138: Martinus' motivatie voor het afwijzen van de wijsheidsprijs - Antwoord van diepe wijsheid van de zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Maar hoe komt het dan, dat een pasgeboren kind - als een werk van liefde en wijsheid van de grote God - toch altijd verreweg veel later tot wijsheid komt dan tot liefde, die het eigenlijke leven is? Jij zelf leeft al heel lang en hebt liefde in alle overvloed. Maar als jij jezelf afvraagt of jouw eventuele wijsheid ook zo oud is als je leven, dan zul je in jezelf duidelijk het ontkennende antwoord vinden.
Hoofdstuk 138: Martinus' motivatie voor het afwijzen van de wijsheidsprijs - Antwoord van diepe wijsheid van de zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Overal is te zien, dat de rijpheid van alles wat ontstaat pas veel later volgt. Kun jij ons soms vanuit jouw aardse geschiedenis aantonen, dat er ooit een volledig ontwikkeld mens aan de moederschoot is ontsproten? Of weet jij nu wel precies, waarom de grote Geest jou nu pas, nadat je al zoveel gedaanteveranderingen hebt ondergaan, er voor gezorgd heeft dat jij temidden van deze twee zeer wijze geesten hier naar deze grote lichtwereld bent gekomen? O spreek, jij zalige, en onderricht ons, want wij zouden van jou graag heel veel diepe wijsheid willen ontvangen!'
Hoofdstuk 138: Martinus' motivatie voor het afwijzen van de wijsheidsprijs - Antwoord van diepe wijsheid van de zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na deze woorden is MARTINUS pas echt verlegen en heeft helemaal geen weerwoord meer. In zichzelf mompelt hij heel zacht: 'Zo, zo, nu is het helemaal voor elkaar! Daar zullen we het hebben! Wat moet ik nu zeggen? Ze hebben op alle punten gelijk en ik ben daarentegen op alle punten een ezel en een os, en dat nota bene met de hoed van de wijsheid op mijn hoofd. O dat komt prachtig uit! En die komen met een tweede hoed voor mij aanzetten! Het wordt steeds mooier. - Broeders, lieve broeders, als jullie mij niet uit de puree halen, dan ga ik er in ieder geval van door!'
Hoofdstuk 139: Martinus in de tang - De bemoedigende woorden van Petrus - Het goede antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] MARTINUS zegt: 'Broeders, zoals ik het aanvoel, zal er bij mij niet veel bijzonders meer uitkomen, want ik heb al mijn wijsheid al tevoorschijn gehaald. Dat de wijsheid de liefde noodzakelijkerwijs moet volgen, is mij nu maar al te duidelijk. Het werd door deze drie wonderbaarlijke wezens zo keurig geordend voorgesteld, dat men daar niet het minste tegen in kan brengen. Ik kan daarom niets anders doen, dan hun helemaal gelijk geven. Of weet jij iets beters?'
Hoofdstuk 139: Martinus in de tang - De bemoedigende woorden van Petrus - Het goede antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Daarmee stelt de Heer voor diegenen die al wijs waren als voorwaarde tot het bereiken van het hemelrijk het kindschap, dat nog geen wijsheid bezit. Daarom weet ik dus niet, waarom jullie de wijsheid voor zoiets groots aanzien en ervan overtuigd lijken te zijn, dat men pas na ontvangst van de wijsheidsprijs geschikt zou worden voor het hemelrijk! Ik bedoel, de leer van God zal toch wel boven die van jullie verheven en absoluut waar zijn?
Hoofdstuk 139: Martinus in de tang - De bemoedigende woorden van Petrus - Het goede antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Wel zei de Heer tegen de wijze Nikodemus, dat hij van tevoren wedergeboren zou moeten worden, als hij in het Godsrijk wilde binnengaan. Maar de Heer doelde daarbij niet op jullie wijsheid die de Jood toch al bezat, maar op de kinderlijke onschuld, die zuiver liefde is! En zo begrijp ik ook het woord van de Heer, houd mij alleen aan de liefde en laat alle wijsheid alleen aan de Heer over. Zie, daarom ben ik ook bij Hem, - terwijl ik God weet waar zou zijn, als de Heer op mijn wijsheid af zou willen gaan, die zo goed als eeuwig niets is!
Hoofdstuk 139: Martinus in de tang - De bemoedigende woorden van Petrus - Het goede antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Ik ben er dan ook ten zeerste van overtuigd, dat een ieder zondigt die zich voor God op zijn wijsheid zou willen beroemen. Doch als het eenvoudige hart maar vol is van de liefde tot God, dan heeft hij ook al de levensprijs in zich, die voor hem het kindschap Gods bewerkstelligt. Maar als hij deze prijs al heeft, waartoe moet dan die van jullie dienen? Daarom wordt jullie door mij nu voor de laatste keer gezegd: Ik behoef jullie wijsheidsprijs niet, omdat ik allang heb wat ik nodig heb!
Hoofdstuk 139: Martinus in de tang - De bemoedigende woorden van Petrus - Het goede antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] MARTINUS, hierdoor helemaal verrast, zegt: 'In mijn huis is nog voor vele duizenden plaats; dus ook voor jullie. Want groter dan jullie wereld is mijn huis, dat de Heer, mijn eeuwig heilige Vader, voor eeuwig voor mij heeft gebouwd. Ontdoe jullie daarom - als jullie naar mijn huis verlangen - van je wijsheidsprijs, neem die van mij van de liefde en volg mij! Maar als dat mogelijk is, bedek dan jullie al te grote bekoorlijkheid wat meer. Want deze is voor mij machtiger dan jullie woorden, daar ik leef in de liefde en niet alleen in de wijsheid!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS zegt: 'O, als dat zo is, hoe komt het dan dat jullie ons, zijn kinderen, niet vrezen? Kunnen jullie je dan niet indenken, dat de Vader er ook zo uitziet als wij, Zijn kinderen? Zie nu eens, wat voor vruchten enkel wijsheid draagt! Wat voor ons hart de allergrootste behoefte is, dat is aan jullie hart onverbiddelijk onthouden. Wat ons tot de grootste zaligheid brengt, dat zou voor jullie de grootste kwelling worden!
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] HET DRIETAL zegt: 'O jij zalige! Wij weten wel dat er een allerhoogste, allereerste Geest van alle geesten is, die alles wat er is heeft geschapen uit Zijn eeuwige wijsheid en almacht. Maar deze Geest is zo oneindig heilig voor ons, dat wij het nooit mogen wagen om ons van Hem een of andere voorstelling te maken. Dat mogen alleen de hoogste wijzen. Daarom kun je ook wel denken hoe het ons te moede zou zijn, wanneer wij voor Hem, als Hij een of andere gestalte heeft, zouden moeten treden in de overtuiging, dat Hij het is! O, dat zou iets ontzettends zijn; dat zou het ergste zijn wat ons zou kunnen overkomen!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] MARTINUS zegt: 'Aha, jullie wijsheid begint al een veer te laten! O maak je geen zorgen om de grootte van jullie hart; dat zal gauw groot genoeg zijn voor heel veel liefde. Wie van jullie zou mij kunnen omarmen en stevig aan haar borst drukken?'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Na deze woorden neemt MARTINUS weer het woord en zegt: 'Nu, mijn nog steeds beminnelijke, mooie vrienden; wat willen jullie nu doen, wat zegt jullie wijsheid je nu? Willen jullie het nog steeds tegen ons allen opnemen?'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus