Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 168 van 278

...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...
[12] O zie, als jullie zonder een gebod daartoe zo handelen, hoe kun je dan de slavernij in de diepte vervloeken, die een onordelijkheid van het duister is, uit jullie ontstaan, en intussen je eigen kinderen tot slaven maken?!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Zo heb je dat dus ingeschat; maar wat was het in jullie dat die schatting maakte? Als je er eerlijk voor uitkomt, kun je dan iets anders zeggen dan: 'Onze eigenliefde, die veel wil genieten!', zonder ook maar in het minst rekening te houden met de Schepper, of Deze misschien in de kleinste blaadjes een gewichtiger bestemming gelegd heeft dan in de grote, die jullie buiken meer bevallen?!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Blijven we, omdat niemand ons wegstuurt, dan zullen de vaderen blijven wat ze zijn, namelijk onze vaders - en wij beiden blijven hun kinderen! Verlaten we hen echter zonder dat ze ons dat bevolen hebben, dan wordt daardoor niet opgeheven dat ze onze vaders zijn en wij zullen hen daardoor noch onze gehoorzaamheid noch onze liefderijke achting tonen, daar zij dan of om het ene of om het andere boos op ons zouden kunnen zijn omdat zij onze vaders zijn, die ons al met al toch meer beminnen dan verachten.
Hoofdstuk 112: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Kijk daar! Adam, een huis voor jou, leeft nog zonder jou en zal eeuwig leven en al zijn nakomelingen ook; maar van nu af aan zal jouw zaad vervloekt zijn! Ik zal van nu af aan tussen jouw zaad en dat van de vrouw een onverzoenlijke vijandschap plaatsen en dat zal jou in de afgrond te gronde richten; een vrouw zal jouw kop vertrappen en je beet in haar hiel zal haar niet vernietigen!
Hoofdstuk 115: De slang in de boom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Vader, houd zonder zorgen voor je, waar je over moet zwijgen tot de tijd daar is; maar houd mij nu niet voor een leugenaar en evenmin voor een volslagen blinde zoeker naar goddelijke zaken! Want alleen mijn lichaam heb je verwekt; mijn geest is echter net als de jouwe uit God. Daarom geloof ik dat ook een vader zich niet vergrijpen mag aan het goddelijke in zijn kinderen. Want het is immers al genoeg dat de geest toch al door de last van het lichaam geplaagd wordt en deel heeft aan diens gebreken; maar als de vader het lichaam van zijn kinderen tuchtigt, heeft de geest zijn aandeel reeds uit de hand van de verwekker ontvangen. Meer is niet nodig. Wanneer dan de goddelijke geest van het kind zich wendt tot de goddelijke geest van zijn verwekker, dan moeten die twee goddelijke broeders elkaar niet lastig vallen, maar elkaar alleen in alle liefde als broeders in God herkennen en elkaar, liefderijk ondersteunend, hand in hand en hart aan hart naar de poort leiden waardoor het eeuwige leven van alle genade, erbarming en liefde voor eeuwig onoverwinnelijk stroomt.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Hebben Adam, Seth en Henoch je niet dikwijls genoeg door krachtige woorden getoond wat de mens in naam van God allemaal teweegbrengen kan?! Maar jullie, altijd geestelijk doof en blind, konden niet bemerken wat het wilde zeggen en welke kracht ieder mens in naam van de enige God Jehova ten deel kan vallen wanneer hij zonder twijfel handelt en onwankelbaar is in de liefde en daardoor vol van vertrouwen.
Hoofdstuk 116: Asmahaëls woorden over Gods macht in de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Wie is er echter in staat iets te volbrengen? Wanneer hij er evenwel toe in staat is, dan kan hij dat alleen maar door God; want buiten en zonder God is geen daad mogelijk!
Hoofdstuk 116: Asmahaëls woorden over Gods macht in de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Daar voor je staat Asmahaël! Is dan alleen het denken op zich al toereikend?! Wat is de gedachte zonder de volledige liefde, zonder het volledige vertrouwen en zonder een volledig geloof? Niets dan een leeg vertoon, waarin net zo veel leven schuilt als in een gefantaseerde honderd jaar oude sneeuwvlok op een gloeiende steen in je dromen!
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Waarop Seth antwoordde: "O Asmahaël, wie is er dan in staat om zonder U ook maar één woord over zijn lippen te brengen?!
Hoofdstuk 118: Het doel van het aardse leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Ook Mahalaleël kon geen rust vinden, maar wendde zich tot Kenan en vroeg hem: "Luister vader! Je weet, dat wij toch het een en ander beleefd en doorleefd hebben op ons reeds tamelijk lange levenspad; maar kun je je wel ooit een tijd herinneren dat op het woord van een mens, zonder enig toedoen met zijn handen, iets ogenblikkelijk plaatsvond?
Hoofdstuk 120: De gesprekken van de patriarchen over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Of: sinds wanneer zijn niet alle dieren aan onze onwankelbare wil ondergeschikt geweest en al het gras, alle planten, struiken en bomen, ja ingeval van nood zelfs de elementen?' En daarop zeg ik: O vader! Dat is allemaal wel vast en zeker waar en er kan tegen het ene noch tegen het andere ook maar in het geringste iets ingebracht worden, - maar zonder onze handen of vaak ook onze voeten kon nooit door ons iets worden bewerkstelligd; en als er dan al iets teweeggebracht werd, dan was er toch nog altijd enige tijd voor nodig, alvorens onze wil, niet zelden ondersteund door onze handen en voeten, door de stomme natuur werd voltrokken. Is dat niet tot op een zonnestofje waar?
Hoofdstuk 120: De gesprekken van de patriarchen over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Ik houd hem zonder mankeren voor meer dan een mens alleen, omdat zijn verrichtingen al hetgeen menselijk is verreweg overtreffen; het komt er nu alleen op aan, voor wie en voor wat jij hem aanziet! Amen."
Hoofdstuk 120: De gesprekken van de patriarchen over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Trouwens, wanneer ik het enigszins goed begrepen heb, denk ik dat Adam daarbij geen onderscheid heeft gemaakt. Maar indien desondanks de vaderen toch met elkaar praten, en zij onderkennen ieder gebod toch beter dan wij, dan ben ik van mening dat ook wij daarom, zonder dat het kwaad kan, in stilte een paar woorden met elkaar kunnen wisselen en wel in het bijzonder over Asmahaël.
Hoofdstuk 121: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Want kijk, mijn hart begint ongeduldig te worden om mij over deze Asmahaël uit te spreken; ja, voorwaar, het komt mij nu helemaal zo voor alsof ik zonder ophouden over hem zou moeten spreken!
Hoofdstuk 121: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Daarom slechts één woord van U en ik ben volkomen bereid het uit te voeren! En ook al zou het mij mijn leven kosten, dan ben ik in mijn hart er geheel van overtuigd dat het oneindig maal beter is met Uw woord naar het lichaam te sterven, ja een duizendvoudige dood te ondergaan, dan zonder dat nu duizendvoudig te leven!
Hoofdstuk 123: Bij de 'Verdorde hand der aarde' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...