Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 168 van 1088

...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...
[3] Ik antwoordde hem koelbloedig: ' Als hij niet uit zichzelf komen wil, zullen wij voor niets gaan! Want voor wij hem kunnen doden, leven wij allang niet meer. Daar hij de geheimste gedachten van de mensen kent en ook hun bedoelingen, zal hij ons al doden als wij hem nog maar nauwelijks zien! Onder deze omstandigheden zie ik echt geen reden om hem op te gaan zoeken! ' Toen zei hij: 'Ik wil het en mijn wil is goed. Als de profeet goed is, zal hij mijn goede wil ook als goed onderkennen en naar mij toekomen! Dat ik met hem niet datgene zal doen wat ik in mijn verblinding met Johannes heb gedaan, bewijzen mijn tranen om de goede Johannes. Ga en voer mijn wil uit!'
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen pas gingen wij en zodoende zijn wij nu hier, -tot op heden nog geheel onverrichter zake, hoewel wij nu al ongeveer negen weken alleen voor dit doel door Galiléa rondtrekken. Ik heb gedurende die tijd al ettelijke malen boden naar Herodes gezonden en hem het nutteloze van onze inspanningen duidelijk uiteengezet, maar dat helpt allemaal niets! Hij weet waarschijnlijk uit andere bronnen dat óf de opgestane Johannes, of de grote profeet zich in Galiléa ophoudt en grote tekenen doet. Wij moeten daarom alles op alles zetten om hem te pakken te krijgen. Iedere laksheid van onze kant zou hij zeer streng weten te straffen!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Herodes liet zich dat natuurlijk geen tweemaal zeggen, gaf de brenger van deze akte ettelijke ponden goud en de zaak was beklonken. Hij zond meteen een bode naar Herodias, die natuurlijk weinig bezwaren had om aan het verlangen van de viervorst Herodes tegemoet te komen, vooral omdat zij ook nog door haar moeder daartoe werd overgehaald en aangezet; want de oude Herodias was een vrouw die als voor de duivel geschapen was. Er was niets goeds aan haar, -maar daarvoor des te meer aartsgemeens. De oude bracht de eerste maal zelf haar dochter, overdadig getooid, naar Herodes en beval haar aan in zijn genade. Herodes liefkoosde Herodias weliswaar heel teder, ma~ zondigde nog niet met haar. Hij bedacht haar rijkelijk met geschenken en zij mocht vrij bij hem in en uit lopen.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Bij dat alles krabde Herodes zich achter zijn oren en zei tegen mij: 'Ik zie al verscheidene dagen wat er aan de hand is, maar wat kunnen we daar aan doen? Het zou misschien nog maar het beste zijn om de vrije toegang tot Johannes wat meer te beperken, alleen zijn bekendste leerlingen bij hem toe te laten en iedere vreemde de deur te wijzen. Want het is erg eenvoudig voor een door de vrouwen gehuurde sluipmoordenaar om onze Johannes een dolk in het hart te stoten, en dan zou het kwaad uit de tempel zijn doel bereikt hebben. Want geloof mij: ook de vrouwen zijn door de tempel bewerkt! Ik zal echter om Johannes te redden, de vrouwen en met name Herodias weer vrije toegang geven. Ga jij daarom naar Herodias en zeg haar dat zij mij van nu af aan kan en mag bezoeken!'
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Zinka:) "Het is bekend hoe zij die dag ten aanschouwe van mij en duizenden heeft gevierd. Het zal u allen echter niet bekend zijn, dat bij de leerlingen van Johannes het gerucht gaat dat Johannes weer is opgestaan, naar Galiléa is getrokken en op de plaats waar hij oorspronkelijk zijn taak is begonnen, nu weer actief is. Dat gerucht bereikte ook Herodes en zijn Herodias, die sinds de dood van Johannes ziek is geworden evenals de oude draak van een moeder. Herodes en Herodias zijn hierdoor vervuld van grote vrees en angst, en daarom zond Herodes mij als een betrouwbaar vriend van de vermoorde er op.uit.om hem weer bij Herodes te brengen, opdat hij de grote onrechtvaardigheid die hij hem had aangedaan, zou kunnen goedmaken. Ook Herodias betreurt nu het uur waarop zij toegaf aan haar slechte moeder, en zou de gekrenkte Johannes eveneens weer genoegdoening willen geven!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zorg voor ons en bevrijd ons van de dwaas die in zijn woede niet te vertrouwen is, en wij zullen u daarvoor dankbaar zijn, daar kunt u van verzekerd zijn! Wat ik u nu heb verteld, is de volle waarheid; u weet nu precies wat er aan de hand is. Handel nu naar recht en rechtmatigheid! Als u, Romeinen, eenmaal geheel onze meesters bent, hebben wij met Herodes niets meer te maken! Wij zullen daarbij bereid zijn u nog duizendmaal trouwer te dienen dan de oude dwaas en tiran! Want u heeft toch nog iets menselijks, terwijl Herodes een onmens is als hij in woede ontbrandt!"
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] ZINKA zegt: "O, zonder meer! Die volmacht kreeg hij reeds in het voorjaar. Dat weet ik zo precies omdat ik het verzoek daarvoor zelf heb geschreven. In het verzoek stond namelijk, of de keizer als enig heer en heerser, met voorbijgaan van alle ondergeschikte instanties, hem AD PERSONAM * (*persoonlijk) voor zijn noodzakelijke bescherming een volmacht zou willen geven zoals onder de noot in het verzoekschrift was omschreven. Maar nu komt eigenlijk de hoofdzaak, waarachter naar wat ik er zo van denk -de grote schurkenstreek schuil gaat!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dat Herodes zo'n verzoek aan Rome heeft gericht, daar sta ik als geloofwaardige getuige voor in, omdat ik zoals gezegd het verzoek zelf heb opgesteld en geschreven. Dit buitengewone verzoek ging echter -zoals wel te begrijpen is -niet zonder een zwaarwegende begeleiding van veel goud en zilver naar Rome. De brengers waren vijf van de belangrijkste Farizeeën die voor heel persoonlijke aangelegenheden destijds een reis naar Rome maakten: Enige dagen voor hun vertrek kwamen zij bij Herodes en vroegen hem of hij uit Rome nog iets nodig had. .
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Voor Herodes kwamen zij als geroepen, want hij broedde er al vier weken op, hoe en door wie hij op de meest veilige en geheime wijze dat buitengewone verzoek naar Rome kon laten brengen. Deze gelegenheid kwam hem nog meer van pas omdat hij met deze vijf sluwe Farizeeën heel goed overweg kon en hen ook voor de eerlijkste in hun soort hield. Toen hij naar hun brengersloon informeerde, dat anders vanaf Jeruzalem meestal niet beneden de tweehonderd pond ligt, vroegen zij niets, want wat zij voor Herodes deden, die hun ook al vele en belangrijke vriendendiensten had bewezen, deden zij ook alleen maar uit pure vriendschap!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daarmee was Herodes meer dan tevreden en hij gaf de vijf het verzoek inclusief de zware lading, voor het dragen waarvan dertig kamelen nodig waren. Op die wijze ging het buitengewone verzoek volgens zeggen naar Rome, maar in werkelijkheid heel ergens anders heen, wat wij niet kunnen weten!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Een reis van hier naar Rome duurt bij gunstige weersomstandigheden drie volle weken, in andere gevallen ook wel een maand. Men blijft een aantal dagen, vaak weken in Rome en het kost tijd voor iemand bij de keizer wordt toegelaten. De keizer behandelt zo'n verzoek in het gunstigste geval niet binnen een half jaar, omdat hij talloze regeringszaken te doen heeft die belangrijker zijn. Dan komt nog de terugreis, die net zoveel tijd kost als de heenreis! Veel ervaring heeft geleerd dat binnen driekwart jaar bij mijn weten nooit iets uit Rome is teruggekomen.
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De vijf boden hebben echter de gevraagde volmacht, die geheel overeenstemt met de noot uit het door mij geschreven verzoek, geschreven op mooi perkament en versierd en voorzien met alle bekende keizerlijke waarmerken, binnen zes weken aan Herodes overhandigd en Herodes daarmee luisterrijk gelukgewenst. Ik dacht echter het mijne ervan en verwed er nog vandaag mijn hoofd onder dat de vijf boden bij de onderhavige gelegenheid net zo min in Rome waren als ik!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Vriend, dat is meer dan een veronderstelling, dat is de zuivere waarheid! Want gesteld dat de keizer de verlangde volmacht omgaand verstrekt zou hebben, dan zou deze toch onmogelijk binnen zes weken van Rome naar Jeruzalem kunnen komen omdat iedere verordening die Rome verlaat, al is de wind nog zo gunstig, tot Sidon al ongeveer veertig dagen nodig heeft. Rechtstreeks over zee, wat misschien wel de kortste weg is, gaat geen schip en voor er een langs de kust van de grote Middellandse zee of van de Adriatische zee langs Griekenland hier is, duurt dat minstens veertig dagen, en daarom kan niemand die afstand binnen diezelfde tijd heen en terug afleggen.
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De kerels hebben de meegegeven zware schat en de dertig gezonde kamelen veilig opgeborgen, de handtekening van de keizer en de andere waarmerken nagemaakt en Herodes zo een geheime, keizerlijke volmacht overhandigd, waarvan deze zelf zeker zo weinig weet als u, geëerde heer en gebieder! Weet u, verheven heer, dat is slechts mijn mening; het kan ook mogelijk zijn dat de volmacht toch nog van de keizer afkomstig is! Misschien hebben de schepen de wind mee gehad, zowel heen als terug, dan zou het in ieder geval met de heen en terugreis zo ongeveer kunnen kloppen, en toevalligerwijs kunnen zij de keizer bij hun aankomst in Rome goedgeluimd en in een niet bezet uur hebben aangetroffen. Hij heeft hen meteen laten komen en de gevraagde volmacht gegeven, waarop zij dadelijk een hier naar Azië vertrekkend schip aantroffen, zich inscheepten en met gunstige wind de kust van Judea bereikten! Kortom, ik wil beslist geen rechter spelen! Ik gis en reken alleen maar wat."
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Bovendien moet iedere vreemdeling die naar Rome komt en aan de keizer iets wil vragen, eerst zeventig dagen in Rome doorbrengen, want eerder komt geen vreemde gezant of particulier, uitgezonderd een veldheer of andere hoogwaardigheidsbekleder, bij de keizer. In Rome heeft men nu eenmaal de gewoonte dat iedere vreemde die in Rome een gunst aan de keizer wil vragen, eerst de stad een offer moet brengen door zoveel mogelijk uit te geven en andere geschenken en offers te geven aan de vele instituten en instellingen. Dat kan zogezegd vrijwel iedere vreemde die uit een ver land komt heel goed doen, omdat hij alleen als hij erg rijk is naar Rome kan komen en om een bijzondere gunst kan vragen. Want voor de algemene, onbemiddelde volksklasse zijn wetten en rechtvaardige rechters ingesteld en bekrachtigd. Wie moeilijkheden heeft, weet waar hij heen moet gaan. Als hij gaat, wordt hij rechtvaardig volgens de wet geholpen; want bij ons Romeinen pleegt men geen bedrog en steeds geldt het principe: 'Justitia fundamentum regnorum! ' (Gerechtigheid is het fundament van heerschappijen!) en 'Pereat mundus, fiat ius!' (Al gaat de wereld te gronde, toch zal recht geschieden!) Dat zijn bij ons Romeinen niet zo maar lege zegswijzen, maar regels die tot op heden nog steeds zeer nauwgezet zijn nagevolgd.
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...