Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 168 van 1490

...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...
[5] Wat Zijn geest betreft is Hij de werkelijke zon; wij en alle geesten zijn echter slechts levende afbeeldingen van God, deze eeuwige oerzon. -Begrijpen jullie nu goed wat het betekent als Hij zegt dat Hij bidt?"
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] In het grote, Romeinse rijk zou het op deze manier leiden van het volk wel met grote moeilijkheden gepaard gaan, maar in een klein land is dat heel gemakkelijk uit te voeren, en gelukkige, kleine staten worden dan gewoonlijk een spiegel waarin de groten zien of zij geen vuil op hun gezicht hebben en of hun haren goed zitten.
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] JARAH zegt: "De Heer kan men nu niet lastig vallen, want Hij heeft aanbevolen te rusten of, als wij wakker blijven, te bidden. En dat moeten wij doen, want Hij zegt niets voor niets. Wat gaat het ons aan of de gehele stad afbrandt?! De Heer zal Zijn reden wel hebben waarom Hij dit over deze stad heeft laten komen, en die reden kan best een heel goede zijn en vol van goddelijke liefde en erbarmen. Als wij daar nu iets aan zouden veranderen, zouden wij de zaak niet beter, maar eerder slechter maken. De Heer zal op het juiste ogenblik, zonder onze voorspraak, het Zijne wel doen. Met mijn Raphaël is en blijft echter niets aan te vangen, want zonder de wil van de Heer is hij een leeg omhulsel."
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JARAH zegt: "Ik verplaats mij met al mijn gedachten en gevoelens in het diepst van mijn hart, waar Gods liefde woont. Daardoor wordt deze heilige liefde net zo gevoed als wanneer men op een zwakke vuurgloed die niet meer vlamt, goed, dor en zeer licht brandbaar hout legt.
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het hout zal de zwakke gloed heel vlug zover brengen dat het kleine vlammetjes zal doen ontstaan. Deze vlammetjes zullen dan weldra op het hout overspringen en dan ontvlamt het geheel tot een helder vuur en het hart wordt helder verlicht en helemaal warm van leven. Dan pas spreekt de daardoor gewekte, op God gelijkende geest in het hart:
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JARAH zegt: "Wie God de Heer boven alles liefheeft, wordt weldra en gemakkelijk gewekt, wie Hem echter met het verstand zoekt, om Hem te gaan liefhebben als hij Hem met het verstand bewijsbaar heeft gevonden, die heeft een groot en vergeefs werk op zich genomen waarmee hij nooit op deze wereld aan het gewenste doel zal komen. Daarom hebt u ook zo snel Gods krachtigste genadelicht bereikt, want in het hart van uw ziel moeten de vlammen toch steeds hoog opgelaaid zijn, ofschoon u lichamelijk een hele tijd belegerd was door de kwade, helse geesten!"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Om mijn wezen echter nog beter te begrijpen, wijs ik je op een soort holle of brandspiegel, die de van oudsher beroemde werktuigkundige Archimedes bij toeval heeft uitgevonden. Deze spiegels hebben de natuurlijke eigenschap een aantal op hun vlak vallende zonnestralen in één punt op een bepaalde afstand te concentreren. De op één punt geconcentreerde zonnestralen hebben dan zowel wat licht en warmte betreft een zoveel maal grotere kracht dan de enkelvoudige straal, als het verhoudinggetal tussen het kwadraat van de doorsnede van het brandpunt en de doorsnede van het spiegelvlak, waarbij de doorsnede van het brandpunt vaak bij de grootste concentratie nauwelijks twee duimbreedtes meet en de doorsnede van het spiegelvlak vaak manshoog is.
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] 'O heilige Vader in de hemelen! Uw naam worde geheiligd! Dat Uw Vaderliefde kome naar ons arme zondaars, die vol dood en nacht zijn! Uw enig heilige wil geschiede hier op deze aarde zoals in al Uw hemelen! Als wij tegen Uw eeuwige, heilige orde gezondigd hebben, vergeef ons dan die dwaasheid en wees geduldig en begrijpend voor ons, zoals ook wij voor diegenen geduld en begrip tonen, die ons op de een of andere wijze onrecht hebben aangedaan! Laat niet toe, dat onze lichamelijke zwakheid hoe dan ook boven ons vermogen door de wereld en door de duivel wordt verzocht, maar verlos ons door Uw grote genade, liefde en mededogen van de duizendvoudige soorten kwaad waardoor onze liefde tot U, o heilige, grote, goede Vader, vertroebeld en verzwakt zou kunnen worden! Maar als wij hongerig zijn en dorstig, zowel geestelijk als lichamelijk, geef ons dan, goede, lieve Vader, datgene wat U vindt dat wij dagelijks nodig hebben! U alleen zij al mijn liefde, alle eer en alle lof eeuwig, eeuwig!'
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL antwoordt: "Wel, wel, daar weten we alles van en jij hebt haar vader Ebahl, die hier ook aanwezig is, een herbergier uit Genezareth, al gisteravond beneden bij jullie drie tenten gezien en gesproken! Ben je dat dan al vergeten? Zeg me liever wat je van de buitengewoon kernachtige wijsheid van dit meisje vindt en of je niet ook zoals ik een levendig verlangen voelt om net zo wijs te zijn als zij, deze allerliefste, bevallige kleine! Heus, ik weet veel, -maar dit kind weet meer! In mijn hart zie ik dat haar reine borst dingen bewaart waar wij nog geen flauw idee van hebben. Maar Raphaël schijnt door haar niet zo hoog aangeslagen te worden! Wat denk jij daar nu van, liefste echtgenote Helena?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] JARAH, die intussen met Raphaël in gesprek was, zegt.: "Lieve, geëerde koningin, houd van mij zoals ik van u houd, - meer is met nodig! En hoe ik over alle wereldse schatten denk, weet u wel en dat heeft u ook al heel wijs aangegeven. Als het werkelijk nodig was dat wij elkaar door middel van grofstoffelijke schatten tegemoet moesten komen, dan zou ik u beslist veel grotere kunnen geven dan u mij. Maar wat is al deze wereldse pracht vergeleken bij het kleinste vonkje van de ware, levende liefde tot God in ons hart!? Vriendin, dit juweel moeten wij zuinig in ons hart bewaren, behoeden en verzorgen, opdat het niet van ons vervreemdt! Als de pracht, de reinheid en de levensintensiviteit daarvan steeds in ons toeneemt, bezitten wij meer dan wat alle hemelen kunnen bevatten! -Begrijpt u dat?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Eerst krijg je met de priesters te maken, die de godsdienst zo ingericht hebben dat zij daar het meeste profijt van trekken en er goed van kunnen leven. De tempels vragen veel aandacht en geven werk aan veel kunstenaars en handwerkers en verder zijn er nog dienaren en knechten. Al deze mensen leven van de tempels en verliezen bij het opheffen daarvan hun inkomen en hun brood. Wat zullen die wel zeggen!?
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Als men deze mensen mogelijk een ander inkomen zou kunnen geven, zou een en ander misschien beter en gemakkelijker gaan, maar waar moet je in een land dat niet zo groot is, zo snel voor duizenden een nieuwe bron van inkomsten vinden, en waar voor zoveel mensen brood vandaan halen!? Voor een paar dagen zouden wij dat nog wel kunnen, maar voor jaren achtereen! Waar moet je het vandaan halen, als je ook nog goed en redelijk wilt blijven!?
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De machthebbers geven de priesters daarvoor gewoonlijk teveel vrijheden en privileges, waarmee zij dan het blinde volk door allerlei trucjes al gauw voor zich innemen en waardoor de machthebbers uiteindelijk het spel mee moeten spelen om niet alles te verliezen. Onder deze omstandigheden is het moeilijk om hoofd van een volk te zijn. Uiteindelijk moet men zelfs blij zijn dat men nog voor hoofd kan en mag spelen, hoewel men het in werkelijkheid allang niet meer is.
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe goddelijk zuiver en heerlijk deze leer ook is en hoe oneindig zaligmakend daarbij, de wereld is te slecht en het zal daarom naar mijn mening altijd een zeer zware taak zijn het vredesevangelie aan de duivels in het dodenrijk te prediken!"
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] In Taurië, waarvan de zuidelijke kant ook onder mijn beheer staat, is het godendom allang ten einde, waaraan de Romeinse dichter OVIDIUS, die zich daar enige tijd heeft opgehouden, door zijn 'Metamorphosen' waarin hij het godendom op een nette en dichterlijke wijze belachelijk maakte - niet weinig bijdroeg. Plato, Socrates en Aristoteles zijn de goden van deze tijd en deze leer past daar heel wel bij, want deze drie geleerden prediken ook maar één God en verwerpen helemaal dat het veelgodendom iets reëels zou zijn en zij zien daarin slechts bepaalde eigenschappen van de ene en enig ware God. .
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...