5587 resultaten - Pagina 168 van 373
... 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 ...
[7] Adam werd tot tranen toe geroerd en dankte, loofde en prees Mij uit het diepst van zijn nu geheel vertederde hart.Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "Luister allemaal, die in lichaam en geest en in liefde en geloof hier aanwezig zijn, maar vooral zullen degenen het aanhoren die onderscheid maken tussen deze en gene, en zeggen: 'Dat is mijn lieveling; want hij gehoorzaamt altijd aan mijn hartenwens. Zijn leven is waarachtig uit mij, omdat het volkomen in verhouding is tot mijn wil!' Maar over de ander zeggen jullie: 'Dit kind of deze mens wil en kan ik niet liefhebben, omdat het of hij zich niet gevoegd heeft naar het verlangen van mijn hart en mijn wil hem vreemd is, en hij niet precies acht slaat op datgene wat mij welgevallig is! Wens ik rust, dan springt hij op en neer; wil ik een tocht maken, dan loopt hij mij voor de voeten; maar moet hij spreken, dan zwijgt hij, en wanneer hij moet zwijgen, dan spreekt hij; wanneer hij zou moeten lopen, dan gaat hij liggen; en wanneer hij zou moeten waken, dan slaapt hij in en komt daarna op de proppen met louter gebazel over zijn dromen!' En volgens deze maatstaf veroordelen jullie ook diegenen wier gezicht je niet aanstaat en verbannen ze daarom uit jullie harten, omdat ze niet beantwoorden aan je eigenliefde. Zie toch in, hoe onjuist jullie oordelen zijn!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar daar de heilige, eeuwige, meest wijze en liefdevolle Vader iedereen een eigen vrije wil heeft gegeven, evenzeer als een eigen hart, is het dan niet onredelijk als de oudere nooit ofte nimmer rekening houden wil met de vrije levens uitingen van zijn volwassen zoon?!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Direct daarop stapte Asmahaël op hen beiden toe en zei: "Luister, waar Ik ben, is het goed en daar hoeft niemand zich zorgen te maken of bang te zijn; blijf daarom, omdat Ik blijf! Want wie daar blijft waar Ik verblijf, die is goed geborgen en heeft een blijvende plaats gevonden bij Diegene voor wie iedereen die zijn hart op de juiste plaats heeft, gerechtvaardigd is!
Hoofdstuk 112: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, reinig daarom maar in stilte en met vlijt het heilige liefdesvlammetje in je hart, dan zul je spoedig om kunnen gaan met alle onbekende verlichtende inzichten; want een goddelijk vonkje is meer waard dan de hele hemel vol zonnen, manen en sterren van de mooiste en helderste soort!
Hoofdstuk 114: Het ongeduld van Lamech. Het antwoord van Methusalah - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden verstomde ieders tong en iedereen dacht meer of minder na over de gebeurtenissen van deze dag en loofde en prees God in zijn hart voor zulke grote bewijzen van genade. En zij die Asmahaël reeds hadden herkend, hielden ononderbroken hart, oog en oor op Hem gericht. Asmahaël sprak intussen zachtjes met Abedam; van hetgeen werd besproken kon niemand iets verstaan.
Hoofdstuk 115: De slang in de boom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O Gij, wiens naam mijn tong niet durft uitspreken, O Asmahaël, U zult toch niet boos zijn op mij, zwak mens, als ik nu met een vraag bij U zou willen komen, waarvan de beantwoording een hele berg lasten van mijn hart af zou wentelen?"
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En Asmahaël antwoordde: "Adam, als je Asmahaël kent, waarom wil je Hem dan datgene vragen wat je bedrukt? Weet je dan niet dat Degene die het middelpunt van de aarde heeft gemaakt en het grote gewelf van de oneindige hemel strak heeft gespannen, zoals een spin haar net, ook de Schepper van je hart is en altijd heel goed weet wat daarin plaatsvindt?!
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Vraag er toch niet om, als je Mij kent; ken je me evenwel nog niet, hoe kun je dan denken dat Ik in staat zou zijn de steen van jouw hart af te wentelen of zelfs een berg, en waarom niet de hele aarde zelf?
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Leg datgene wat je in je hart dwars zit met liefde en geloof getrouw aan de Asmahaël binnenin je voor, en de Asmahaël die nu voor je staat, zal je door de innerlijke Asmahaël het meest getrouwe, levende antwoord geven dat je waarachtig tot het leven brengen zal, terwijl ieder van buiten komend antwoord je zou kunnen doden in plaats van je te doen leven. Want wat er ook van buitenaf, waarvandaan dan ook, bij de mens binnenkomt, is voor hem van nature en in zijn soort van dodelijke aard; het leven komt altijd van binnenuit, zoals ook God Zelf eeuwig en oneindig vanuit Zijn eigen middelpunt van liefde werkt!
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Doe daarom wat Ik je heb aangeraden en je zult datgene verkrijgen waarnaar je hart dorst! Amen."
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Dit was teveel voor alle vaderen, zij wisten zich geen raad en wisten niet wat ze moesten doen. Degenen die wisten wie er achter Asmahaël schuil ging, waren vol lof, dank, prijs, ware liefde en met een gebed van hoogste achting in hun hart; van degenen die dat tot nu toe nog niet wisten, gingen nu op een drastische wijze de ogen open en zij wisten niet wat zij moesten doen. Moesten zij uit louter eerbied vergaan, moesten zij bidden of op hun ogen vertrouwen, moesten zij de zaak voor mogelijk houden of betwijfelen? Moesten zij het aan de vaderen vragen of aan Asmahaël Zelf 'Wie bent U, dat U over zo'n machtig woord beschikt en vanuit Uzelf spreekt wat er moet gebeuren, - en als U het hebt uitgesproken de daad ook reeds volbracht is.?'.
Hoofdstuk 116: Asmahaëls woorden over Gods macht in de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En Adam deed zoals hem was aangeraden. En spoedig lichtte zijn gezicht in opperste vreugde op, want nu werd iedere twijfel omtrent Asmahaël weggenomen; en dus zong hij lof ter ere van God en prees Hem in zijn hart, zodat daarna alles om hem heen met een bovenaardse glans omgeven werd!
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar hij die zich wendt tot het levende leven in zichzelf en daardoor tot Hem die heilig, heilig, heilig is, eeuwig oprecht en getrouw vol liefde, erbarming en genade is, die zal het ontvangen zoals ik het nu ontvangen heb, en over de een of andere zaak waatvan de onzekerheid hem eertijds het hart met zware stenen belastte, zal hij aan geen twijfel meer onderhevig zijn. Vraag daarom niet, maar doe zoals ik het gedaan heb, dan zullen jullie alles waar je behoefte aan hebt levend in jezelf vinden! Amen."
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Maar wanneer jullie niet het juiste doen, dan is al het vragen naar leven vergeefs; want de levende antwoordt de dode niet, maar alleen diegenen die het leven in hun hart hebben! Amen. Begrijp het, amen!"
Hoofdstuk 117: Adams vraag aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)