Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 168 van 1112

...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...
[3] JARAH zegt een beetje ironisch: "Weet u, geëerde gebieder, zo haalt men de rotte vis uit een vijver, die men probeert te zuiveren omdat de rotte vis het water stinkend en onrein en daarom ook ongezond maakt! -Is dat duidelijk, geachte overste Cornelius?!
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Toen concentreerde JARAH zich eens goed en zei: " U wilt dus nu van mij weten, wat de zon is en uit welke elementen zij bestaat, omdat zij in staat is zo'n onvoorstelbaar sterk licht en zo'n geweldige warmte, en hitte op de aardbodem te verspreiden?
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wel, ik kan u dat geheel naar waarheid uitleggen, maar wat zult u.daaraan hebben?! U kunt mij geloven zoals een blinde iemand gelooft, die hem van een bloem vertelt dat deze wonderbaarlijk mooi rood is. Zal de blinde ooit in staat zijn om zich zelf ervan te overtuigen dat die bloem werkelijk zo wonderbaarlijk rood is? Dat zal in dit leven wel moeilijk gaan en in het andere leven zal de vrije ziel zich daar beslist weinig om bekommeren, want daar zal zij zonder meer in één ogenblik meer kunnen overzien, dan wat hier in vijftig moeitevol doorleefde jaren met alle vlijt kan worden geleerd. "
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het licht komt wel van ver, maar de warmte wordt pas hier opgewekt. Deze ontstaat doordat bepaalde natuurgeesten in de lucht, in het water en in de aarde door het licht geactiveerd worden. Deze activiteit veroorzaakt datgene wat wij als warmte, en bij nog grotere activiteit van de eerder genoemde geesten, als hitte waarnemen en ook zo noemen. Net zoals het licht oneindig versterkt kan worden, zo kan ook de warmte en de hitte groter worden.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] 'Maar', zult u vragen, 'wie kan dan op de zon zelf bestaan? Want omdat daar het licht het sterkst moet zijn, zal de hitte daar ook niet mankeren!' Maar, dat is niet zo. Naar het inwendige van het eigenlijke zonnehemellichaam dringt nauwelijks het duizendmaal duizendste deel van de gehele lichtsterkte der zon door en daarom is het oppervlak van de zon niet veellichter en warmer dan hier op onze aarde en de schepselen van God kunnen daar daarom evengoed bestaan en leven als op onze aarde. Nacht wordt het daar echter niet, omdat alles op de zon zich in haar eigen blijvende licht bevindt.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Over hoe het er binnen in het verschrikkelijk grote zonnehemellichaam uitziet, geeft mijn gevoel mij aan, dat daar nog meer hemellichamen als holle kogels in elkaar passen en van elkaar gescheiden kunnen zijn door afstanden van twee-, drie tot vierduizend uur. Deze afstanden zijn echter niet constant, omdat deze inwendige zonnelichamen vaak erg uitzetten en dan weer tot de normale grootte inkrimpen. De holle ruimten zijn gevuld met water of ook met allerlei soorten lucht.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wat de reden van dit alles is, kan ik u niet zeggen, want dat weet slechts de Heer en Meester der oneindigheid, die nu hier naast mij zit. Als u meer wilt weten, moet u zich maar tot deze Enige en Enkele wenden!"
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Het is heus wel te prijzen als men veel weet, omdat men daardoor veel mensen goede raad kan geven. Maar het is beter, veel en waarachtig lief te hebben! Want de liefde wekt op en brengt leven, de wetenschap bevredigt slechts en legt zich dan te slapen!
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En Plato begon de onbekende steeds meer lief te hebben en vertelde zelf, hoe hij tijdens de hoogtepunten van zijn liefde voor de onbekende God, deze God had gezien en zich volledig met Hem vereend had gevoeld en wat voor onbeschrijflijke gelukzaligheid hij daarbij had ondervonden.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ook de andere grote wijzen vertellen iets dergelijks en hun leer zou zeker heel heilzaam voor de mensen geweest zijn, als de bekende dienaren der goden zich niet met alle mogelijke gruwelen tegen de verbreiding daarvan hadden teweer gesteld.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ja, Ik zal Mijzelf door de mensen, als die dat willen, moeten laten gevangennemen en daarna zelfs lichamelijk moeten laten doden, om juist dáárdoor de mensen de meest vrije en grootste speelruimte te geven voor hun wil. Want pas door deze grootste en onbeperkte vrijheid zijn de mensen van deze aarde geheel in staat zich te verheffen tot waarachtige en God in alles volkomen gelijk zijnde kinderen en goden.
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar Ik wil, en moet het ook willen, dat ieder mens op de door Mij afgebakende weg voortgaat en zich door eigen moeite en opoffering datgene verwerft, wat hij voor hier en voor het hiernamaals nodig heeft, omdat hij anders nooit helemaal zelfwerkzaam en daarom ook nooit zelfstandig zou kunnen worden.
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Kijk eens naar welke dienaar dan ook die erg goed beloond wordt! Hij heeft vrijwel alles wat zijn schatrijke heer heeft. Hij kan de beste spijzen genieten en wijn drinken van de gastvrije tafel van zijn heer. Als zijn heer reizen maakt over water of land, neemt hij zijn dienaar mee, en waarvan de heer geniet, daarvan geniet zijn dienaar ook. Maar toch is het genieten van beiden verschillend.
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, Mijn vriend, die gedachte vergalt heel vaak het genot van de dienaar! Maar de heer is écht gelukkig -hoewel hij veel met zijn dienaar op heeft, hoeft hij zich toch nooit zorgen te maken dat deze hem zal verlaten, want voor deze ene krijgt hij gemakkelijk honderd andere. Hij blijft de zeer vermogende heer en zelfstandig eigenaar van zeer veel goederen en onmetelijke andere schatten. Zijn geluk kan daarom niet verstoord worden, terwijl het slechts op toeval berustende geluk van de dienaar ieder ogenblik beëindigd kan worden. En zie, zo liggen de verhoudingen hier nu ook!
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Ik ben juist Zélf op deze aarde gekomen, die bestemd is voor het verwekken van Mijn echte kinderen, om jullie te bevrijden van de banden die de schepping met zich meebrengt, en jullie door woord en daad de weg naar de ware, zelfstandige, eeuwige levensvrijheid te tonen en deze door het voorbeeld, dat Ik jullie geef, te banen en te effenen.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181  ...