Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 169 van 179

...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179
[8] Terwijl men op onze wereld nog maar nauwelijks is begonnen te begrijpen, wat het leven is, wordt men al op smartelijke wijze gedood en moet men het broze vlees verlaten. Tot het eeuwig leven of tot de eeuwige dood, dat wordt iemand nauwelijks aangekondigd! Kortom, men moet alles verlaten, wat men zich heeft verworven, of het nu eer is, roem, glorie, deugd, wetenschap, wijsheid; daarmee wordt nooit rekening gehouden door de Heer! Doch als heimelijk de wurg - en doodsengel komt en de mens zijn zwaard in het hart stoot, dan is het ook helemaal afgelopen.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Weten jullie wel wat een zon is? - Ja, bij al jullie wijsheid weten jullie nauwelijks wat een zon is, terwijl jullie zelf de bewoners van de zon zijn!
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] O vrienden, vergelijk dit leven met dat van jullie en zeg zelf of jullie wijsheid wel woorden kan vinden, waardoor het enorme voordeel dat jullie genieten voldoende zou kunnen worden beschreven! Jullie zeggen: 'Zo'n leven is immers geen leven, doch slechts een afschuwelijke kwelling! Hoe kunnen mensen daar bestaan en hoe hun Schepper loven?'
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Ik hoef jullie niet steeds je heerlijke toestand af te schilderen en daartegenover de ellendige van mijn wereld. Ik weet dat jullie je eigen toestand toch veel beter kennen dan ik. Maar ik wil jullie in plaats daarvan de toestand van mijn wereld des te helderder voor ogen stellen en mij wat uitgebreider uitspreken. Jullie zullen met je gedegen wijsheid en je scherpe blik dan vanzelf wel gemakkelijk in staat zijn te beoordelen, hoe de levensomstandigheden van de bewoners van mijn aarde zich tot die van jullie verhouden. Nu jullie over dat, wat ik tot nu toe meedeelde, al bijna sprakeloos zijn, ben ik werkelijk nieuwsgierig, wat jullie over datgene zult zeggen, wat ik nu verder zal meedelen!
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Op dit moment stapt DE WIJZE UHRON naar voren en zegt: 'Vriend, ik zie dat jij ons de waarheid verkondigt; maar wat wil je daarmee? Wil je deze volkeren tegen God opzetten? Werkelijk, hier houdt al mijn wijsheid op en ik kan noch jou en nog minder God begrijpen! Wat moet dat voor een ordening zijn?
Hoofdstuk 174: De prediking van Martinus veroorzaakt opwinding en maakt indruk bij de zonnemensen - Tweegesprek tussen Uhron en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Ik denk: God, die Zich hier nu zichtbaar onder ons bevindt, is alleen de Heer van alle werelden, hemelen en ook hellen. Zijn almacht staat echter borg voor Zijn even grote oneindige wijsheid! Hij zal het beste weten, waarom Hij hier en daar veel laat gebeuren, wat onze wijsheid waarschijnlijk nooit zal begrijpen. Als wij ons daarom gewillig naar Zijn wil en in Zijn orde voegen, ben ik ervan overtuigd, dat wij geen slechte weg zullen bewandelen! - Ben je het met mij eens?'
Hoofdstuk 174: De prediking van Martinus veroorzaakt opwinding en maakt indruk bij de zonnemensen - Tweegesprek tussen Uhron en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] DE WIJZE zegt: 'Je kunt in elk geval met je toespraak doorgaan; de vraag is alleen, tot wiens nut en voordeel? Jij verliest of wint er zeker niets bij of wij als zuiverder wezens en bewoners van deze planeet weten of niet weten, hoe het op jouw wereld toegaat. En wij winnen er zeker ook niets bij, als wij de slechtheid van jouw wereld nog duidelijker voorgesteld krijgen, dan het voor onze wijsheid mogelijk is een blik te werpen in de verhoudingen van jouw wereld. Wel kunnen wij bij jouw verhalen over de verschrikkelijke toestand van jouw wereld die zich in het gericht bevindt, de ergste schade oplopen - en wel van dien aard, dat deze moeilijk ooit weer goed zou kunnen worden gemaakt!
Hoofdstuk 174: De prediking van Martinus veroorzaakt opwinding en maakt indruk bij de zonnemensen - Tweegesprek tussen Uhron en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Want Zijn oneindige almacht, waarvan de werken talloos en van de meest wonderbaarlijke aard en ordening zijn, is voor ons een onomstotelijke waarborg voor Zijn even oneindige wijsheid. Een dergelijke wijsheid kan alleen maar een uitvloeisel zijn van de even grote ordening in het eeuwige, volmaakte leven van de Schepper Zelf!
Hoofdstuk 175: Slot van de toespraak van Martinus en een wenk omtrent het doel ervan - De voorwaarden voor het kindschap van God - De woorden van dank en goedkeuring van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Weliswaar zal niemand iets verlaten, dat hem in het Godsrijk niet duizendvoudig voor eeuwig zal worden vergoed. Maar deze vergoeding zal niet al te duidelijk voor zijn wijsheid merkbaar zijn, doch slechts zo ver, als de kracht van zijn geloof in staat zal zijn te reiken.
Hoofdstuk 176: De opkomende vijandelijke vloed - Opbeurende woorden van Petrus aan allen - Zijn belangrijke vraag aan de zonnemensen: 'Willen jullie kinderen van God worden of niet?' - Het antwoord van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] DE WIJZE zegt: 'Vriend, dat willen wij in ieder geval! We willen al het mogelijke doen om de heilig grote Gever van zo talloze goede gaven op passende wijze vanuit de grond van ons hart onze verschuldigde dankbaarheid voor de vele grote weldaden te betuigen. Maar wat het vragen betreft, moet ik je bekennen dat ik het daarmee niet helemaal eens kan zijn, daar ik iedere smeekbede moet aanzien als een belediging van de goddelijke wijsheid.
Hoofdstuk 178: Petrus' voorstel om te danken en te bidden - Uhrons veelzeggende afwijzing van een smeekbede tot God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Doe jij nu wat je wilt. Maar het zal je met al je wijsheid moeilijk lukken ons zo ver te krijgen, dat wij ook aan het bidden zullen slaan. Het zou alleen moeten zijn, dat de Heer het Zelf uitdrukkelijk van ons verlangde. Natuurlijk tegen de wil van God kan geen schepsel zich schrap zetten. Maar bij onze vrijheid blijven wij ook vrij en zullen doen, wat wij als juist beschouwen voor God, de mensen en de engelen!'
Hoofdstuk 178: Petrus' voorstel om te danken en te bidden - Uhrons veelzeggende afwijzing van een smeekbede tot God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik wil daardoor noch ten overstaan van jullie en jullie wijsheid de Heer aanklagen - wat eeuwig verre van mij moge blijven -, noch wil ik jullie tegen de Heer opzetten - wat toch wel de grootste dwaasheid zou zijn! Maar omdat jullie voortaan ook tot het kindschap van God zijn geroepen en door jullie wijsheid tot inzicht zijn gekomen, dat alleen op mijn wereld de eigenlijke, ware kinderen van God worden voortgebracht - is het voor jullie nu des te noodzakelijker om te ondervinden, onder welke omstandigheden een mens, een schepsel tot deze onschatbare, meest verheven waardigheid kan komen!
Hoofdstuk 175: Slot van de toespraak van Martinus en een wenk omtrent het doel ervan - De voorwaarden voor het kindschap van God - De woorden van dank en goedkeuring van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Ik meen dat deze redenen voor jullie wijsheid wel toereikend zijn om in te zien, dat het gebed voor elke vrije geest veel en veel noodzakelijker is dan de beste en nog zo veel verschuldigde dank!
Hoofdstuk 179: Petrus als leraar in het bidden van het Onze Vader - Waarom het bidden hoger staat dan het danken - Petrus' belangrijke vraag aan Uhron in opdracht van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Na enig nadenken zegt DE WIJZE: 'Vriend, over deze zuiver goddelijk bepaalde belofte kan ik je vanuit redelijke beweegredenen niets anders zeggen dan: het is een puur en dom en leeg geklets. Daarom kan ze voor de rechterstoel van onze zeer grote wijsheid ook geen goed onthaal vinden!
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Zie, dat zijn voor onze wijsheid heel vreemde dingen! Wij kunnen ze onmogelijk begrijpen. Geef ons daarom ook inzicht, dan willen wij meer aannemen, al zou het in het begin om dezelfde redenen ook nog zo onbegrijpelijk zijn voor onze wijsheid!'
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179