Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 169 van 1088

...  157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182  ...
[3] Daarom is het ook niet onbillijk als de bezoekers van Rome eerst een offer brengen aan de grote wereldstad, voordat zij waardig geacht worden voor de een of andere keizerlijke genade. Uit dit alles volgt dus, dat de vijf afgezanten van de tempel gedurende zeventig opeenvolgende dagen niet bij de keizer zijn geweest en daarom binnen zes weken onmogelijk een lonende reis van hier naar Rome en weer terug hebben kunnen maken. Als zij dat echter niet hebben kunnen doen, dan leidt dat vanzelf tot de gerechtvaardige conclusie, dat de vijf de ereschatting van Herodes aan de keizer zelf hebben gehouden en de heerszuchtige viervorst een nagebootste en dus valse volmacht gebracht en overhandigd hebben! Herodes verbeeldt zich nu grotere rechten te hebben dan hij oorspronkelijk met het viervorstendom van Rome kreeg. Maar zo spoedig mogelijk zal hem daarover klare wijn worden geschonken!
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ja, nu is het dan ook te begrijpen waarom mij daarover uit Rome geen enkel bericht, in welke vorm dan ook, heeft bereikt! Want mij, als onbeperkte gezagsdrager van Rome over geheel Azië en een aangrenzend deel van Afrika moet toch mededeling gedaan worden van alles wat maar door Rome over Azië wordt beslist. Anders zou ik een mij onbekende bepaling van Rome, zodra deze ergens ingevoerd zou worden, aanzien voor een provinciale eigenmachtigheid en dus als opstand tegen Rome en haar macht, en daar meteen met alle mij ten dienste staande machtsmiddelen tegenin moeten gaan! Daarom zul je nu wel beseffen dat de volmacht van Herodes vals moet zijn! Maar als de volmacht vals is, zul je ook inzien dat ik ten eerste aan Herodes het bedrog moet mededelen, en ten tweede hem de valse volmacht moet afnemen en naar de keizer moet zenden, opdat deze zelf, vanwege de ontheiliging van zijn persoon, de doortrapte misdadigers kan straffen!"
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als de priesters echter wordt toegestaan in Gods plaats naar believen de scepter te zwaaien, dan zal de keizer zich ook helemaal niet zo kwaad maken wanneer deze volksverdovers zonodig heimelijk, of ook openlijk, in de huid van de monarch kruipen, in zijn naam spreken en zelfs wetten uitvaardigen indien zij dat zowel voor de heerser, voor zijn staat en natuurlijk ook voor zichzelf heilzaam vinden. Dat lijkt des te aanvaardbaarder in die provincies die, zoals het Joodse vaderland hier, ver verwijderd liggen van de residentie van de heerser .
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] CYRENIUS zegt: "Daarvan ben ik nog niet zo overtuigd! Als Herodes zoiets gemeens van plan was en dat ook uit wilde voeren, waarom werd mij dat dan niet in het geheim meegedeeld? Ik zou toch heel goed de juiste middelen daartegen hebben kunnen aanwenden! Van Jeruzalem naar Sidon of Tyrus is toch echt niet zo ver! En dan nog, -hoe zullen de tempelpriesters de gestolen, grote schatten en de dertig kamelen verantwoorden? Ik denk dat hun dat toch wel wat moeilijk zal afgaan!"
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan richt IK Zelf het woord tot Zinka en zeg: "Beste vriend, Ik ken Jezus van Nazareth even goed als dat Ik Mij Zelf ken, maar ik kan over Hem slechts zeggen dat Hij van geen mens een vijand is, maar een weldoener van allen die tot Hem komen en hulp bij Hem zoeken. Wel is Hij een vijand van de zonde, maar niet van de zondaar die berouw heeft van zijn zonde en deemoedig terugkeert naar het goede. Hij heeft nog geen mens berecht of veroordeeld, ook al zou deze meer zonden begaan hebben dan er zandkorrels in zee en grassprieten op aarde zijn.
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Dan staat Zinka, die een zeer grote man was, op en kijkt om zich heen naar alle tafels, die natuurlijk zonder uitzondering vol staan met schotels, gevuld met heerlijk toebereide vissen, ronde broden en ontelbare bekers en kruiken gevuld met uitmuntende wijn. Hij ontdekt ook dat alle gasten reeds flink toetasten, zonder dat op al die tafels de spijzen merkbaar verminderen. Kortom, onze Zinka wordt, hoe langer hij kijkt, steeds meer uit het veld geslagen, zodat het hem tenslotte al behoorlijk begint te duizelen. Alleen een behoorlijke honger en de heerlijke geur van de spijzen nopen hem te gaan zitten en ook te gaan eten.
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar CYRENIUS zegt: "Als de maaltijd voorbij zal zijn, zal het ook wel vroeg genoeg zijn om over vele zaken te spreken. Eet en drink nu echter naar hartelust!"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZINKA antwoordt: "Het is de dierbare politiek waardoor het priesterdom bijna in alle tijden en in alle landen der aarde een zeker voorrecht bezit, zodat het veel kan doen wat voor de rest van de mensheid een misdaad zou zijn. De priesters zijn vermetel genoeg zich aan de andere mensen letterlijk als goden op te dringen, en naar believen tegenover iedereen de mond vol te hebben over het zogenaamde woord van God. En geen mens ageert daar tegen, en zelfs de keizer moet dat brutale spel tolereren vanwege het vanouds ingeprente bijgeloof van het volk, waardoor de mensen op de juiste, gehoorzaam deemoedige plaats worden gehouden en niet opstaan tegen de koning van het land als deze hun vaak moeilijk op te volgen wetten en zwaar drukkende schattingen oplegt.
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] ZINKA zegt: "Geëerde vriend, edele heer! U schijnt anders heel veel gedegen staatsmanskunst te bezitten, maar hier schijnt u weer des te onervarener te zijn - als iemand die zelfs nog nooit in huis de scepter gezwaaid heeft! Een dubbele reden kan hen ervan afgehouden hebben om u persoonlijk daarvan op de hoogte te stellen! Ten eerste: "gevaar in geval van vertraging, en ten tweede: het vermijden van ieder gevaarlijk opzien bij deze zaak! Want zou u er te vroeg van in kennis gesteld zijn, dan zou u meteen heel Jeruzalem hebben laten omsingelen en zorgvuldig laten bewaken. Dat zou bij het volk grote opwinding hebben veroorzaakt en het met een bittere haat tegen u hebben vervuld. Herodes zou echter zo' n stemming tegen u heel goed hebben kunnen benutten, waardoor onvoorspelbare kwade zaken hadden kunnen ontstaan!
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZINKA denkt daar wat over na en zegt na een poosje: "Beste vriend! Hoewel die leer wat gedurfd is, is er niets tegen in te brengen. Het wezen ervan is, als er tenminste een God is Die zich ook maar iets om de stervelingen bekommert, duidelijk goddelijk! Weliswaar hebben ook andere grote wijzen de grondregel opgesteld dat de zuivere liefde de oerkiem van al het leven is en dat de mensen de liefde het meest zouden moeten bevorderen omdat slechts uit de liefde al het heil voor de mensen zou kunnen opbloeien. Maar zij verklaarden het zuivere wezen van de liefde niet. De liefde heeft echter even vaak goede als kwade kanten en uiteindelijk weet men niet welke kant van de liefde men dan eigenlijk voor het welzijn moet beoefenen.
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] ZINKA zegt: "Vriend, geloof me, ook al ben ik nog zo verdiept in het een of andere gesprek, dan zal er om mij heen toch niets kunnen gebeuren zonder dat ik het zou zien. Ik weet heel zeker dat er zich enige ogenblikken geleden nog geen broodkruimel op de tafels bevond, -en nu buigen de tafels door van het voedsel dat er op staat! Neem me niet kwalijk, in zo'n geval mag een mens met hart en verstand toch wel een vraag stellen, met name als je vreemdeling bent!? Het maakt me nu niet meer uit of iemand mij daarover goed inlicht of niet, maar ik blijf erbij dat er hier beslist geen natuurlijke dingen in het spel zijn! Kijk maar eens naar mijn negenentwintig metgezellen die onder elkaar precies hetzelfde onderwerp bespreken. Alleen jullie allen, die hier waarschijnlijk nu al verscheidene keren gegeten hebben, blijven in dit geval onverschillig, omdat jullie wel weten wat hier aan de hand is! Maar het hindert niet, -ik zal later nog wel achter dit geheim komen!"
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik blijf er nog steeds bij dat het er hier niet natuurlijk aan toe gaat! Jn dit grote gezelschap moet zich een magiër bevinden, die hiermee zijn onbegrijpelijke wonderkracht demonstreert! Of bevinden wij ons soms in de buurt van die grote profeet die ik met mijn negenentwintig metgezellen heb gezocht? Als dat het geval zou zijn, zou ik u, verheven vriend en gebieder, heel onderdanig moeten verzoeken ons dertigen weg te sturen naar waar u ons ook maar hebben wilt, of u zou ons weer moeten laten boeien. Want als de profeet zomaar binnen ons bereik zou komen, zouden wij vanwege de voor Herodes afgelegde, dure eed de hand op hem moeten leggen. Daar zouden wij weliswaar niets aan hebben, maar toch zouden wij dat terwille van de eed tot ons eigen ongeluk moeten wagen!"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] U, verheven vriend en heer, kunt gemakkelijk kalm blijven, omdat u zeker de oorzaak weet, maar voor ons is het iets heel anders! Kijk alleen maar eens naar de vis die ik nu nog eet! Ik heb daarvan steeds maar gegeten en gegeten en nog is verreweg het grootste deel over! Ik ben helemaal voldaan, en kan toch nog doorgaan met eten! Dit is mijn beker, waaruit ik toch wel meer dan een volle maat (2 liter) heb gedronken, en kijk eens, -nauwelijks drie vingers staat de wijn onder de rand! Ja, dat kan men dan toch als denkend mens niet zo zonder meer aannemen alsof daar zogezegd niets bijzonders mee zou zijn! Ik ben hier uw gevangene en kan geen verklaring van u eisen over dit wonderbaarlijke verschijnsel, maar vragen kan en mag ik toch wel? Ik vroeg het u echter en u zei dat ik moest wachten!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Geloof Me! Een ziel die eenmaal verlangt naar hogere kennis, geeft zich niet zo gemakkelijk over aan volledige daadloosheid! Het vergaat zo'n ziel als een pas verloofde jongeman die zielsverliefd is op het uitverkoren meisje. Het meisje, dat wel een meisje is maar geen eerzame maagd, tilt echter niet zo zwaar aan de liefde van haar verloofde en denkt: 'Voor hem honderd anderen!'
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[21] RAPHAËL zegt: "Goed, ik zal slechts één toon voor je zingen en allen die hier zijn, zullen hem horen en ook degenen die hier tamelijk ver vandaan wonen, opdat zij op zoek zullen gaan naar het geluid dat zij hebben gehoord! Ikzelf moet mij daarvoor gedurende enige ogenblikken voorbereiden! Houd je er maar voor gereed, want ook die éne toon zal een enorme uitwerking op je hebben!"
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182  ...