Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 169 van 1490

...  157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182  ...
[13] Wij zouden waarschijnlijk toch nooit hier naar het Joodse land gereisd zijn als wij niet hadden gehoord dat in de tempel te Jeruzalem de enig ware God haast zichtbaar aanwezig was, waarvan speciaal Plato in zijn dialoog 'Symposion' beschrijft hoe men zich geestelijk met deze enig ware God kan verenigen! Mijn gehele volk weet daarvan en daarop kan best iets goeds gebouwd worden!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] JARAH zegt: "Beste Mathaël, als u niet kunt geloven dat ik een paar van deze sterren in levenden lijve heb bezocht, helpt mijn relaas u weinig of niets! Maar als u het kunt geloven, kan ik u er wel wat over vertellen!"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] JARAH zegt: "Waarom moet het dan onmogelijk zijn dat ik met huid en haar en met mijn vlees en bloed op een paar van deze sterren ben geweest? Zijn bij God dan niet alle dingen mogelijk?"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] MATHAËL zegt: "Ik ben het helemaal met u eens, want in de tempel te Jeruzalem gebeuren heel ontzettende dingen en het zou erg gewaagd zijn daar met deze leer aan te komen! In de tempel waar eens Jehova's geest zichtbaar aanwezig was in het allerheiligste, heerst alles wat men maar slecht en kwaadaardig kan noemen. Maar van iets goddelijks is In werkelijkheid geen spoor meer aanwezig, alleen maar namen zonder inhoud! De priesters zijn wolven en hyena's in schaapskleren. In besloten kring zal ik jullie nog heel veel daarover kunnen vertellen omdat ik zelf tempeldienaar was! Maar nu houden we daarover op, want hier kan over iets veel beters gesproken worden dan over de nu geheel goddeloze tempel te Jeruzalem!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] MATHAËL zegt: "O, zeker, bij God is geen ding onmogelijk, maar God heeft een bepaalde orde vastgesteld en deze orde is een wet die Hij Zelf uitermate gewetensvol houdt en ook moet houden omdat de gehele schepping anders in het volgende ogenblik niet meer zou bestaan. De Heer doet hier veel wonderen, maar voor de oplettende toeschouwer allemaal steeds binnen Zijn eeuwige, heilige orde.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Kijk, met mijn huidige kennis van de aarde en haar luchtregionen weet ik dat op een hoogte van slechts tien uur boven ons geen levend wezen zou kunnen bestaan, net als een vis niet zonder water kan, hoewel een vis toch nog langer buiten het water in leven zou kunnen blijven dan een mens op tien uur gaans hoog boven de aardbodem. Maar denk je nu eens de eindeloze afstand in van deze aarde tot een van die vaste sterren!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] JARAH zegt: "Ja, ja, u bent echt wel een zeer wijs en uitermate verstandig man, maar in alles heeft ook u toch nog lang geen inzicht! Kijk, als Raphaël iets zou willen doen, zou hij mij gemakkelijk in een oogwenk een paar bewijsstukken uit de natuur kunnen bezorgen die ik van deze sterren als aandenken en als bewijs, dat ik daar werkelijk was, mee naar deze aarde nam. Maar er is met hem niets te beginnen en daarom kan ik u dat tastbare bewijs niet geven. Ook zou u als natuurlijk mens ook dan nog aan de echtheid kunnen twijfelen, maar uw ziel, die met de goddelijke geest vervuld is, zou daaraan toch zeker gemakkelijk zien dat de meegenomen herinneringen niet aards zijn. Want zij zijn zo prachtig en kostbaar dat alles wat de aarde aan kostbaars heeft daarbij vergeleken waardeloos is. Het zou een keizerlijk sieraad van onschatbare waarde zijn! -Maar laten we er maar over ophouden, het begint in het oosten te schemeren! De sabbat gaat komen en we moeten ons op deze dag des Heren voorbereiden!"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, ik kan het u zeggen omdat ik, zoals eerder geen levend wezen op deze aarde, het aan den lijve heb ondervonden dat er in het eindeloze wereldruim zulke verschrikkelijk grote zonnewerelden zijn dat zij, als ze hol zouden zijn, van binnen een grotere ruimte zouden hebben dan de hele wereldruimte die u hier ziet tot aan de vaste sterren van de eerste, tweede en derde grootte! Deze reusachtige zonnewereldlichamen, waaromheen zich hele melkwegstelsels met talloos vele centrale en planetaire zonnen bewegen, bewegen zich voor het verkrijgen van energie eveneens weer om een nog eindeloos groter centraalzonlichaam, en die beweging is zo snel dat uw gedachten niet eens snel genoeg zijn om haar in te halen!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Mathaël, Helena, Jarah, Ouran en Mathaël met zijn vier metgezellen Rob, Boz, Micha en Zahr bleven ook wakker en waren vol diepzinnige gedachten, maar zij zwegen allen en dachten na over datgene, wat Jarah allemaal tegen hen had gezegd en zij durfden haar niet nog meer vragen te stellen. Maar Jarah dacht er ook over na of zij deze mensen soms niet teveel ineens had verteld.
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Broeder Mathaël, jij bent hier koning van een groot land geworden en wij je consuls! De grote, heilige meester hoeft slechts over de grote aarde te kijken en zij beeft als een kind voor de roede! Daarbij komt nog de jonge hoofdmagiër uit de hemelen en doet dingen, waarvan ons werkelijk de haren ten berge rijzen! Nu komt nog dit meisje en vertelt ons weer dingen, waarvan je met het grootste gemak van de wereld volkomen in de war zou kunnen raken! Zeg mij eens of het wel mogelijk is met deze dingen op enigerlei wijze vertrouwd te raken!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Misschien voelen jullie je meer thuis, omdat jullie waarschijnlijk deze situatie niet zo rustig en diep aanvoelen als ik en broeder Rob. Wanneer je echter begint dit alles heel rustig en zo diepgaand mogelijk te beschouwen, het vergelijkend met alles wat men in deze wereld ooit heeft gezien, gehoord en in oude boeken heeft gelezen, dan wordt het iemand steeds onheilspellender en vreemdsoortiger te moede. Ja, je verliest op het laatst zo geheel het kontakt met je eigen bestaan, dat het je als een voelbare leegte voorkomt! -Zeg me, of ik het juist heb of niet!"
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] ROB en BOZ zeggen: " Ja, daar hebben wij het niet over! Wij voelen ons er ook erg en zelfs buitengewoon gelukkig bij, maar dat heft het 'zich volledig vreemd voelen' in deze situatie beslist niet op! God is en blijft God en wij kunnen denken en voelen wat wij maar willen, maar die kloof kunnen wij nooit overbruggen!"
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Dweepten onze vaderen niet met een heilige Vader in de hemel, terwijl zij zich hem toch nooit konden voorstellen!? Wij hebben nu diezelfde heilige Vader als een tastbare waarheid bij ons op deze aarde, die nu de hemel van alle hemelen is, en wij voelen ons niet op ons gemak!
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Moeten wij, engelen, niet voor alles zorgen wat ook maar enigszins te maken heeft met het wezen van een mens, vanaf zijn ontstaan tot aan zijn heengaan van deze aarde?!
Hoofdstuk 130: Het werken der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] ZAHR, die grote ogen opzet bij deze woorden van de engel, zegt: "Nee, vriend! Zo'n geduld zou ik van mijn leven niet hebben! Zonder kracht zou ik er al geen geduld voor hebben, laat staan met kracht!"
Hoofdstuk 130: Het werken der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182  ...