Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 170 van 1088

...  158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183  ...
[2] EBAHL zegt: "Hij zegt het. Ik heb hem wel vaak horen spreken, maar nog nooit horen zingen en ben daarom erg nieuwsgierig naar die ene toon van hem!
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] EBAHL antwoordt: "De jongen woont bij mij in Genezareth en het meisje is mijn eigen dochter. Zij is pas vijftien jaar; maar zij heeft de hele Schrift in hoofd en hart, - en de jongen ook, die is voorlopig onderwijzer in mijn huis. Ik ken hem dus erg goed! Maar dat hij zo'n buitengewoon zanger zou zijn, daar was mij tot op dit ogenblik niets van bekend, daarom ben ik zelf nu ook erg nieuwsgierig naar zijn toon .
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wat hier nu gebeurt, gebeurt voor God en voor Zijn hemelen. Het gebeurt niet voor deze wereld, want die zou zoiets nooit begrijpen. Daarom zal de wereld daar ook weinig of niets van merken en ook van deze toon niets ondervinden. Kijk maar eens naar de mensen aan de andere tafels hoe ze oordelen en onderling twisten. Laat ze maar oordelen en onder elkaar twisten! Zij zullen toch met z'n allen niets te weten komen, want een werelds verstand begrijpt dit nooit!
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Kijk eens naar wat wij moeten doen!? Ik ben nu hier, zoals je ziet. Als de Heer dat echter wil, moet ik op stel en sprong naar een wereld zeer ver hier vandaan en daar zolang blijven als volgens de orde van de Heer noodzakelijk is. Geloof mij, wij zijn daar echt vaak heel ver verwijderd van de persoonlijke tegenwoordigheid van de Heer, -maar in het geheel niet van de geestelijke, want wij zijn daar steeds in God, zoals God ook in ons is en Zijn onmetelijk grote daden doet.
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Want alleen het. weten van wat rechtvaardig en goed is en wat God de Heer welgevallig is, is niet voldoende, in de verste verte niet -ook dan niet als men een overduidelijk en groot welgevallen zou hebben aan de hemelse leer maar toch nooit ernstig zou besluiten te handelen naar alles wat de heilige uit de hemel komende leer voorschrijft.
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] EBAHL zegt: "Beste vriend, dat is de jongeman weliswaar niet, - maar hij is wel een belangrijk leerling van hem! Want ik moet je nu heel eerlijk bekennen dat die profeet uit Nazareth een zodanige macht en wijsheid bezit, dat er zelfs, naar men zegt, engelen uit de hemelen naar de aarde komen om zijn leer te horen en zijn daden te bewonderen en in hem de almacht van God te loven!
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dat bracht onze Zinka tot rust, maar hij lette nu overal op en hield zijn ogen en oren op Cyrenius, Cornelius en de engel gericht omdat hij dacht dat zij Mij het eerst zouden kunnen verraden. Daarin vergiste hij zich evenwel, want Ik had hun meteen in hun hart gelegd wat zij moesten zeggen en waarheen zij de aandacht van Zinka moesten afleiden. Ook werd nu de zitting opgeheven en werden de tafels weer afgeruimd. Wij gingen naar de oever en hadden het daar over heel onbelangrijke zaken. Natuurlijk verloren Zinka en zijn metgezellen ons niet zo gemakkelijk uit het oog.
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] RISA zegt: "Heer, kijk maar eens naar die blauwe vlekken en let eens op het reeds vergevorderde ontbindingsproces, dan zult zelfs U het met mij eens zijn dat deze beiden alleen op de jongste dag van Daniël door de almacht van God weer tot leven zullen komen!"
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarop drong ZINKA zich ook naar voren, omdat hij veel verstand had van gestorven mensen, en hij bestudeerde de beide drenkelingen. Na een minutieus onderzoek zei ook hij: "Onze vriend heeft de waarheid gesproken! Deze beiden zullen tot de jongste dag dood moeten blijven, gesteld dat er op deze aarde ooit een zal komen, - wat ik moeilijk geloven kan! Want ik weet waarin zo'n vleesklomp verandert: in motten, wormen, vliegen, kevers, in allerlei gras en andere planten! Hoeveel worden er niet door de wilde beesten verscheurd en opgegeten! Hoeveel komen er niet om in het vuur! Als dat op de jongste dag zomaar vanzelf weer bij elkaar zou komen en één geheel worden zoals het nu is, dan doe ik voor eeuwig volledig afstand van mijn menszijn! Ik, Zinka uit Jeruzalem, in vele zaken ter zake kundig, beweer hier dat op die jongste dag, die zo gezegd eenmaal zal komen, ook zelfs Gods almacht er de tijd voor zal moeten nemen om deze vrouwelijke vleesklompen weer tot leven te brengen! Hun zielen zullen wel een nieuw geestelijk lichaam krijgen, maar in deze lichamen zal geen ziel meer door hoofdpijn geplaagd worden!"
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Dan zegt de oudste van de twee, die GAMIËLA heette: "Wij zijn beiden strikt genomen - ouderloos, en degenen die wij vader en moeder noemden, zijn eigenlijk helemaal geen familie van ons. Wij kwamen als kinderen van twee en drie jaar in het huis van een koopman die eigenlijk Grieks was en pas later zo half en half tot het Jodendom is overgegaan. Volgens de verklaring van een oude, ongetrouwde vrouw werden wij door een slavenhandelaar van Sidon naar Kapérnaum gebracht en daar door de betreffende koopman, die wij vader noemden, voor vijf varkens, drie kalveren en acht schapen gekocht.
Hoofdstuk 27: De levensgeschiedenis van de beide meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik zond direkt in alle richtingen verkenners uit om naar de verdwenen meisjes te zoeken en navraag naar hen te doen, en een moedig hoofdman zei: "'Zelfs als Pluto ze geroofd mocht hebben, breng ik hen bij u terug! Als zij echter door de zee of een vraatzuchtig roofdier zijn verzwolgen, zal alle moeite vergeefs zijn! ' Hij ging en sloofde zich drie jaar tevergeefs af.
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ik zond ook onderzoekers naar U, o Heer, naar Nazareth. Zij stelden u wel vragen, maar kwamen met de jobstijding naar huis dat van U niets meer te verwachten was. U was een weliswaar rustige, maar overigens erg verlegen jongen van dertien of veertien jaar, en er was geen sprake van dat u iets voorspelde!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen men U vroeg of U Zich niet herinnerde wat U allemaal vanaf de wieg tot en met Uw twaalfde jaar gedaan had, zei U, dat wat er geweest was nu verdwenen was! En toen men U vroeg waarom, zei U niets meer, U verliet de kamer en ging naar buiten, -en mijn afgezanten kwamen onverrichter zake naar huis!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Bezorg mij echter op Romeins gebied het een of andere kleine stukje grond, dan zal Ik dat door de vlijt van mijn handen bewerken en daar met mijn medewerkers van leven! Laat mij echter niet meer naar Jeruzalem gaan en niet meer in het Joodse land blijven! Want met Herodes en met de tempel wil ik niets meer te doen hebben!"
Hoofdstuk 29: De bescheiden Zinka. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Ik heb je dit gezegd omdat je vaak te veel wilt zeggen terwijl je nog lang niet alles bezit wat voor een echt goede toespraak nodig is. Spreek daarom weinig, maar luister en doe daarentegen des te meer, dan zul je ook een echte leerling van de Heer zijn, geheel volgens Zijn wil en naar Zijn welgevallen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183  ...