Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 171 van 1110

...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184  ...
[3] Weet u, geëerde vriend, als ik Jezus werkelijk ergens zou hebben willen oppakken al was het maar voor de schijn, dan zou ik dat allang hebben kunnen doen, want eigenlijk wist ik toch meestal wel waar Jezus zich ophield! Maar daar ging het mij echt niet om; en eerlijk gezegd, -ik had een vreemde angst voor deze man! Want volgens hetgeen ik allemaal over hem heb gehoord -en dat van geloofwaardige getuigen, zelfs van Samaritanen -, moet hij welhaast helemaal een complete godheid zijn - of een geslepen magiër uit de oud-Egyptische school! Ik zou daarom in geen enkel opzicht iets speciaals met hem van doen willen hebben, want dan zou ik toch zeker aan het kortste eind trekken. Voorwaar, wat mij betreft zou ik hem alleen willen zien en spreken, maar dan alleen onder vreedzame omstandigheden en in de verste verte niet gekleed als gerechtsdienaar!"
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] CYRENIUS zegt: "Wat, -waarom dat? Waar en in welke wet staat dan geschreven dat een slechte, gedwongen en verdoemde eed gehouden moet worden?! Jouw eed is zonder meer al opgeheven omdat je mijn gevangene bent, samen met je negenentwintig metgezellen! Van nu af aan is er alleen maar sprake van het uitvoeren van wat ik en mijn ondergeschikte veldheren je zullen opdragen en nooit of te nimmer van wat jullie domme Herodes je heeft opgedragen! Van jullie misdadige eed zijn jullie voor altijd en eeuwig ontheven!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] In het geval dat de grote profeet nu ergens vandaan in ons midden zou komen, zou niemand van jullie het ook maar mogen wagen hem met een vinger aan te raken. Wie het echter vanwege zijn domme eed toch zou doen, zal alle zwaarte van de Romeinse ernst moeten dragen!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Want een onreine en onwelluidende stem is als troebel moeraswater dat op een laaiende vlam wordt gegoten! De gevolgen daarvan kan ieder van jullie zich gemakkelijk indenken."
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] O mensen, mensen, mensen! Hoe vreselijk moet het in jullie harten en hoe duister moet het in jullie zielen zijn, omdat jullie niet datgene hebben gehoord, wat ik nu heb gehoord en omdat jullie ook niet kunnen voelen, wat ik nu voel en mijn verdere leven zal voelen! 0, grote, heilige Vader in de hemel, U die een levensecht smeken ook van een zondaar nooit onverhoord hebt gelaten, -als ik eenmaal scheid van deze wereld van verdriet en dood, laat mij dan enige ogenblikken daarvoor nog eenmaal zo'n toon horen, dan zal ik gelukzalig deze aarde verlaten en mijn ziel zal daarop eeuwig Uw allerheiligste naam loven!"
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] ZINKA zegt: "Vriend, geloof me, ook al ben ik nog zo verdiept in het een of andere gesprek, dan zal er om mij heen toch niets kunnen gebeuren zonder dat ik het zou zien. Ik weet heel zeker dat er zich enige ogenblikken geleden nog geen broodkruimel op de tafels bevond, -en nu buigen de tafels door van het voedsel dat er op staat! Neem me niet kwalijk, in zo'n geval mag een mens met hart en verstand toch wel een vraag stellen, met name als je vreemdeling bent!? Het maakt me nu niet meer uit of iemand mij daarover goed inlicht of niet, maar ik blijf erbij dat er hier beslist geen natuurlijke dingen in het spel zijn! Kijk maar eens naar mijn negenentwintig metgezellen die onder elkaar precies hetzelfde onderwerp bespreken. Alleen jullie allen, die hier waarschijnlijk nu al verscheidene keren gegeten hebben, blijven in dit geval onverschillig, omdat jullie wel weten wat hier aan de hand is! Maar het hindert niet, -ik zal later nog wel achter dit geheim komen!"
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar dan komt, als hij zich zo kwelt, een echte vriend hem opzoeken en zegt: 'Vriend, je doet je verloofde toch wel enig onrecht! Kijk, met haar schijnbare lichtzinnigheid heeft zij slechts jouw liefde willen onderzoeken, want zij weet maar al te goed dat zij arm is terwijl jij rijk bent. Zij begreep al nauwelijks hoe het mogelijk was dat jij haar tot je wettige vrouw zou kunnen nemen. Zij hield jouw plechtig beloofde liefde voor meer dan de helft voor fopperij en wilde je voor de werkelijke huwelijksbelofte wat aan de tand voelen, om te zien of je haar wel zo liefhebt als je woorden zeiden! Want de ervaring leerde arme meisjes treurig genoeg maar al te vaak, dat zulke rijke jongens zoals jij met de arme meisjes een lichtzinnig en losbandig spel speelden. Jouw meisje heeft nu gezien dat je het toch ernstig met haar meent en houdt daarom meer van je dan je ooit zou kunnen geloven. Sinds zij met je verloofd is, was zij je in haar hart ook niet meer ontrouw. -Nu weet je, blinde dweper, hoe jullie verhouding is! Doe nu, watje wilt!'
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Kijk eens naar wat wij moeten doen!? Ik ben nu hier, zoals je ziet. Als de Heer dat echter wil, moet ik op stel en sprong naar een wereld zeer ver hier vandaan en daar zolang blijven als volgens de orde van de Heer noodzakelijk is. Geloof mij, wij zijn daar echt vaak heel ver verwijderd van de persoonlijke tegenwoordigheid van de Heer, -maar in het geheel niet van de geestelijke, want wij zijn daar steeds in God, zoals God ook in ons is en Zijn onmetelijk grote daden doet.
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Wel, daarover wasje zeer verheugd! Maar was de vreugde daarover alleen voldoende? Zou je tuintje met vruchten gezegend zijn zonder daadwerkelijke, vlijtige verzorging? Jouw grote plezier en vreugde voor het persoonlijke onderwijs van de Heer zou toch niets in je tuintje hebben laten groeien -behalve wat onkruid! Omdat je echter ijverig volgens de aanwijzingen werkte, bloeide je tuintje weldra op tot een klein aards paradijs en je kunt er verzekerd van zijn dat je een rijke oogst uit het tuintje zult krijgen!
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] En Iet nu op! Het menselijke hart kun je ook vergelijken met een tuintje. Het is wel wat klein, maar als je het volgens de leer van de Heer heel vlijtig bewerkt en geen moeite spaart om alles wat je gehoord hebt in daden om te zetten, dan zul je ook weldra zoveel zegen en genade uit de hemelen inje eigen hart bezitten dat je tenslotte wat ziel en geest betreft reeds geheel uit eigen middelen zult kunnen leven en niet doorlopend onze raad en hulp nodig hebt!
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Want de Heer wil juist dat de mens helemaal een zelfstandig hemelburger wordt volgens de eeuwig onveranderlijke ordening van God. Wie dat bereikt heeft, heeft dan echter ook alles bereikt. - Heb jij, lieve Jarah, dit alles nu helemaal goed begrepen? Ben je nu zo'n beetje op de hoogte met de zuivere toon die ik je heb voorgezongen?"
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] ZINKA zegt: "Ik weet nu genoeg en ook wat ik in deze buitengewone tijd van de jongen moet denken! Maar nu zou ik toch wel eens willen weten of ook die grote profeet uit Nazareth zich soms niet hier bij ons bevindt! ? Want zonder hem begrijp ik absoluut niet wat een engel hier zogezegd te doen zou hebben! Als hij hier is, zeg het mij dan, opdat ook ik hem mijn diepste eerbied kan betuigen! Want volgens jouw verhaal moet hij een volstrekt zuiver, goddelijk wezen zijn. Geef me daarom een kleine aanwijzing of hij er is, en wie het is !"
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Welke macht Zijn woord heeft, daarvan heb je nu de nog naakte bewijzen voor je! Deze beide meisjes waren toch zo volkomen dood dat wel niemand daarover ook maar enige twijfel kon hebben! Hij zei slechts: 'Sta op!', - en de beiden richtten zich op en leven nu als opnieuw geboren, vernieuwd en gezond en zijn volkomen helder bij bewustzijn. Het zou alleen wenselijk zijn als beide lieve kinderen kleren zouden krijgen! -Maar ik weet wat ik doen zal! Bij ons Perzen zijn een paar vrouwen die drie stel kleren bij zich hebben. Daarvan kan elk er een ter beschikking stellen en dan zijn deze beiden geholpen!"
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zei echter: " Als Ik het wil, kun je aannemen wat jullie gegeven wordt, want het past bruiden om prachtig getooid te zijn!"
Hoofdstuk 27: De levensgeschiedenis van de beide meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Dan zegt de oudste van de twee, die GAMIËLA heette: "Wij zijn beiden strikt genomen - ouderloos, en degenen die wij vader en moeder noemden, zijn eigenlijk helemaal geen familie van ons. Wij kwamen als kinderen van twee en drie jaar in het huis van een koopman die eigenlijk Grieks was en pas later zo half en half tot het Jodendom is overgegaan. Volgens de verklaring van een oude, ongetrouwde vrouw werden wij door een slavenhandelaar van Sidon naar Kapérnaum gebracht en daar door de betreffende koopman, die wij vader noemden, voor vijf varkens, drie kalveren en acht schapen gekocht.
Hoofdstuk 27: De levensgeschiedenis van de beide meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184  ...