Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 171 van 263

...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184  ...
[11] O Jezus, goede Heiland, Gij waarachtige Zoon van de Allerhoogste God, -want dat zijt Ge ongetwijfeld -laat mijn zoon, die zoveel van U houdt, dat hij zelfs bereid is voor U te sterven, aldus door het machtige Woord van Uw wil weer gezond worden.
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[13] Alhoewel hij zelf niet was genezen, was het geloof van Abgarus dus zozeer gegroeid, dat hij schreef: 'Ik weet dat U dergelijke ziekten op afstand geneest, zonder medicijnen, alleen door Uw woord en wil en zonder dat U persoonlijk ter plaatse moet zijn, zelfs op zo'n grote afstand als van Uw land tot het mijne.'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[1] Abgarus, eenvoudig vorst te Edessa, aan Jezus, de goede Heiland, Die is verschenen rond Jeruzalems dreven, als Heil voor alle volkeren die het hart op de juiste plaats dragen en die de serieuze bedoeling koesteren om hun levens in te richten naar Zijn Woord: Hem zij alle heil!
Hoofdstuk 11: Zesde brief van Abgarus aan Jezus (tien weken later geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[7] Maar Gij, o Heer, hebt mij met woord en daad getoond hoe na de dood van dit zeer gebrekkige lichaam een waarlijk volkomen vrij geestelijk leven begint, dat in eeuwigheid niet meer zal veranderen.
Hoofdstuk 9: Vijfde brief van Abgarus aan Jezus ( drie weken na ontvangst van het vierde antwoordschrijven van de Heer) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Alhoewel U hier op deze aarde -die U met één ademtocht zoudt kunnen wegblazen! als een heel eenvoudig mens verkeert, toch regeert en beheert U vanuit Uw innerlijke Goddelijkheid de gehele oneindigheid! Elk stofje dezer aarde, elk druppeltje van de zeeën; de zon, de maan en alle ontelbare sterren: zij luisteren naar de almachtige Stem van Uw Hart, Hetwelk het eeuwige middelpunt is van alle dingen en van al het zijnde in heel de oneindigheid.
Hoofdstuk 9: Vijfde brief van Abgarus aan Jezus ( drie weken na ontvangst van het vierde antwoordschrijven van de Heer) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[6] Wat voor een soort van heilig geloof moet dat van Abgarus dus wel geweest zijn, waar de Heer hem op grond daarvan zo'n heerlijk vooruitzicht, zo'n verrukkelijke garantie heeft kunnen geven ? Het kan beslist niet iets zijn geweest van lichtvaardige goedgelovigheid, want Abgarus is over de joodse Heiland en over Diens wonderen, vaardigheden en intenties, daarvoor veel te goed geïnformeerd geweest namelijk door zijn gezanten. Maar ook was het beslist niet zo maar een rationeel geloven zonder meer, een op redelijkheidsbasis voor waar aannemen, neen: deze vorst had zich door zijn innerlijke goddelijke inspiratie laten voorlichten 'dat deze goede en machtige heiland een god of zoon van een god móest zijn,' en door zijn gelovig erkennen van Hem gevoelde hij in zijn hart een allerhevigst verlangen naar Hem. Dus niet alleen maar geloof vanuit het verstand, maar tevens uit het hart had hij getoond! Alleen onder verwijzing daarnaar was het dat Jezus kon antwoorden: 'Zalig zijt gij Abgarus, omdat Ge geloof toont!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] O mijn Jezus, goede Heiland, ik moet U berichten dat mijn oudste zoon, die mijn troon zou moeten erven, en die zich tezamen met mij al zo bijzonder over Uw komst naar onze stad had verheugd, doodziek is geworden! Een kwade koorts, die hem elk ogenblik zou kunnen doden, heeft hem aangetast. Maar ik weet dat U, naar mij door mijn koerier is bezworen, dergelijke ziekten zonder medicijn en uitsluitend door Uw woord en wil op afstand kunt genezen! O Jezus, goede Heiland, Gij waarachtige Zoon van de Allerhoogste God, want dat zijt Ge ongetwijfeld, Laat mijn zoon, die zó veel van U houdt, dat hij zelfs bereid is om voor U te sterven, aldus door het machtige woord van Uw wil weer gezond worden!
Hoofdstuk 3: Tweede Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[21] Daartoe heeft Gods Innerlijke Stem de volledige briefwisseling van Jezus met Abgarus aan Jakob Lorber, de schrijfknecht Gods zo noemde hij zichzelf teruggegeven. Alhoewel wij kunnen vaststellen dat deze opnieuw gedicteerde brieven van Jakob Lorber exact overeenstemmen met de bekende twee brieven bij Eusebius, die evenwel in het Grieks zijn gesteld, is het duidelijk dat de aan Jakob Lorber gedicteerde correspondentie beslist in oorspronkelijk Duits zijn gegeven; het kunnen dus geen vertalingen zijn uit het Syrisch of uit het Grieks, noch uit het Latijn.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Het is waarschijnlijk,dat oorspronkelijk met dit woord uitsluitend die geheime boeken werden aangeduid, die alleen toegankelijk waren voor de ingewijden. Hoe dat ook zij, het is begrijpelijk dat de jonge Kerk van meet af aan die mystische en vreemde geschriften, die niet zelden door hun vaak speculatief karakter onverenigbaar bleken met de heilige leer van Christus, als zijnde onbetrouwbaar voor algemene lezing verboden heeft.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[21] Omdat de ziel op de genoemde manier echter niets tot een blijvende realiteit kan maken en door de vluchtig opduikende beelden, die eerder vervormde dan goed geordende beelden zijn, steeds heviger geprikkeld en opgewonden raakt, begint zij tenslotte zelfs aan het meest innerlijke wezen van de ziel te stoten, waardoor dit innerlijke (de oergeest uit God) ook tot actie komt, maar dat is dan wel een heel andere, een volkomen tegengestelde activiteit.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[50] Het werd mij van dag tot dag duidelijker dat ik daar goed aan deed. Want ik begreep het in mijn hart en was in geest en waarheid overtuigd van alles wat ik trouw geloofde en deed ­namelijk dat de leer van Christus het zuivere en enig ware Woord van God is, waarin als enige alle heil en het eeuwige leven gezocht en gevonden kan worden!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[48] Deze kernachtige uitspraak schoot als een bliksem door mijn hele ziel en ik stelde mijzelf de vraag: als de apostel zulke woorden gebruikt, hoe zit het dan met de leer van Rome, die niet alleen het Woord van God niet leert en alle leken verbiedt het te lezen, maar heel andere dingen leert, die erg op het uiterst duistere heidendom lijken, wie moet ik nu geloven?
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[27] Zie, mijn lichaam, dit afgeleefde zadel van mijn zielom het kruis van God te dragen, ligt nu al koud en dood op het harde strobed. Naar ziel en geest ben ik, die zeventig jaar lang in dit nu dode en van mij afgevallen lichaam heb gewoond, nu vrij; ik leef reeds een eeuwig leven en heb de dood van mijn lichaam niet gezien noch gevoeld, want ronder dat ik mij daarvan bewust was, ben ik in één wonderbaarlijk ogenblik van de mij drukkende last bevrijd. Voel mijn lichaam en over­tuig jullie ervan, dat het volkomen dood is (De vrouwen de kinderen voelen aan het lichaam en ontdekken dat het koud, hard en dood is) .En zie, toch leef ik, en spreek nu met jullie en veel volkomener dan ik ooit heb gesproken! De reden daarvan is dat ik steeds in Jezus, de gekruisigde, heb geloofd en zoveel ik kon naar Zijn geboden heb gehan­deld. En wat Hij in de tempel heeft onderwezen -namelijk, dat zij die Zijn Woord aannemen en ernaar leven, de dood niet zullen zien en smaken -is bij mij nu als eeuwige waarheid bevestigd, want ik heb mijn lichaam afgelegd zonder te voelen hoe en wanneer.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[11] De moeder, nauwelijks in staat een woord uit te brengen, slaakte een diepe zucht tot Mij en zei: 'O Heer, rechtvaardige God! Als U leeft, hoe kunt U dan zulke gruwelen aanzien en ze ongestraft laten gebeuren? O mijn God, mijn God, hoe kunt U zo'n ellende over ons laten komen?' Daarop begint zij bitter te huilen. De politieman verbiedt haar om op straat zo'n misbaar te maken en zo de aandacht van de voorbijgangers op zich te vestigen en hij gebiedt haar zich onmiddellijk in haar woning terug te trekken­
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[43] Ik (de schipper) zeg: 'Nu goed, wanneer dat je grootste lief­de is, waarvan jij je in het vervolg nog dieper moet overtuigen, kan je wens direct worden uitgevoerd. Kijk, wij zijn nu niet ver meer van een oever en evenmin ver van mijn woonhut. Mijn werk ken je reeds, namelijk dat Ik een gids ben in de ruimste zin van het woord. Jij zult nu dit werk met Mij delen; het loon voor onze inspanningen zal ons stukje grond opbren­gen, dat wij in onze vrije ogenblikken zo vlijtig mogelijk zul­len bewerken. En kijk eens om, naast jou zul je nog iemand vinden die ons trouw zal bijstaan.'
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184  ...