Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 171 van 1490

...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184  ...
[10] Aan God storen deze blinden zich niet in het minst, ook al zouden zij overdag nóg zoveel zonden tegen Zijn geboden begaan hebben! Alles is hun eraan gelegen, dat de satan hen niet te pakken krijgt. Omdat dat op een sabbat het gemakkelijkst kan gebeuren, daar zij dan geen bok, geen lam en geen kalf mogen slachten, ja zich zelfs geen zeven maal mogen wassen, zorgen zij er angstvallig voor gedurende de sabbat zoveel mogelijk rein te blijven zodat de duivel hen niet in zijn macht kan krijgen als de zon is ondergegaan!
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Nu weet je de reden waarom deze duisterlingen hun mooie huizen op een sabbat liever laten afbranden, dan een hand uit te steken om te blussen. Daarom zal eens een Romeins veldheer, die niet onbekend zal zijn met deze grove en hardnekkige dwaasheid van dit volk, weinig moeite hebben om dit geslacht, wanneer het opstandig wordt, speciaal op een wintersabbat met één slag uit zijn voegen te slaan en zijn grote stad in een puinhoop te veranderen.
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar nu zullen zij al gauw genoeg merken dat jij hier bent en dan krijgen we ze op ons dak. Je kunt je wel voorstellen hoeveel werk ze ons zullen geven! Maar Ik zeg jou en jullie allemaal, dat Ik niet voortijdig verraden mag worden! Ze moeten eerst behoorlijk bang gemaakt worden en dan pas moet Mijn naam hen de doodsschrik op het lijf jagen. Het zal je wel duidelijk worden, wat wij met deze overspelige soort te doen en te bespreken krijgen!
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] IK zeg: "Zeker, maar je zult je ook heel speciaal moeten voorbereiden! Denk maar niet dat je zo gemakkelijk met deze gepantserde helden van de nacht kunt discussiëren, want zij zijn voor heel veel gevallen tot aan de tanden gewapend!" Daarop begon Mathaël zich ook geconcentreerd innerlijk voor te bereiden.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Toen MATHAËL hen naar zich toe zag komen, zei hij: "Wel, geëerde vriend Cyrenius, bereid je voor, nu breekt de storm los! Ik ben erg benieuwd wat deze kerels allemaal naar voren zullen brengen!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] CYRENIUS zegt: "Ik niet minder, hoewel ik eerlijk toegeef dat ik met deze mensen het minst graag onderhandel. Als je ze maar een vinger geeft, nemen ze meteen de hele hand. Dat kunnen we echt niet gebruikenwant er zijn nog andere, werkelijk arme mensen, die hard nodig geholpen moeten worden. "
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Deze zult u ons des te eerder naar recht en billijkheid ten goede laten komen, omdat wij ten eerste geheel en al Romeinse onderdanen zijn, net als de moedwillige heidenen. Ten tweede echter omdat wij als priesters en dienaars van de enig ware god, die Rome welgezind zijn, het volk meer sympathie voor de keizer bij kunnen brengen, dan duizenden zwaarden en lansen. Zouden wij echter ooit tégen Rome zijn, dan brengen onze tongen in een paar uur meer tot stand dan honderdduizend soldaten in een jaar. Hier wast de ene hand de andere.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS was natuurlijk niet bedacht op zo'n reactie en wist niet meteen, wat hij de overste moest antwoorden. Daarom riep hij Mathaël en zei halfluid tegen hem: "Spreek jij nu maar verder, want ik ben al aan het eind van mijn Latijn! Deze kerels hebben meer pijlen op hun boog dan ik mij aanvankelijk had voorgesteld!"
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] De OVERSTE zegt: "Best, ga dan heen en..leer eerst.al mijn bittere verplichtingen daarin te onderkennen en straf ml], als u ml] kunt bewijzen dat ik één ervan niet' ben nagekomen! Als u wilt lezen, - wij hebben de Schrift bij ons. Als er gevaar voor vernietiging bestaat, is dit het enige bezit dat wij op deze hoogtijdag des Heren bij ons mogen dragen!"
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] MATHAËL zegt: "Dat zal niet baten, want dan kan hij zeggen: 'Het gezonde mensenverstand eist echter ook, dat een wet eerst gegeven en bekrachtigd moet zijn, vóór men iemand aan de hand daarvan kan veroordelen.' Wat kunt u dan dáár tegenin brengen? We moeten de zaak uitzonderlijk goed overdenken, voor we van menselijke kant iets tegen deze kerels kunnen uitrichten! Cornelius, Faustus, Kisjonah uit Kis en een zekere Philopold uit dezelfde streek kunnen nu gauw hier zijn, die zullen ons zeker heel goed van dienst zijn! Ik verheug me zeer op hun komst!"
Hoofdstuk 137: Onderlinge beraadslagingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ik zou U over het veelvoudige volksbedrog en de gewetenloze volksonderdrukking honderden dingen kunnen vertellen die ik bij veel gelegenheden bij deze namaak godsdienaars heb beleefd, maar wat voor nut heeft dat? Ze vinden altijd wel een gaatje waardoor ze kunnen ontsnappen! Ze beschermen zich zorgvuldig met de doeken van Mozes en de mantel van Aäron en de profeten tegen iedere van buiten komende wind die hen zou kunnen schaden, en hoe koud de wind ook is, ze worden er niet eens verkouden van!
Hoofdstuk 137: Onderlinge beraadslagingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Inmiddels waren de hulpzoekers, natuurlijk met hun OVERSTE van de synagoge voorop, ook al ter plekke aangekomen. Deze herkende direkt de opperstadhouder en sprak hem als volgt toe: "Hooggeplaatste, verlichte en van alle volmachten voorziene heer opperstadhouder van Coelesyrië, van het gehele Joodse land, van het overige Klein en Groot-Azië en van een deel van Afrika! Het zal u niet onbekend zijn wat voor verschrikkelijk ongeluk ons, de altijd aan God en de keizer toegewijde inwoners van de stad Caesarea Philippi, in deze nacht is overkomen. Als wij daar ook maar op enigerlei wijze schuld aan zouden hebben, zouden wij nu onze nalatigheid kunnen verwensen en diep betreuren, en verder met geduld dragen wat God de Almachtige over ons heeft laten komen. Maar voor zover wij weten hebben wij niet de minste aanleiding gegeven tot dit ongeluk, maar heeft de boze opzet van een paar kwaadwillige heidenen ons dat aangedaan! De eigenlijke reden waarom wij hier zijn is dan ook, u een rechtvaardige schadevergoeding te vragen!
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] CYRENIUS antwoordt, terwijl hij nauwelijks zijn verontwaardiging kan verbergen: " Aleer ik ja of nee zeg, zal ik eerst heel precies laten onderzoeken hoe en door welke oorzaak de stad en uw huizen in brand zijn geraakt. Het is me nog helemaal niet duidelijk of u daar wel absoluut onschuldig aan bent, want ik heb juist in deze nacht bepaalde zaken over u gehoord. Iemand vertelde mij dat u, naar aanleiding van de totale zonsverduistering van gisteren en later nog meer vanwege het plotselinge verdwijnen van de avondlijke na-zon, het volk geheel ten overvloede hebt toegesproken over een door één van uw profeten voorspeld Godsgericht dat nu zou komen. Ook de priesters der Grieken hebben van hun kant niet nagelaten het uitzonderlijke spel der natuur in hun voordeel uit te buiten. Beide priesterlijke groeperingen hebben dat bepaalde natuurverschijnsel misbruikt om het volk, terwille van schijnbaar doeltreffende en de wil van uw god bereikende gebeden, de meest ongehoorde offers af te persen. Het door u van kindsbeen af doof en blindgemaakte volk deed alles wat het maar mogelijkerwijs doen kon, om het door u aangekondigde jongste gericht af te wenden.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Gelukkig was er een verstandig en ervaren man, die enige gegoede mensen uit het volk, die hij kende, bij zich riep en hen vervolgens in alle rust en kalmte het verschijnsel op heel natuurlijke gronden verklaarde en zei dat hij het al meermalen had meegemaakt. Ter bekrachtiging van zijn verklaring bracht hij echter ook heel fijntjes onder hun aandacht, dat de priesters, als hun voorspelling waar zou zijn, zeker de moeite niet zouden nemen het volk zulke massale offers af te persen wanneer het verblijf op deze wereld volleugen en bedrog nog maar zo kort zou duren! De onverzadigbare, hebzuchtige en harteloze priesters wisten net zo goed als hij dat het hele gebeuren alleen maar kon betekenen, dat de weersomstandigheden de volgende dag mogelijkerwijs zouden veranderen. Maar zij kenden het bijgeloof van het volk en namen deze gelegenheid te baat om er zo gewetenloos mogelijk op los te zondigen!
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, dat heeft een heel betrouwbare getuige mij vannacht meegedeeld! Wel, hoe ging het verder na dit wijze en actuele onderricht? De paar mensen, die op deze wijze met weinig woorden juist waren voorgelicht, haastten zich vervolgens naar het vertwijfelde volk en riepen opgewekt: 'Troost, troost, troost en nogmaals troost! Wees kalm en luister voor je bestwil naar ons!' Daarna legden zij alles op een begrijpelijke manier aan het volk uit. Toen het volk begreep wat er aan de hand was, ontbrandde het in toorn en woede tegen u en gaf u vervolgens een voorproefje van een oordeelsdag van Daniël. Omdat ik door deze getrouwe berichtgeving nu maar al te duidelijk inzie dat in werkelijkheid niet de moedwil van de heidenen de oorzaak ervan is, maar dat uzelf juist eraan schuldig bent dat in deze nacht de toch zo mooie en belangrijke stad in de as gelegd wordt als gevolg van de rechtvaardige woede van het volk over uw bedriegerijen, zult u hopelijk wel inzien dat ik uw zeer brutaal gestelde verzoek niet alleen niet kan inwilligen, maar dat ik u daarentegen als vice-regent hier, in het belang van mijn keizer en in het belang van het volk, streng ter verantwoording zal roepen en tot volledige schadevergoeding zal veroordelen! -Dit onder voorbehoud dat alles zich zo toegedragen heeft als ik van een maar al te geloofwaardige getuige heb vernomen! -Wat heeft u daartegen in te brengen? Spreek, als u daar iets tegen in kunt brengen!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184  ...