Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 172 van 1110

...  160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185  ...
[12] Maar, liefste dochters, kom nu bij mij en laat je aan mijn hart drukken, want ik ben nu toch een van de gelukkigste vaders op de gehele aarde! Hoe gelukkig zal je moeder wel zijn jullie weer terug te hebben, want zij was ontroostbaar over jullie! Als zij jullie ook nog zou kunnen zien, zou haar geluk nog groter zijn, maar zij is bij al haar liefelijkheid toch blind. Als blinde werd zij mijn vrouw, kreeg een tijdlang wel weer het licht in haar ogen terug, maar werd later toch weer blind! Maar zij heeft zo'n ontwikkeld gevoel, dat ik erom kan wedden dat zij jullie meteen zal herkennen! O, wat ben ik nu eindeloos gelukkig! Kom hier, arme kinderen, ik zal jullie zoveel ik kan weer gelukkig maken!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Als ik er nu aan denk hoe wij jullie op zee vonden drijven met de haren aan elkaar gebonden! Als ik toen ook maar in de verste verte had kunnen denken dat jullie mijn dochters waren, wat zou die aanblik mij dan ontzettend ongelukkig gemaakt hebben! Nu pas, nu jullie weer leven, stelde de Heer mij aan jullie voor om mij zo gelukkig mogelijk te maken! En nu ben ik het en daarvoor o Heer, zij U alle lof en al mijn liefde!"
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Ik heb je dit gezegd omdat je vaak te veel wilt zeggen terwijl je nog lang niet alles bezit wat voor een echt goede toespraak nodig is. Spreek daarom weinig, maar luister en doe daarentegen des te meer, dan zul je ook een echte leerling van de Heer zijn, geheel volgens Zijn wil en naar Zijn welgevallen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als men dat bij een leerling eenmaal bereikt heeft, is het echte goede handelen een vrij eenvoudige zaak. Maar zonder de daarbij gegeven overtuigende en juist gebleken beweegredenen zal het altijd een probleem blijven. Men ziet het goede er wel van in, maar omdat het handelen ernaar veel moeilijkheden en zelfverloochening met zich meebrengt, leeft men een gemakkelijk leventje in gezapige luiheid en noodlottige zelfzucht, en het vele en goede doen laat men voor wat het is. Men volgt onbekommerd zijn dierlijke lusten en is na dertig jaar nog dezelfde dierlijke mens die men eigenlijk in de wieg al was. Daarom behoren volgens mijn bescheiden mening bij de leer van het goeddoen, ook de hierboven aangegeven bewijzen, en die vereisen veel meer dan alleen maar te zeggen: 'Dit en dat moet je doen omdat het goed is, en dit en dat moet je laten omdat het slecht en kwaad is!"'
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] RISA zegt: "Dat zou ik niet weten, maar zo'n hoge heer als Herodes zal zijn dienaar zeker uit en te na getest hebben aleer hij hem tot eerste en hoogste van zijn dienaren benoemd heeft. Bovendien was Zinka volgens eigen getuigenis een speciale vriend van de profeet Johannes en heeft hij beslist veel van hem gehoord wat ook van groot levensbelang was, en daarom is het niet zo verwonderlijk dat hij wijzer is dan één van ons. Hij zal echter over nog iets een toespraak houden, waarnaar ik erg benieuwd ben. - Maar nu schijnt de Heer wat te willen zeggen, laten we daarom stil zijn, want uit ons gepraat komt toch al niet zo veel verstandigs te voorschijn!"
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] HEBRAM zegt: "Totaal niet, - jouw mening is weer volkomen juist en het is wel zeker dat het zo is! Maar het is toch ook niet slecht om jezelf ervoor te berispen dat je je bij deze unieke, buitengewoon heilige gelegenheid maar nauwelijks en veel te weinig gesticht voelt, terwijl de gelezen bijzondere dingen van eertijds je juist zo diep hebben gegrepen en vaak in verrukking hebben gebracht. Als deze geestelijke vervlakking alleen aan ons zou liggen, zou ik dat als een grote en uiterst grove levenszonde moeten zien. Als echter volgens jouw mening de Heer door Zijn almachtige wil in ons alles zo regelt, moeten wij Hem daarvoor dankbaar zijn en alles wat Hij zegt en doet des te serieuzer en dieper in ons zelf overwegen, en er goed over nadenken hoe wij Zijn woord volledig in praktijk kunnen brengen. Maar dat Zinka zo'n grote geest is -hij was en is toch slechts een opperdienaar van Herodes! -, is mij een raadsel! Waar heeft hij dan zijn meerdere wijsheid opgedaan en zich de vele ervaringen eigen gemaakt?"
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik, Ida, huilde echter van verontwaardiging over de verstokte hardheid van mijn vader. Ik ging naar mijn kamer en haalde al mijn spaargeld en Gamiëla deed daarna hetzelfde en wij stopten zo bij de oude Jozef heimelijk ongeveer honderd groschen in zijn gereedschapsmand. Niemand merkte dat behalve U, o Heer! En U zei toen: 'Maar, jullie beide meisjes zal eens rijkelijk vergolden worden wat je nu aan goeds aan ons hebt bewezen! ' Bij deze woorden zag U er verheerlijkt uit. Toen stonden jullie op en verlieten ons huis. Het was laat in de avond en jullie hadden te voet nog ettelijke uren te gaan naar Nazareth. Ik zei toen tegen U: 'Zou U vannacht niet liever hier blijven in plaats van de onveilige, verre weg te gaan, vooral nu de nacht zo duister is omdat dikke onweerswolken de hemel bedekken en er ook onweer op komst is?' Toen zei U iets wat ik nooit heb vergeten: 'Wie de dag heeft gemaakt, beheerst die en wie de nacht heeft gemaakt, beheerst die ook, daarom heeft de Heer van dag en nacht, noch de dag noch de nacht te vrezen! Ook het onweer valt onder de macht van dezelfde Heer, die de wereld niet kent. Noch de nacht, noch het onweer zullen ons schade kunnen berokkenen! Vaarwel, engeltjes!' Toen verlieten jullie ons huis en de hemel mag het weten, -maar jullie waren nauwelijks over de drempel of er was al geen spoor meer van jullie te ontdekken!
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar, - wat ons toentertijd niet meer vergund was, dat heeft U, o Heer, wonderbaarlijk tot nu voor ons bewaard! Nu pas is ons ook een licht opgegaan over de door U zo geheimzinnig gesproken woorden op de avond waarop jullie in die stikdonkere nacht ons huis verlieten! Nu weten wij wie de Heer van de dag, van de nacht en van het onweer was en is! Maar nu brengen wij U nog eenmaal met hart en mond onze dank voor al de onnoemelijke genadegaven en weldaden die U, o liefste Heer Jezus, ons zonder enige verdienste onzerzijds heeft bewezen!"
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] IK zeg: "O, zo helemaal zonder verdienste zijn jullie volstrekt niet. Denk maar eens aan wat je voor de oude Jozef hebt gedaan! Hoe zeer kwamen jullie honderd groschen hem te pas, toen hij die de volgende morgen in zijn gereedschapsmand vond! Hij dacht eerst dat jullie pleegvader dat heimelijk had gedaan, maar hij werd door Mij al gauw uit de droom geholpen. Hij prees jullie goede hart zeer en Ik beloofde hem dat Ik jullie Zelf die goedheid veelvoudig zou vergelden. Daarom deed het Mij erg veel genoegen jullie nu het leven en je ware ouders terug te geven. Ga nu vooral naar hem toe en maak hem blij, want zijn vreugde is ook Mijn vreugde!"
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Heer en Vader! Reeds zolang ik de onmetelijk grote genade geniet U vanaf Uw aardse geboorte te kennen, heb ik U ook steeds liefgehad en U was steeds het punt waar al mijn gedachten om draaiden! Maar ik was niet altijd even sterk meester over mijn innerlijke wereld en over de wereld buiten mij. Maar nu geloof ik echter door Uw genade en liefde de nodige kracht gekregen te hebben om onder alle omstandigheden volgens Uw heilige wil, als mens de hele rest van mijn levensdagen te kunnen doorlopen.
Hoofdstuk 33: De belofte van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Daarom heeft God een tweevoudige wet gegeven. De ene is puur mechanisch en heet 'Het moet!'. Volgens deze wet ontstaan alle vormen en hun structuren waaruit vervolgens de deugdelijkheid van de vorm blijkt. Aan deze mechanische wet kan eeuwig niets veranderd worden. De andere wet heet echter 'Gij zult!'. En alleen daarop heeft de levensleer betrekking!
Hoofdstuk 34: De wet van gij moet en gij zult. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Volgens de wet van het leven kun je alle deeltjes van een geheel verdelgen, verwoesten of zelfs vernietigen zonder dat het veel uitmaakt. Wat vrij moet worden, moet ook reeds in zijn eerste ontwikkeling vrij zijn! Ook al misvormt het zich in zijn vrije innerlijke bestaan geheel en al, dan kan het toch 'de wet van het moeten' waaronder het valt niet opheffen. Want binnen de vorm blijft steeds de kiem bewaard, die weer opnieuw in de juiste orde uitbot, dat wat in de vrije levenssfeer bedorven is weer vastpakt en in de juiste orde terugbrengt.
Hoofdstuk 34: De wet van gij moet en gij zult. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Om die reden moeten jullie nooit een te hard oordeel over een verdorven volk vellen! Want zolang de vorm blijft, blijft ook de reine kiem in de mens en als die blijft, kan ook een duivel nog een engel worden!
Hoofdstuk 34: De wet van gij moet en gij zult. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wie van jullie bijvoorbeeld al een meer volmaakt mens is, kan een zondaar en echt dierlijk mens, hoe dom en bijgelovig deze ook is, zijn handen opleggen, of hem zacht van de neuswortel over de slapen naar beneden strijken tot in de maagholte, dan wordt die mens daardoor in een magnetische slaap gebracht. In deze slaap wordt zijn ziel, ook al is zij nog zo verward, bevrijd van lichamelijke kwelgeesten en de oerlevenskiem oefent dan meteen gedurende korte tijd haar invloed uit in de ziel.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Laat dit een bewijs voor jullie zijn, dat eigenlijk geen enkele ziel zo te gronde kan gaan dat zij nooit te genezen zou zijn.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185  ...