Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 172 van 184

...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184
[20] DE WIJZE zegt: 'Nee, dat begrijp ik niet. Want wijsheid is te groot en omvat dergelijke kleinigheden niet, omdat ze te klein en te onbeduidend zijn. Spreek je daarom wat grootser uit, anders kan ik je niet begrijpen.'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] MARTINUS zegt: 'Kijk, kijk, je bent toch niet zo dom als men zou geloven, wanneer men je ziet en daarna pas hoort. Dus vanwege de enorme grootte van jouw wijsheid kun je dergelijke kleinigheden niet begrijpen. Kijk eens aan, hoe wijs! Maar als je vanwege die immense wijsheid zulke kleinigheden niet kunt begrijpen, dan begrijp ik weer niet, hoe je daarnet het nog veel kleinere begrip 'ezel' meteen hebt begrepen na een zeer korte uitleg.'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] MARTINUS zegt: 'Vriend, ik geloof dat wij tweeën elkaar in het vervolg moeilijk of zelfs wel helemaal niet zullen begrijpen. Want je bent met je wijsheid een zeer dom, menselijk wezen, bij wie ook niet het geringste spoor van een of andere wijsheid is te vinden!
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[35] Maar ik weet, dat je vroeger een zeer deemoedige wijze was en je grote gemeente uitstekend hebt geleid. Toen echter die valse lichtgeest je had ingepalmd en je in plaats van de oude, ware goddelijke wijsheid je tegenwoordige gigantische grote domheid gaf, toen ben je geworden wat je nu bent, een wezen vervuld van de grootste dwaasheid!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[39] Of ik er altijd was of ooit een keer ben begonnen, daarvan kan ik me alleen maar heel vaag herinneren, dat ik ooit eens geboren ben en dat ik derhalve ook niet altijd geweest ben, wat ik nu ben. Zo staat me ook voor de geest, dat ik ooit een vader heb gehad die vroeger, toen ik nog een knaap was, mijn ambt bekleedde, maar stellig niet met mijn grote wijsheid! - Je vragen zijn beantwoord, spreek dus nu maar weer!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[41] DE WIJZE zegt: 'Jij verlangt teveel van mij. Als ik deze noodzakelijke hulpmiddelen van mijn kracht, macht en wijsheid weg leg, dan kan ik immers niets meer tot stand brengen. Wie zal mij gehoorzamen, als ik geen macht heb, wie zal zich aan een krachteloos iemand toevertrouwen? En wie zal naar mij luisteren, als ik geen wijsheid heb? Daarom moet je geen dingen van mij verlangen, die niet passen bij mijn hoogste waardigheid!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[43] En zie, dat zal ook met jou het geval zijn! Wat jij zult doen en laten in de naam van onze Heer, dat zul je duizendvoudig terug ontvangen in alle waarheid. Het slechte zul je laten en het edele zul je daarvoor in de plaats krijgen. In plaats van schijn zul je een echt bestaan ontvangen. Voor valsheid krijg je waarheid, voor domheid wijsheid, voor zwakte ware kracht en voor onmacht macht! Wat je hier zult achterlaten van je overmaat aan nietigheid, zul je allemaal in volheid ontvangen van God de Heer!
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Zijn voorkomen is goed, ja heel goed. Maar dat deze mens die er heel natuurlijk uitziet en wel enorm veel wijsheid kan bezitten, de Schepper van de oneindigheid en van alle werken daarin zou zijn, dat mag iedereen aan Hem zien die dat wil. Voor mij is dat zo goed als onmogelijk!
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Hij is immers net zo begrensd als wij tweeën. Hoe kan Hij dan het oneindige doordringen en het tegelijk omvatten? Maar, zoals gezegd, de wijsheid heeft eeuwig ondoorgrondelijke diepten; het kan allemaal mogelijk zijn. Ik wil eigenlijk daarmee slechts zoveel hebben gezegd, dat het mij wonderlijk voorkomt! - Maar nu stil; Hij wenkt dat we moeten zwijgen!'
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] DE WIJZE zegt: 'Hoog verheven vriend van alle engelen en mensen. Het lijkt mij toe, dat U niet iemand bent, die de wijsheid bij de mensen zoekt. Want al onze wijsheid is immers reeds een gave van U aan ons en alles wat hier is, is Uw werk. En dus denk ik, dat het helemaal niet nodig zal zijn, dat ik U moet bewijzen of de poort van dit huis dan wel zwaar of gemakkelijk open gaat! Gebied, wat er moet gebeuren en het zal meteen geschieden!'
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zo snel als de stormwinden de wolken voor zich uit drijven, snellen de boden door de grote gemeente. Bijkans buiten adem roepen ze de bewoners op om ijlings met hen naar de woning te trekken, waar steeds bij grote gelegenheden de wijze Uhron pleegt te komen, om de mensen uit de hoogte der hoogten nieuwe wegen van wijsheid te verkondigen.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Het hele huis is stampvol. Men kan niet eens meer zien, wat een mannetje of een vrouwtje is! Duizenden onbegrijpelijk mooie wezens staren mij met hun grote, vurige ogen aan en schijnen in de grootste spanning te verkeren over wat ik tot hen zal spreken. O, hoe zal dat gaan! Ik weet nog geen letter van wat ik moet zeggen; en zij zetten reeds alle ogen, oren en mond open, zover ze maar kunnen om mijn wijsheid - of wat daarvoor doorgaat - te vernemen! O wat zullen zij verbaasd staan over die wijsheid van mij!
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Ook zijn er bij jullie zulke oude mensen, dat ze volgens onze tijdrekening al ouder zijn dan het totale mensengeslacht op mijn kleine wereld! Ja, er zullen hier ook nog wel zulke oude in het vlees levende mensen zijn, die misschien nog duizend keer ouder zijn. Wat veel belangrijke en heilige ervaringen moeten dergelijke mensen hebben opgedaan! Wat een hoge vlucht zal jullie geestelijke vorming aan de zijde van zulke zeer ervaren leraren nemen en hoe diep moet jullie heerlijke wijsheid geworteld zijn!
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Terwijl men op onze wereld nog maar nauwelijks is begonnen te begrijpen, wat het leven is, wordt men al op smartelijke wijze gedood en moet men het broze vlees verlaten. Tot het eeuwig leven of tot de eeuwige dood, dat wordt iemand nauwelijks aangekondigd! Kortom, men moet alles verlaten, wat men zich heeft verworven, of het nu eer is, roem, glorie, deugd, wetenschap, wijsheid; daarmee wordt nooit rekening gehouden door de Heer! Doch als heimelijk de wurg - en doodsengel komt en de mens zijn zwaard in het hart stoot, dan is het ook helemaal afgelopen.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Weten jullie wel wat een zon is? - Ja, bij al jullie wijsheid weten jullie nauwelijks wat een zon is, terwijl jullie zelf de bewoners van de zon zijn!
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184