Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 172 van 215

...  160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185  ...
[9] Zie, in Mijn rijk bestaat er geen wet en dus ook geen gericht meer, want wet en gericht zijn slechts wachters en houden het verkeerde en slechte binnen de perken. In de hemel is er noch plaats voor een wet, noch voor een gericht, behalve voor de wet van de zuivere liefde, die eigenlijk zelf de hoogste vrijheid is. Ik zie deze grenspalen niet graag, omdat ze niets anders zijn dan gedenkstenen van de hardheid en de liefdeloosheid van het mensenhart. Nu weet je alles, beste vriend, en daarom hoef je over zulke onbelangrijkheden niet verder na te denken.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Maar ik denk hoofdzakelijk aan het Nieuwe Testament, waarin U zich uit liefde zo hebt laten behandelen dat Uw leerlingen en apostelen zich daaraan vaak danig hebben geërgerd. Hoe graag hadden zij gezien dat U in tal van ergerlijke situaties vuur en zwavel uit de hemel had laten regenen, maar U wees hen terecht en genas, waar zij verwachtten dat U zou verwonden. 0 Heer, een hele eeuwigheid is te kort om al die wonderdaden van Uw liefde op te sommen! Maar wat kan men doen? Niets anders dan U liefhebben en nog eens liefhebben, omdat U Zelf slechts liefde en nog eens liefde bent in alles!'
Hoofdstuk 103: Wat de liefde doet is welgedaan. Laat je alleen door haar leiden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Eens was ik zelf zo dom en geloofde ik dat een priester iemand in de hemel kon brengen. Toen ik mij er later echter van overtuigde wat voor mentaliteit de priesters hebben, is mijn denken ook veranderd. In 1848 stond ikzelf goedbewapend op de barricaden tegenover de vijanden van de waarheid en de vrijheid en vond daar ook de lichamelijke dood.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Mathilde beeft van zoete vrees en brandende liefde, maar kan toch niet de moed opbrengen om aan Mijn haar te heilig lijkende borst te vallen. Daarom roep Ik Helena en vraag haar om deze Mathilde te tonen, hoe de uitverkorenen in de hemel dat doen.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De officier zegt: 'Heer, ik begrijp werkelijk niet hoe het mogelijk zou kunnen zijn U nog meer lief te hebben, want bij Uw heiligste naam, ik bemin U toch uit al mijn krachten! Daarom is het mij echt onmogelijk om U, 0 Heer en Vader, nog meer lief te hebben. Heer, verruim daarom mijn hart en vergroot de levensvlam van mijn liefde, dan word ook ik in de liefde voor U als een Atlas, die de hele hemel op zijn schouders draagt!'
Hoofdstuk 95: Liefde als oerbron van alle wijsheid en uitdrukkingskracht. Dichtkunst van het verstand en van het gemoed. De bede van de officier om meer liefde, en het antwoord van de Heer. . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Maar Ik zeg: 'Jij bent een goede voeding voor hem en hij voor jou. Maar laat je meer leiden door de geest van de liefde dan door de uiterlijke vorm! Want de vorm kan ook in de hemel veranderd worden al naargelang de liefde toeneemt of wanneer een uit te voeren liefdedaad het vereist; maar de liefde blijft eeuwig onveranderd. Ook went het uiterlijke zintuig spoedig aan een nog zo mooie vorm, waarna het dan onverschillig wordt voor die mooie vorm. Maar de liefde wordt steeds aantrekkelijker, omdat zij steeds nieuwe wijsheid en het ene nieuwe wonder na het andere schept. Houd je daarom steeds aan de innerlijke geest van de liefde; die zal jullie ware hemelsbrood zijn en zij zal jullie voortdurend steeds meer sterken, want die geest in jullie harten is Mijn geest!'
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Daarom is het ook billijk dat ieder hart U boven alles liefheeft, want U alleen bent goed en meer dan heilig; alle andere wezens zijn echter slechts goed door de liefde voor U. Als een wezen iets anders meer liefheeft dan U, heilige Vader, dan is het al slecht, want alle liefde moet gericht zijn op U. Heb ik een schepsel lief omwille van het schepsel, dan is mijn liefde al een zonde, maar heb ik het enkel lief omwille van U, dan is mijn liefde een deugd en geeft zij het hart blijvende zaligheid. U alleen bent liefde en hebt ons uit liefde en voor de liefde geschapen. Daarom komt U alleen al onze liefde toe en wie U lief heeft, aanbidt U ook echt.
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Mathilde zegt echter, vol vrees en liefde voor Mij: 'Heilige Vader, U die in de hemel woont, Uw naam worde altijd en steeds meer erkend en geheiligd! Uw rijk van liefde, wijsheid en eeuwig leven kome tot ons allen! Uw alleen heilige wil worde door alle vrije geesten, wezens en mensen in de hemelen en op alle hemellichamen nauwgezet nageleefd! Geef, 0 heilige Vader, dat alle kinderen Uw hemelbrood des levens mogen eten met een zuivere mond! Vergeef ons allen onze zwakheden en zonden, zoals wij allen vergeven, die ons ooit hebben beledigd! Laat ook niet toe dat wij, met nog allerlei zwakheden behepte kinderen, zo in verzoeking worden gebracht, dat het onze krachten te boven gaat! Als echter iets kwaads Uw kinderen dreigt te verderven, wend het dan af en bevrijd hen van alles wat hun kwaad zou kunnen doen! Want aan U alleen is eeuwig alle macht en kracht! U zij alle roem, lofprijzing, eer en aanbidding! Voor U alleen zij eeuwig al onze liefde en lof! Amen!'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Mathilde richt zich nu op, kijkt vreugdedronken om zich heen en herkent in de officier haar leraar Peter. Nog met haar knieën op de grond rustend, roept ze uit: 'O God, o Vader, U bent toch werkelijk al te goed en liefdevol! Niet alleen hebt U mij hier als onwaardige zondares onuitsprekelijk zalig gemaakt door een overvloed van Uw genade, liefde en erbarming, maar ik mag hier ook voor Uw heilige aangezicht de leraar ontmoeten, die mij reeds op aarde de wegen naar U heeft getoond. Ik word nu door U voor mijn verdere ontwikkeling aan deze leraar toevertrouwd. Hoeveel heerlijks en verhevens zal ik door hem ervaren; ik zal steeds zuiverder worden om waardiger Uw goddelijk mooie aangezicht te aanschouwen! Nog ben ik weliswaar hier in de stad, waarin ik naar lichaam en ziel ongelukkig ben geworden, maar de plaats maakt mij niets uit, want Uw zichtbare, heilige aanwezigheid is voor mij de hemel. Waar V bent, o Heer, daar is ook de hoogste hemel! Mijn hart, mijn hele wezen zij alleen aan U, o Vader, gewijd! Uw heilige naam Jezus worde geheiligd!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De officier zegt: 'Ja, beste Vader, Heer en God, Uw woord zal eeuwig het leven in het centrum van mijn hart zijn! Er is te veel liefde en genade van U, o heilige Vader, over ons gekomen; wij zijn in ons gemoed nog veel te zwak om zo'n overvloed van zaligheid te kunnen verdragen, maar de heilige tijd van Uw rijk zal ons wel meer vertrouwd maken met Uw overgrote liefde en genade. Moge mijn hele wezen echter van een eeuwige dank getuigen voor Uw liefde en genade aan ons, arme zondaars, voor grote bewezen wijsheid zijn wij weliswaar niet geschikt, want daarvoor hebt U, heilige Vader, engelen geschapen uit de vlammen van Uw licht, opdat zij de oneindige majesteit van Uw werken bezingen en loven, maar wij willen V bovenal loven vanuit de deemoed van onze harten, want U alleen bent al onze liefde en ons leven!' Daarop wendt hij zich tot Mathilde en zegt: 'Lieve zuster Mathilde, sta op en kijk hoe goed, liefdevol en zachtmoedig onze waarachtige heilige Vader toch is!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] God de Heer heeft ons mensen voor het licht geschapen en niet Voor een eeuwige nacht van dood en kwelling. Daarom wekt Hijzelf ook allen op die nog begraven liggen in de dood. Wees daarom verstandig en laat je beleren. De Heer heeft alle mensen met Zijn goddelijke leer het beste gegeven. Dat de mensen haar uit domheid en hebzucht totaal verkeerd hebben uitgelegd, daaraan kan de Heer niets doen. Dus weg met alle scrupules en volg mij naar de Heer; Hij zal jullie allen zalig maken naar de mate waarin ieder van jullie daar rijp voor is.'
Hoofdstuk 88: De officier als heilsverkondiger. Hij neemt hun twijfels weg en leidt hen tot de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De officier zegt: 'Jammer van dat mooie kind dat ze zo'n ordinaire taal uitslaat! Dat is toch een vreselijk dialect van de mooie Duitse taal! Zeg eens, echte Lerchenfeldse, praten in de hemel alle vrouwspersonen zoals u? Als dat het geval is, blijf ik toch liever in beschaafde kringen op aarde. Nee, wat is me dat een ruwe taal!'
Hoofdstuk 86: Antwoord van de ongelovige officier. Helena bemoeit zich ermee. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Helena zegt echt op z'n Weens: 'Nou, weet u, eigenwijze officier, dan niet dat men, zolang men op aarde is inderdaad een wettige vrouw heeft en er van rechtswege geen tweede bij mag hebben? Wanneer men echter eenmaal gestorven is en met Gods genade en barmhartigheid in de hemel is gekomen, dan krijgt men daarna meteen een andere vrouw, maar wel gewoon een van de aarde, want boven in de hemel groeien geen meisjes, als deze niet eerst op aarde geboren zijn. Zie maar dat u gauw in de hemel komt, misschien is daar voor u ook zo'n mooi vrouwtje te vinden! Maar eerst moet u Onze-Lieve-Heer wel boven alles liefhebben, anders wordt het niets, beste meneer de officier!'
Hoofdstuk 86: Antwoord van de ongelovige officier. Helena bemoeit zich ermee. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Nu weet u alles en zult u gemakkelijk kunnen begrijpen waardoor ik tot deze ellendige gestalte ben gekomen. Had mijn leraar bij mij kunnen blijven, dan zou ik er nu zeker anders voorstaan. Waarschijnlijk beliefde het God de Heer niet om een engel in een huis vol hoogmoed te gronde te laten gaan. Daarom ontnam Hij het huis zijn beschermengel. Het huis der groten verviel daarna tot allerlei kwaad en ik, hun enige dochter, met hen. Ik ben hier weliswaar nu zo ellendig als maar mogelijk is, maar waar mijn ouders zich bevinden en hoe zij en mijn echtgenoot het maken, dat zal alleen onze Vader in de hemel weten. Ik wens hun allen beslist een beter lot toe dan het mijne, maar waarschijnlijk zal het hun wel nauwelijks beter vergaan dan mij. Als ze maar niet geheel en al verloren zijn!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De officier zegt: 'Wat, is dat nog niet alles? Nou, vertel dan maar verder!' - Zij zegt: 'Ziet u, ik ben een grote zondares geworden en heb nu de hel verdiend en de hemel verspeeld, want ik was al op mijn dertiende heimelijk begonnen met het bedrijven van de slechte liefde, en wel met een soldaat van de artillerie. Toen ik stierf ging het allemaal zo vlug, dat ik niet eens het sacrament van de stervenden heb kunnen ontvangen. Hier in deze wereld heb ik alle kerken al afgelopen en heb willen biechten en communie doen, maar er was nergens een geestelijke te vinden. Daarom sta ik hier nog vol zonden en durf niet naar Onze-Lieve-Heer te gaan. Wel heb ik al vaak intens berouwen verdriet gevoeld, maar wat helpt dat als men niet heeft gebiecht en communie gedaan en ook de laatste zalving niet heeft kunnen krijgen? O mijn God, wat zal er nu van mij terechtkomen?!'
Hoofdstuk 90: Nog enkele levensgeschiedenissen. Het geduld van de officier wordt wederom op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185  ...