5587 resultaten - Pagina 172 van 373
... 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 ...
[10] Zie en let eens op je hart, of het niet zo in zichzelf mort!Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Leer daarom de Vader beter kennen en erken hoe weinig Hij van je verlangt en hoe gemakkelijk daaraan is te voldoen; sta daarna op en kom naar Mij toe en zeg Me of Ik een onbillijke God en Vader ben! Maar breng voor het moment je hart op orde en kom tot betere gedachten; want Ik ben geen Vader die Kaïn vervloekt! Begrijp dat goed! Amen."
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Nu pas, nu U in ons ook het oor van ons hart hebt geopend, begrijpen wij en zien wij in, hoe ontzettend blind en doof wij destijds, dat wil zeggen vandaag op deze mooie ochtend nog waren, toen het woord van Uw onmeetbare Vaderlijke liefde onbegrepen aan ons hart klopte en als het woord van een vreemdeling klonk, terwijl het van U uit meer dan zonneklaar tot ons gericht was.
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wel was Ik gisteravond bij je en heb je een grote belofte gedaan. Je herkende Mij echter slechts als in een droom; want je hart was ingesloten door zand en droog gesteente. En de volgende morgen reeds bleef er in jou van Mij nauwelijks iets anders over dan de naakte, koude herinnering. Ik bereidde Henoch voor om jullie tot tolk te dienen. Doch je bewonderde slechts zijn woorden; maar je dode hart begreep deze niet. Weliswaar zocht je allemaal, maar toch wilde iedereen voor de ander een wijze leidsman zijn om hem aan te kunnen tonen wat voor een grote wijsheid er in ieders hart woont.
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen je nu 's morgens meende alles volledig te hebben begrepen, kwam Ik als een heldere ster naar je toe om je, terwijl Ik voor je in het stof kroop, erop te wijzen dat jullie harten ook zo diep in het zand begraven waren; maar de schitterende ster trok van de morgen naar de middag, van de middag naar de avond en van de avond hiernaartoe, - en in je hart hield je Mij heimelijk nog steeds voor een leugenaar en slechts weinigen waren bij machte de schitterende straal van de ster geheel te aanschouwen.
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Een tijger moest Mij voor jullie ogen dragen en daardoor jezelf aan je hart ontrukken!
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Eindelijk bereikten wij de stenen wand van jullie hart. Door de bliksem en de donder van de ster stortte deze in en je kwam en zag de grote verlatenheid in je innerlijke leven. Je riep het leven; daarvan liet zich maar weinig weer terugvinden. Ik zag jullie grote nood, ging heen, riep en bracht je het leven in grote hoeveelheden!
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] "Wat doe jij, ontembaar jong! Bedenk toch eens wie Emmanuël is! Mijn hart is toch immers ook vervuld van brandende liefde voor Hem! Maar men moet God niet zo liefhebben als men zijnsgelijke liefheeft; maar met de allergrootste hoogachting, alleen biddend in de stilte van zijn hart, moet men God beminnen, maar niet op zo'n onbedwingbare manier!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Heb jij daarstraks dan niet gehoord hoe Hij Zelf gezegd heeft dat Hij alleen naar het hart kijkt en naar niets anders?! Doe dan ook hetgeen volgens Zijn eigen wil het juiste is en vergeet de grote, heilige achting niet, die wij allen, naast de grootste, innerlijke liefde, God verschuldigd zijn, ja voor eeuwig verschuldigd zijn! Amen!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En Lamech antwoordde Methusalah: "Vader, je mag dat amen nog duizend keer achter elkaar uitspreken, maar dat helpt ditmaal nagenoeg niets om de liefde voor Asmahaël in mij te stillen! Lamech, je zoon, is je nog nooit ongehoorzaam geweest, maar deze keer zal hij zijn gehoorzaamheid opzeggen en hij zal zijn liefde nooit temperen, maar doen wat zijn hart ingeeft; want waarlijk, voor slechts één blik van liefde van Emmanuël verkoop ik duizend vaders zoals jij!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Maar opnieuw bedacht hij: "De liefde, de zuivere, rechtschapen, zonder enig eigenbelang in het hart tot God opgebloeide en geweldig sterk geworden liefde, is zij niet vrij en hoger en heiliger en meer, veel meer dan alle menselijke opvattingen en de daaruit voortkomende eisen?!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] O Emmanuël Abba! U die de behoefte van al het gras, van ieder zonnestofje kent, U zult toch immers ook de grote, zoete nood van mijn hart zeker niet over het hoofd zien! O Emmanuël Abba! Vergeef mij indien U mijn bandeloze liefde tot U zou mishagen!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En Lamech antwoordde: "0 Emmanuël Abba, ik zou willen zeggen: vervloekt zij het kind dat zijn vader enig leed aandoet! En zoals U weet, heb ik deze vloek nooit verdiend; maar nu, omdat U, onze ware, eeuwige, heilige Vader in ons midden bent, liet mijn hart zich niet meer beteugelen door de te machtige, vrije liefde tot U en zo werd ik vanuit mijn boven alles uitstijgende heilige liefde tot U voor de eerste maal ongehoorzaam aan mijn vader en dat wel in de zekere hoop dat U mij deze fout niet te hoog aan zou rekenen en deze bij mijn vader weer goed maken zou!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En Lamech werd daarop treurig en antwoordde op een weemoedige toon: "O Emmanuël! Slechts U alleen ziet en kunt rechtvaardig en juist beoordelen hoe het er in ons hart uitziet! Ik kan hebben gefaald; maar ik ben blind en zie mijn fout niet in zij het dan dat ik uit liefde tot U, zoals ik die nu overduidelijk onderga, niet alleen mijn aardse vader Methusalah, maar, zoals gezegd, duizend vaders tezamen met de gehele wereld zou willen verlaten!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] O Emmanuël, vergeef mij mijn woorden, omdat ik er niets aan doen kan dat mijn nog levend hart mijn tong dwingt zoiets te zeggen! Uw heilige wil geschiede! Amen."
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)