Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 173 van 215

...  161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186  ...
[10] Helena zegt: 'Ik smeek u, spreek niet zo gezwollen! Uw complimenten kunt u wel thuis laten! Denkt u dan dat ik er zo eentje ben, die zich door complimenten laat inpakken? Kijk, dat zeg ik u meteen: dan draait Onze-Lieve-Heer zich om en zegt: 'Dat wordt niets!' Kijk, ik ben een door en door gewiekste! Begrijpt u mij? In Oberlerchenfeld moet men anders praten als men een nog overgebleven gansje wil vangen! Denkt u dan dat ik uw verlangens niet ken? Alleen mijn gezichtje bevalt u, maar mijn hart is in uw ogen voor de poes! Het hindert u natuurlijk dat ik niet zo welbespraakt ben als een opgepoetste stadsjuffer, maar dat is juist goed, want daardoor zorg ik ervoor dat ik door u met rust word gelaten. Spreekt u maar verder met mijn man! Die spreekt beter Hoogduits dan ik, maar geloof wat hij u zegt, anders zult u nog lang geen hemel te zien krijgen!'
Hoofdstuk 86: Antwoord van de ongelovige officier. Helena bemoeit zich ermee. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ook geef je hoog op over God en beweer je dat Hij zich hier temidden van jullie bevindt en in Wenen de geesten van reeds lang overledenen uit hun nacht bevrijdt om hen dan de hemel binnen te leiden. Maar zulke potsierlijke opvattingen horen toch in het eerste het beste gekkenhuis?!
Hoofdstuk 86: Antwoord van de ongelovige officier. Helena bemoeit zich ermee. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Het is weliswaar geen absolute onmogelijkheid dat ook geesten van de onderste wijsheidshemel naar een hogere hemel kunnen overgaan, maar dat gaat altijd heel moeilijk, omdat de wijsheid steeds meer behagen schept in bespiegelingen dan in de werkelijk daad. De wijze schept er slechts genoegen in als hij anderen deelgenoot kan maken van zijn diepe inzichten, terwijl de eigenlijke liefdegeest enkel naar het goede en ware wil handelen. Daar echter het gadeslaan, het beschouwen en beredeneren veel gemakkelijker is dan het handelen, zijn geesten van de onderste hemel ook altijd heel moeilijk naar een hogere hemel te brengen. De meestal passieve gemakzucht is hun liever dan de mooiste en beste handeling. Zulke geesten kunnen slechts door een zekere eentonigheid van de hun onder ogen gebrachte verschijnselen, maar daarnaast ook door stimulerende voorbeelden, tot daden, worden aangespoord. Zijn ze een keer tot handelen overgegaan, dan gaan zij wel vooruit, maar in het begin komen zij verschrikkelijk moeilijk op gang.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Als zij de kerk verlaten, zullen ze geen stad meer zien, maar slechts een open, vrij landschap. Daar zullen ze dan bepaalde reizigers ontmoeten, die hen in Mijn naam verder naar hun bestemming zullen leiden. Over hen hoeven wij ons niet meer echt te bekommeren. Over ongeveer dertig jaar zullen ze helemaal geschikt zijn voor de lagere wijsheidshemel. Het zal moeilijk voor hen zijn ooit hoger te komen, omdat bij hen het orgaan van de liefde (omdat het nooit geoefend en gesterkt werd) onvoldoende ontwikkeld is. Daarentegen heeft het orgaan van de veelzijdige wijsheid zich veel te veel ontwikkeld en kan om die reden nooit door hun zwakke liefde gedomineerd worden. Zodoende kan nooit die verhouding tussen liefde en wijsheid tot stand komen, die nodig is om tot een hogere hemel te kunnen opstijgen.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nu laat Ik Mij aan deze verstokte priesters zien zoals zij zich Mij voorstellen als Heer van hemel en aarde, en zeg op een nadrukkelijk ernstige toon: 'Kennen jullie Mij nu?!'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Op dit moment loop Ik naar de koster toe, die Mij meteen herkent, en zeg: 'Mijn lieve broeder Johan, zo is het genoeg! Aan hen werd nu alles bij monde van jou gezegd, maar ze bleven zoals ze altijd waren. Kom daarom tot Mij in Mijn rijk! Zij moeten echter hun hemel en hun God maar zoeken zoals het hun belieft. Het zal voor hen heel moeilijk zijn ooit tot Mij te komen. Wat ze jou dachten aan te doen, daarvan zullen ze zelf een poosje genieten, zodat ze aan den lijve ondervinden hoe goed ze het met hun broeders menen.'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Een priester valt hem in de rede en zegt: 'Dat is gelogen! We leven nog allemaal op aarde, anders zouden we ons ofwel in de hel, in het vagevuur of zelfs in de hemel bevinden.'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Jij wel, maar Ik niet, omdat Ik met alles wat Ik heb geschapen, onmogelijk meer dan één doel voor ogen kon hebben! Daar Ikzelf echter het eeuwige leven ben, kan ik toch nooit wezens hebben geschapen voor de eeuwige dood! Een zogenaamde straf kan daarom slechts een middel voor het bereiken van een bepaald doel zijn, maar nooit tegelijkertijd vijandige bijbedoelingen hebben. Daarom kan er dan ook nooit sprake zijn van een eeuwige straf.'
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Dan geef Ik de geesten een wenk om de priesters niet verder te drijven. Nu treedt Petrus naar voren en zegt tegen de priesters: 'Kijk mij aan! Ik ben de echte Petrus in levende lijve, de rots van het geloof, welke de Heer van de hemel en van alle werelden daartoe heeft uitverkoren. Jullie en jullie paus noemen zich mijn opvolgers. Hoe zou ik ooit een rechterambt op jullie hebben kunnen overdragen, dat ik zelf nooit van de Heer heb gekregen! De Heer heeft ons toch allen het oordelen verboden op straffe van een oordeel over onszelf, omdat Hij uitdrukkelijk zei: 'Oordeel niet, opdat je later niet zelf geoordeeld zult worden!' Als de Heer ons dat Zelf zo leerde, waarom zou Hij ons dan tot rechters over onze broeders hebben gemaakt? Als wij echter nooit ofte nimmer het rechterambt hebben uitgeoefend, hoe zouden we het dan op jullie hebben kunnen overdragen! Wanneer jullie mijn opvolgers willen zijn, hoe kunnen jullie dan meer van mij geërfd hebben dan ik jullie kon nalaten?
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Maar de koster zegt: 'Jullie hebben steeds van alle mensen verlangd dat zij op straffe van de eeuwige verdoemenis zouden geloven dat alleen jullie de sleutels tot het hemelrijk en tot de hel bezitten! Open nu de hemel en sluit de poort van de hel, die Christus de Heer van eeuwigheid voor jullie heeft geopend opdat zij jullie moge opnemen in haar zachte, echt rooms-katholieke schoot! Jullie hebben mij toch net enkele minuten geleden voor eeuwig naar de hel verdoemd; hoe kan ik dan nu voor jullie een voorspreker zijn bij God? De Heer handelt met jullie volgens Zijn heilige wil en volgens Zijn liefde en gerechtigheid! Ik gun jullie zeker een beter lot, maar een beter lot dan de Heer jullie geeft, kunnen jullie van mij niet verwachten. God alleen is goed; wend je daarom tot Hem, want alleen Hij kan jullie helpen!'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De bevoegdheid die de Heer Zijn leerlingen ogenschijnlijk heeft gegeven, was en is slechts die van de Heilige Geest Gods in de mens. Wie leeft volgens Gods woord waardoor alles ontstaan is, ontvangt ook Gods geest, want Gods woord is namelijk de Heilige Geest uit de mond van God, die binnenvloeit in de harten van alle mensen die het Godswoord daadwerkelijk in zich opnemen. Eenmaal in het bezit van Gods geest, die mijn hart maakt tot een tempel van de diepste wijsheid uit God, kan ik dan ook tot een zondige broeder die blijk geeft van berouw en verbetering, zeggen: 'Je zonden zijn je vergeven'. Is hij echter hardnekkig en wil hij zijn valsheid en slechtheid niet opgeven, dan kan de van Gods geest vervulde ook zeggen: 'Vriend, omdat je volhardt in het kwaad kan je zonde je niet vergeven worden!' Als men echter gelooft dat men de Heilige Geest ontvangt door bepaalde sacramentele ceremonieën zoals de nietszeggende waterdoop, de toediening van het vormsel en zelfs de zogenaamde priesterwijding, heeft dat niets anders tot gevolg dan de vorming van een onverdraaglijk kastenstelsel, waar de Heilige Geest verder van verwijderd is dan de hemel van de aarde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] De koster zegt: 'De beide aangehaalde teksten waren inderdaad uit de Heilige Schrift, alleen hebben ze alles bewezen behalve datgene wat u, eminentie, daar graag mee had willen bewijzen. Had Christus de Heer, op de wijze waarop u het uitlegt, aan de kerk een volmacht willen geven, dan zou het niet nodig zijn geweest de apostelen en nog vele andere leerlingen drie volle jaren lang het grote gebod van de liefde, de wet van het leven en de grote geheimen van het hemelrijk te leren. In plaats daarvan zou Hij Zijn apostelen zonder voorafgaand onderricht de macht hebben gegeven om als door Hem aangenomen leerlingen voortaan te kunnen doen wat ze wilden, terwijl de Vader in de hemel alles volledig goedkeurde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Een heel oude aartsbisschop, zegt daarop ziedend van ingehouden woede: 'Heeft Christus de Heer voor Zijn verrijzenis niet uitsluitend Zijn kerk, d.w.z. Petrus en diens opvolgers, de macht gegeven om te binden en te ontbinden?! Hij blies Zijn adem over Zijn apostelen en sprak: 'Ontvang de Heilige Geest! Wie jullie de zonden vergeven, zijn zij vergeven. Wie jullie hun zonden niet vergeven, blijven ze behouden!' En een andere keer zei Jezus eveneens tot Zijn apostelen: 'Wat jullie op aarde zullen ontbinden of binden, zal ook in de hemel ontbonden of gebonden zijn!' Ik denk dat daarin voldoende bewijs ligt, dat het de ware kerk van Godswege toegestaan is nieuwe wetten te geven als zij het nodig vindt en andere, zelfs door God de Heer gegeven wetten op te heffen, als zij ziet dat deze onder bepaalde omstandigheden niet gunstig zijn voor het heil der zielen.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Toch verheugt het mij dat ik tenminste de weg tot haar verval heb gebaand en dat dit begin goede resultaten heeft. Want telkens wanneer ik in deze wereld berichten ontvang van de aarde, zegt men altijd dat de hoer van Babel aan ongeneeslijke uittering lijdt, en dat is voor mij een grote vreugde, ja een volkomen hemel. 0 Heer, zegen mijn werk, opdat het op Uw aarde goede vruchten mag dragen! Het zou voor mij de grootste vreugde zijn als U mij zou zeggen dat ik op aarde voor U geen totaal nutteloze knecht was!'
Hoofdstuk 68: De ervaringen van keizer Jozef met de clerus. Reden van de vroege dood van deze keizer, die nu wordt aangesteld als gerichtsengel tegen Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Paulus zegt: 'Nou goed, we begrijpen elkaar wel, maar zeg me alleen nog of jullie wel weten dat jullie je niet meer op aarde maar in de geestenwereld bevinden?' De monniken zeggen lachend: 'Het lijkt ons toe, edele heer, dat u nu begint te malen! Als we in de geestenwereld zouden zijn, dan zouden we of in de hemel, of in het vagevuur, of zelfs in de hel zijn! Maar de edele heer ziet toch wel dat we nu in een kerk zijn, en daar is geen geestenwereld!'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186  ...