Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 173 van 728

...  161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186  ...
[10] Als er echter iemand alleen maar voor zijn.plezier komt baden, laat die dan meer dan een ander betalen voor bad, logies en kost! Wil hij echter de waarheid van je horen, geef hem die dan voor niets; want daarin is hij arm!
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Komt er echter een wereldwijze die van jou de waarheid wil horen, geef hem die dan niet voor niets, maar laat je voor ieder woord een 'groschen' betalen; want voor zo'n waarheidszoeker heeft de waarheid pas dan waarde, als zij voor veel geld in zijn bezit is gekomen!
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Als een arme hongerige bij je is gekomen, geef hem dan te eten en te drinken en laat hem niet arm bij je weg gaan; komt er echter een die er genoegen in schept bij jou aan tafel mee te eten, laat die dan ook voor de arme naast hem betalen!
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Ondersteun alles wat armoede heet voor niets en laat alles wat alleen ma.ar met genoegen te maken heeft, betalen! -Heb je Mij goed begrepen?
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Natuurlijk kost het jullie om te bereiken dat jullie ziel geheel doordrongen is van de geest ook veel moeite en daadkracht; maar, wanneer je daardoor met zekerheid verrijkt wordt met het allergrootste en allerhoogste levensgoed, dan kunnen jullie je wel wat laten welgevallen! Want alle wonderbaarlijke eigenschappen van een op zichzelf volmaakte mensenziel en alle schatten van deze aarde zijn immers nog niet de kleinste dauwdruppel vergeleken bij de grote wereldzee van datgene, wat jullie door het juiste opvolgen van Mijn woord en wil veel zekerder wacht dan de eens komende stoffelijke dood van jullie lichaam, die jullie echter in feite even weinig zal storen als wanneer je een oud, vermolmd huis verlaat dat ieder moment in elkaar kan storten, om daarvoor in de plaats voor altijd en eeuwig een nieuw huis te betrekken, -een huis waar de stormen van geen enkele tijd vat op kunnen krijgen!
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Daarom kan een aarde zoals die van ons, niet zo maar door een almachtig 'Er zij!' met alles erop en eraan geschapen worden, maar pas in de loop van de tijd na lange voorafgaande voorbereidingen, waardoor deze tegenwoordige aarde, zoals zij nu is en bestaat, als een noodzakelijk gevolg moest ontstaan. Om dezelfde reden kan dan ook vrijwel niets plotseling volmaakt en blijvend ontstaan. Alles wat snel ontstaat, vergaat ook weer net zo snel. De bliksem bijvoorbeeld ontstaat snel, maar vergaat ook even snel. Aan de andere kant heeft dat echter tot gevolg dat iets wat eenmaal blijvend bestaat, ook zo goed als nooit meer plotseling kan vergaan, maar alleen in fasen zoals het ontstaan is. Iets wat nog nooit voorzien en voorbereid werd, kan dus nooit ten uitvoer gebracht worden door een machtspreuk, ook al wordt deze ondersteund door de krachtigste wil, en dat geldt zowel ingeval van ontstaan als van opheffen en vergaan. Alles kan dus slechts als een tijdelijk wonder gezien worden en ieder gebeuren is een noodzakelijk gevolg van vele periodieke, tijdelijke ontwikkelingsgangen!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] MARCUS zegt: 'Ja, ja, vriendje, dat is allemaal goed en wel, als je mij er dan maar van kunt overtuigen, dat ik nu volkomen vrij ben om te willen en te wensen! En dat zou voor jou wel eens veel moeilijker kunnen zijn, dan de door mij gevraagde verschillende soorten vruchtbomen op een willekeurige plaats! je hebt mij erg aan het twijfelen gebracht of zelfs jullie, almachtige geesten, zonder vooruitzien en voorbereiding in staat zijn in zekere zin uit niets een puur wonderwerk tot stand te brengen! Ik wil het niet helemaal uitsluiten, maar gezien alles wat er ooit op deze aarde was, is en ook zal zijn, is het wel erg moeilijk te geloven, omdat daartegen reeds Gods alwetendheid wat al te luid haar stem laat horen, en men toch met aan kan komen met een mogelijke, nietszeggende bewering als zou God opzettelijk voor een bepaalde zaak Zijn alwetendheid willens en wetens niet gebruikt hebben. Als God zich echter met van eeuwigheid af volledig onwetend heeft weten te houden van het feit, dat eens Zijn engel Raphaël hier op verzoek van een mens bomen tevoorschijn zal toveren, dan ~al het even moeilijk te bewijzen zijn dat dit wonder ook niet al van eeuwigheid voorbestemd en voorbereid was! Geheel geestelijk was het beslist wel voorzien!"
Hoofdstuk 3: De voorzienigheid van God en de vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Marcus keek rond en werd helemaal verlegen bij het zien van alles wat daar in een oogwenk ontstaan was. Rechts van het oude huis in noordoostelijke richting stond een kant en klaar uit bakstenen opgetrokken fraai huis, dat zich met de zuidoostelijke voorkant bijna tot aan de zee uitstrekte. Het had een verdieping met een comfortabele omloop rondom het hele huis en op de begane grond bestond het uit een ruime keuken, een grote voorraadkamer en verder uit achttien vertrekken, waarvan vijf woonkamers en daarachter dertien grote vertrekken voor allerlei agrarische doeleinden, zoals bergruimten voor allerhande graan, vlees, voor vruchtengroenten, voor peulvruchten en wortelgewassen. In een grote ruimte bevond zich een met wit marmer bekleed waterbekken, dat ruim twintig kwadraatklafters* (* 1 klafter = 1.90 meter (oude Duitse maat)mat en over het geheel gemiddeld zes voet water kon bevatten; het water stond nu echter maar vier en een halve voet hoog, wat voor het bewaren van edelvissen diep genoeg was.
Hoofdstuk 4: Het nieuwe huis van Marcus, een wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Dit inpandige visreservoir ontving zijn zeer zuivere water uit een volkomen nieuwe, overvloedig opwellende bron; het water drong aan de onderzijde door kleine, maar talrijke openingen van een stenen plaat in het bekken tot aan de vastgestelde hoogte. Vandaar liep een afvoerbuis naar buiten naar de zee, die als men het bekken vol water wilde hebben, van buiten afgesloten kon worden. Om het waterbekken heen liep een prachtige, opengewerkte borstwering van twee en een halve voet hoog, eveneens van wit marmer. Aan één kant was, voor het geval dat men het waterbekken vol wilde laten lopen, een sierlijk afvoerkanaal gemaakt, dat natuurlijk door de muur van het huis liep en niet ver van de lager gelegen afvoerbuis eveneens in zee uitmondde. De wanden en de vloer waren eveneens met wit marmer bekleed, het plafond van het vertrek bestond echter uit het zuiverste en hardste cederhout zonder kwast en spint. Dit vertrek ontving zijn licht door vijf ramen, die allen een marmeren omlijsting hadden en ieder vijf voet hoog en drie voet breed waren. De ramen waren voorzien van zeer zuivere kristalplaten en konden net als alle ramen van het huis geopend en gesloten worden.
Hoofdstuk 4: Het nieuwe huis van Marcus, een wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Nu vraag ik u echter, beste, geëerde Cyrenius, hoe zou het de Heer in Rome bij zulk oerdom volksfanatisme zijn vergaan? Zonder vuur en zwavelregen beslist meer dan slecht! O, de lieve Heer wist reeds van eeuwigheid waar het tijdens Zijn tijd op aarde nog steeds het beste en zinvolste zal zijn, en is daarom ook juist hier en nergens anders op de wereld temidden van Zijn mensen gekomen! Kijk, dat is nu mijn mening; wat denkt u ervan? Wat vindt u, of wat vindt de keizer in Rome dan van die omineuze PONTIFEX MAXIMUS?"
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Want ieder mens heeft een natuurlijke fantasie. Als deze verwaarloosd wordt, kan de edelste mens daardoor een verscheurend beest worden; wordt zijn fantasie echter bestuurd en naar edeler vormen geleid, waaronder hij zich heel ordelijk begint te gedragen, dan zal de fantasie ook zelf edeler vormen gaan voortbrengen en in een zuiverder denken en streven overgaan en haar beste innerlijke scheppingen willen realiseren.
Hoofdstuk 8: De godsdienstige verhoudingen in Rome in Jezus' tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Zoals het echter toen was, zo is .het ook nu nog, alleen met het verschil dat nu het proletariaat ook reeds in veel is ingewijd waarin vroeger wij patriciërs alleen ingewijd waren, en daarom gelooft het nog maar heel weinig aan het hogepriesterlijk ambt. De meesten geloven wel aan een hoger goddelijk wezen, maar velen geloven nergens meer aan, en een ontwikkelder deel is volgeling van Plato, Socrates en heel vaak van Aristoteles.
Hoofdstuk 8: De godsdienstige verhoudingen in Rome in Jezus' tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] RAPHAËL zegt: 'Zei ik je dan niet dat dit allemaal, dat wil zeggen alles wat hier stevig gebouwd is, in duizend jaar niet volledig zal vergaan? Alleen de verschillende vruchtbomen, de edele struiken en planten, evenals de vijf schepen zullen niet zo lang blijven bestaan; maar het metselwerk zal behoorlijk lang, ja zeer lang standhouden! Ook zelfs na tweeduizend jaar zullen daarvan nog sporen te vinden zijn; maar natuurlijk zal dan niemand meer in bovenaardse bouwers van deze muren geloven. Zelfs in deze tijd zullen de dichtstbijzijnde buren, wanneer zij dit alles zullen zien, zeggen, dat dit allemaal door de aanwezige Romeinen is gebouwd, want veel sterke handen brengen ook wonderen teweeg! Spreek de wereldse mensen echter niet tegen, want als er in een land tienmaal tien maal honderdduizend mensen op de huidige wijze leven, dan zul je over het geheel nauwelijks vijfduizend mensen aantreffen die dat na veel uitleggen redelijkerwijs van je zouden aannemen. Aan blind geloof zou jij echter niets hebben en wij hemelgeesten nog minder. Het is ook helemaal niet belangrijk of er veel of weinig mensen geloven; want de Heer kwam alleen maar vanwege Zijn geringe aantal kinderen op de wereld en niet vanwege de wereldse mensen. En zo zal het blijven tot aan het einde van deze wereld en haar tijden!
Hoofdstuk 5: Kinderen van de wereld en kinderen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar IK zeg tegen hem: 'Bespaar je tong de moeite, want Ik heb de dank van je hart al vernomen en heb die van je tong dus niet nodig! Is iedere eerlijke gastheer zijn loon dan niet waard? Jij bent ook een eerlijke gastheer en je hebt ons onvermoeid bijna acht dagen lang bultengewoon goed verzorgd; dat kunnen we toch met voor niets. Van je verlangen. Deze herberg zal in het levensonderhoud van jou en je latere nakomelingen uitstekend voorzien! Maar zorg jij ervoor dat Mijn naam op deze plaats, dat wil zeggen bij je nakomelingen, onwankelbaar blijft bestaan; want met het verdwijnen van Mijn naam uit hun hart zouden zij ook weldra al het andere verliezen! Wie echter alles in de wereld zou verliezen, maar desalniettemin Mijn naam zou behouden, zou tenslotte niets verloren, maar alles gewonnen hebben; maar wie Mijn naam uit zijn hart zou verliezen, zou alles verloren hebben -ook al zou hij alle goederen op aarde bezitten!"
Hoofdstuk 5: Kinderen van de wereld en kinderen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Goede of slechte jaren zouden van hem afhangen. Als hij de aarde zegent, zijn de oogsten op de hele aarde meteen overvloedig; zegent hij de aarde echter niet, dan zal het er op aarde met de oogsten erg slecht uitzien, -en spreekt hij een vloek over de aarde uit, dan is het uit met alles en dan komen er oorlog, hongersnood, pestilentie en nog duizend andere ongehoorde plagen over de aarde! Zeus niet meegerekend, moeten alle goden hem gehoorzamen; als zij weigeren, kan hij ze voor honderd jaar van de aarde verbannen, -wat echter nooit gebeurt en nooit zal gebeuren, omdat alle goden te zeer en te diep overtuigd zijn van de onuitsprekelijke hoogheid van de P.M.
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186  ...