Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 174 van 1110

...  162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187  ...
[5] Als dat niet gebeurt, kunnen jullie honderdduizend bokken met bloed besprenkelen, vervloeken, en in plaats van jullie zonden in de Jordaan werpen, maar dan blijven jullie harten en zielen voor God nog net zo onrein en onzuiver als zij eerst waren! Met het water reinigt men het lichaam, en met een vaste, goede en God in alles toegewijde wil reinigt men hart en ziel. En zoals het zuivere, frisse water de ledematen van het lichaam sterkt, zo sterkt een aan God toegewijde, vaste wil het hart en de ziel.
Hoofdstuk 41: Lichamelijke en geestelijke reinheid. Genezing op afstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Opdat jullie het echter ook in de praktijk zullen zien, zal Ik er nu voor zorgen dat uit Caesarea Philippi zo'n echt dom en door en door slecht mens zal komen opdagen. Die zal door één van jullie op deze wijze behandeld worden en jullie zullen zien en horen hoe verbazingwekkend wijs deze stompzinnige en slechte man in de extatische slaap wordt. Als hij daarna weer zal ontwaken, zal hij meteen weer dezelfde slechte en botte man zijn van voorheen, en het zal ons moeite kosten hem langs natuurlijke weg ook maar enigermate betere begrippen over God en de mens bij te brengen."
Hoofdstuk 42: Aankondiging van een voorbeeld van de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Juist daarom moet er bij de uitbreiding van Mijn leer, die ook een ware uitnodiging is voor een hemelse feestmaaltijd, vóór alles op gelet worden dat al degenen die Mijn leer onder de mensen van de aarde zullen verbreiden, als echte hemelse boden vervuld van vriendelijkheid en liefde, temidden van de mensen rondgaan en zo het evangelie verkondigen. Want men kan bij het verkondigen van iets buitengewoon heugelijks en goeds toch geen gezicht trekken als een plotseling opgekomen donderwolk. En als iemand dat toch zou doen, zou hij óf een dwaas, óf een grappenmaker zijn en als zodanig geheel ongeschikt voor de verbreiding van Mijn woord. - Heb jij en hebben ook jullie anderen allen dat wat Ik nu heb gezegd wel goed begrepen?"
Hoofdstuk 39: De eeuwige grondwet van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "O ja, heel graag, omdat deze handeling beslist noodzakelijk is om de verloren gegane lichamelijke en ook geestelijke gezondheid te herstellen! Want enerzijds verzacht het pure opleggen van de handen op zichzelf reeds de hevigste lichamelijke pijn, en bovendien veroorzaakt het meestal dat de mens die je met een onwrikbaar geloof de handen hebt opgelegd in de vaste wil hem te helpen, helderziend wordt en dan voor zichzelf de juiste medicijn kan vaststellen die, volgens zijn voorschrift toegepast, hem volledig zal genezen. Natuurlijk zal de volledige genezing niet intreden als er ergens tegen zijn voorschrift wordt gezondigd; maar als het voorschrift volledig is nageleefd volgt ongetwijfeld de algehele genezing.
Hoofdstuk 40: Het toepassen van de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] IK zeg: "Ik zal je wel een teken geven wanneer het moet gebeuren. Eerst moeten jullie toch nog zijn domheid en grofheid leren kennen, dat wil zeggen, hoe ziek zijn ziel wel is. Pas als jullie hem daarin voldoende hebben leren kennen, wordt het tijd om zijn ziel in gezonde toestand te beschouwen en daaruit te zien, dat geen van jullie mensen een ander mens, ook al lijkt hij nog zo verdorven, mag veroordelen en in het complete verderf mag verdoemen, omdat iedere ziel nog een gezonde levenskiem in zich draagt. - Maar bereid jullie voor en neem je in acht, hij zal nu meteen hier zijn!"
Hoofdstuk 42: Aankondiging van een voorbeeld van de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Het is trouwens gewoonweg een schande dat ook de man uit een vrouw geboren moet worden; soms denk je wel eens dat het bijna eerbaarder zou zijn als mijn echte moeder een berin geweest was!
Hoofdstuk 43: Zorel vraagt om schadevergoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ik ben derhalve uitgesproken. Iets goeds heb ik onder de huidige omstandigheden beslist niet te verwachten, en daarom zal het beter zijn dat ik, met uw welwillende toestemming, weer vertrek. Maar natuurlijk alleen als u het goed vindt! Want volgens de -de goden weten het -schijnbaar ware getuigenissen tegen mij, waarmee uw waarzeggers u overladen hebben, sta ik als een misdadiger voor u, en misdadigers moeten immers eerst gestraft worden, voor men ze weer vrijlaat. De wet moet eerst met het bloed van een arme faun verzadigd worden, eer hem de vrijheid wordt teruggegeven!
Hoofdstuk 46: Zorel vraagt om vrije aftocht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Sta ik volgens uw begrippen als een te bestraffen misdadiger voor u, straf mij dan meteen en geef mij daarna de vrijheid weer - of de dood! Mij maakt het niets meer uit, want ik sta nu volkomen weerloos voor u. Romeinen zijn en blijven echter dorre toepassers van de wet, en niemand kan zijn verstand en zijn nood beschermen tegen de wraak van uw wetten! Zeg mij, geëerde gebieder, mag ik weer vertrekken zoals ik ben gekomen, of moet ik hier blijven vanwege een mij op te leggen straf?"
Hoofdstuk 46: Zorel vraagt om vrije aftocht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Wel, jij hebt volgens je oude Spartaanse principes slechts uit nood gezondigd en nu sta je voor de eerste maal voor een rechter! Alleen om deze reden zul je ook niet vervloekt en veroordeeld worden, maar je moet hier nu je slechtheid en domheid bekennen en afleggen! Jouw erg zieke ziel zal worden genezen en je moet de zegen van de wijze wetten inzien en je er daarna terdege naar gaan gedragen. Daarna zul je dan als een geheel bevrijd mens hier vandaan naar huis gaan en jezelf erover verheugen datje een waarachtig rein en vrij mens zult zijn.
Hoofdstuk 47: De voorbereiding tot de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] IK zeg: "Nog even geduld, gun de ziel nog enige tijd om het te verwerken! Deze man zit nu vol met opgewonden gedachten en zou niet goed in de magnetische slaap te brengen zijn. Ook Zinka mag niet eerder aan hem voorgesteld worden als de daarvoor uitgekozene, dan wanneer het juiste moment daarvoor zal zijn aangebroken! Ik zal jullie daar wel het teken voor geven."
Hoofdstuk 47: De voorbereiding tot de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] ZINKA zegt: "Vergeet die goden, die alleen maar in de fantasie van de sinds lange tijd blinde mensen bestaan! Er is maar één echte God, en dat is de jullie onbekende, grote God, voor wie jullie heidenen weliswaar ook overal een tempel hebben gebouwd, maar Die jullie nog nooit hebben gekend! Maar nu is de tijd gekomen dat jullie ook deze enige echte God zullen Ieren kennen! En kijk, met de genade en kracht van déze God zul jij nu tot je heil vervuld worden, als ik je mijn handen zal opleggen!"
Hoofdstuk 48: Zorel komt tot zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] In het derde stadium zullen jullie dan wel merken hoe samenhangend en hoe wijs hij daar spreekt! Nu spreekt slechts zijn voor dit ogenblik gelouterde ziel, maar in het derde stadium zal zijn geest het woord nemen! En dan zullen jullie helemaal geen leemtes meer in hem ontdekken, dan zal hij woorden gebruiken waarbij het jullie allemaal warm om het hart wordt!
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zinka vroeg zich dat af, omdat hij zelf geen flauw idee had van het uiterlijk en de aard van een ziel. Want volgens het normale Joodse denkbeeld was de ziel een soort nevelig niets en zij zeiden: "de ziel is een pure geest, die een verstand en een wil, maar doorgaans geen gestalte en nog minder een soort lichaam heeft.
Hoofdstuk 51: Het etherische lichaam van de ziel en haar zintuig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Daarom is de mens éérst mens uit God en dán pas mens uit zichzelf. Zolang hij alleen uit God is, lijkt hij op een embryo in het moederlichaam. Pas wanneer hij uit zichzelf een mens wordt volgens Gods ordening, is hij een voltooid mens, omdat hij daardoor pas tot een waar evenbeeld van God kan worden. Als hij dat heeft bereikt, blijft hij eeuwig als een god en is zelf een schepper van de verdere werelden en wezens en mensen geworden. Want het is wonderlijk dat ik nu al mijn gedachten, gevoelens en wensen kan zien en mijn wil vormt het omhulsel van hetgeen ik gedacht en gevoeld heb! Kijk, zo gaat het scheppen steeds opnieuw door!
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als je een overkleed draagt en volgens de Griekse mode een broek aan je benen hebt leven het kleed en de broek door de beweging van je lichaam, dat wil zeggen: zij moeten zich zo voegen naar jouw wil, zoals jouw ledematen zich voegen naar de wil van je ziel. Als je echter 's zomers een bad neemt, trek je de kleren uit, omdat je deze in het bad niet kunt gebruiken. Overkleed en broek nemen nu, terwijl jij aan het baden bent, noodzakelijkerwijs rust en verwikken of verwegen niet. Kom je weer uit het bad, dan zullen jouw overkleed en de broek meteen weer, zoals eerder, in beweging gebracht worden en in zekere zin met jou leven. Waarom trok je echter om te gaan baden je kleding uit? Kijk, omdat deze je belemmerde en begon te knellen! In het bad ben je echter verkwikt en jouw kleding, waar je last van kreeg, zal je na het bad zo licht als een veertje voorkomen.
Hoofdstuk 54: De verhouding tussen lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187  ...