Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 174 van 184

...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184
[7] JOHANNES zegt: 'Vriend, ik heb al gezegd, wat ik te zeggen had; nu komt Hij echter Zelf. Luister naar Hem! Zijn woord zal jullie pas omvormen en jullie de echte vrijheid geven! Let daarom goed op, want ieder woord dat Hij spreekt, is eeuwig leven en de hoogste wijsheid. En luister nu naar Hem!'
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Want Ik verzeker jullie bij de eeuwige trouwen liefde van Mijn Vaderhart: Mij geeft alleen dat vreugde, wat Mijn kinderen vreugde geeft. Niet Mijn Godheid, niet Mijn wijsheid en almacht, ook niet Mijn alwetendheid, maar alleen de grote liefde tot Mijn echte kinderen die Mij liefhebben, zoals jullie allemaal die nu om Mij heen verzameld zijn, maakt de hoogste gelukzaligheid van Mijn hele wezen uit.
Hoofdstuk 186: De zuivere vreugde van de kinderen is ook de vreugde van de hemelse Vader - Een heilige liefdes - en Godsgeheim - Over de kinderlijke eenvoud - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Laat daarom ook jij, Mijn lieve zoon Martinus, je in de toekomst niet van de wijs brengen wat de drang van je hart betreft en eveneens ook jullie allen niet. Jullie kinderlijke eenvoud staat bij Mij eindeloos hoger dan de hoogste wijsheid van de meest diepzinnige cherubijn. Daarom gaf Ik dat op aarde reeds te kennen, toen Ik tegen Mijn leerlingen zei: 'Onder allen die van het begin van de wereld tot nu toe uit vrouwen werden geboren, was er niemand groter dan Johannes de Doper. Maar in de toekomst zal de kleinste van Mijn Rijk van liefde groter zijn dan hij!'
Hoofdstuk 186: De zuivere vreugde van de kinderen is ook de vreugde van de hemelse Vader - Een heilige liefdes - en Godsgeheim - Over de kinderlijke eenvoud - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Gij, o Heer, ziet de verhoudingen stellig beter dan één van ons en weet, waarom Satan op zo' n eindeloze lankmoedigheid en geduld van U kan rekenen. Maar zoals ik de zaak bekijk, is het precies zo, als ik nu heb uiteengezet. U zult wel doen, wat het juiste is vanuit Uw eeuwige liefde en wijsheid; maar ik zou doen, wat ik U daar nu over heb gezegd!'
Hoofdstuk 189: Martinus' menselijk voorstel tot het onschadelijk maken van Satan - Wenk van de Heer over het toelaten van de boze werken van Satan - Martinus' volmacht om Satan uit te bannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] IK zeg: 'Mijn beste zoon Martinus, jij praat zoals je wijsheid je leert. Een ander zou weer heel anders praten. Wie echter in de diepten van mijn ordening schouwt, die zal dan ook zo spreken, als Ik hierover spreek.
Hoofdstuk 189: Martinus' menselijk voorstel tot het onschadelijk maken van Satan - Wenk van de Heer over het toelaten van de boze werken van Satan - Martinus' volmacht om Satan uit te bannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik geef ook toe, dat ik helemaal niet waard ben, jou als eerste en grootste door God geschapen geest zo'n voorstel te doen. Want ik weet dat in jou die nu nog in het oordeel bent, oneindig meer wijsheid en kracht aanwezig is, dan ik, die een echte niemendal ben ten opzichte van jouw grootheid, ooit zal kunnen begrijpen. Maar juist daarom, omdat ik jou vanwege je grootheid zo waardeer en hoog vereer als de eersteling van God, wens ik evenals alle hemelen, dat je eindelijk eens tot je God, jouw Vader zou willen terugkeren!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Er zijn immers wel eeuwigheden verlopen, waarin je steeds bezig was, je boven de eeuwige, almachtige God te verheffen door allerlei middelen, die alleen mogelijk waren door je diepe wijsheid en overgrote macht. Maar daarom heb je niet alleen nooit iets bereikt, doch bent alleen maar ellendiger, zwakker, armzaliger geworden. Je bent daardoor in niets rijker geworden, behalve in de jou zelf verterende woede en toorn tegenover God.
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] SATAN zegt: 'Lieve vriend, jij spreekt steeds, zoals jij de zaak in jouw beperktheid begrijpt. Dat komt, omdat jij je ogen niet zoals ik de mijne, over de schepping kunt laten gaan die mijn wezen uitmaakt. Jouw wil is goed en je hart is goed. Maar je wijsheid is slechts een lichtend puntje in de oneindigheid!
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] MARTINUS zegt: 'Weet je, zo diep reikt mijn wijsheid niet en ik geloof, dat ook deze broeders van mij hun ogen nog niet boven de oneindigheid hebben laten uitgaan. Maar of de Heer bij het in stand houden van Zijn tot nu toe geschapen werken nu juist op jou is aangewezen, dat zou ik toch wel heel erg willen betwijfelen!
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] SATAN zegt met een beetje meer opwinding: 'Vriend, je wordt nu wel weer een beetje brutaal; maar de beperktheid van je wijsheid geldt voor jou als verontschuldiging!
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Maar ons geestelijke wezen en de nieuwe aarde en de nieuwe hemel hebben werkelijk niets van doen met jou, omdat hun eeuwig bestaan enkel en alleen in de Heer zijn polen vindt, en die zijn liefde en wijsheid of het goede en het ware!
Hoofdstuk 194: Nogmaals een poging van Martinus, om Satan het verkeerde van zijn stijfkoppigheid duidelijk te maken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] MARTINUS schrikt erg bij deze woorden van Satan en dat te meer, omdat hij zich daardoor werkelijk een beetje getroffen voelt. Hij keert zich daarom, als zijn gemoed weer wat rustiger wordt, tot Johannes en zegt: 'Lieve broeder, daar jij als geen ander vervuld bent van de wijsheid van de Heer, wat heb jij hierop dan te zeggen? Moet ik dan op dit ene punt de Satan geloven? Volgens mijn innerlijk gevoel heeft hij toch niet helemaal ongelijk!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] SATAN zegt: 'De Heer moet doen wat Hij wil. Ik zal echter ook doen wat ik zal willen. Ik zal Hem en jullie allemaal tonen, dat de Heer wel met Zijn macht de hele oneindigheid als kaf kan verstuiven, maar mijn hart en mijn wil zullen eeuwig Zijn almacht en wijsheid de hardste, onoverwinnelijke tegenstand bieden. Doen jullie nu wat je wilt, en ik zal ook doen wat ik zal willen!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] SATAN zegt: 'Nu goed, want het geldt hier om zijn of niet zijn. Ik zal zien, welke grote sprongen jij met je wijsheid tegenover mij zult maken! - Vraag: 'Is God alomtegenwoordig of niet?'
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] SATAN zegt: 'Goed, jij belijdt dus onherroepelijk de alomtegenwoordigheid van God. Wees dan ook zo goed om mij te zeggen, of God volkomen wijs is en volstrekt goed en van daaruit alwetend en alziend? En kiest Hij voor het bereiken van Zijn doel tengevolge van Zijn hoogste wijsheid en eindeloze goedheid ook wel altijd de beste en meest deugdelijke middelen?'
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184