Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 174 van 278

...  162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187  ...
[433] Luistert allen wat Ik u hierop te zeggen heb: Op zich ge­nomen wil Ik niet dat het op die manier gebeurt, en Ik be­schik ook over middelen en wegen om Mijn kinderen, ook zonder datgene wat moet gebeuren, te verlossen en geluk­kig te maken. Maar de boosaardige mensen willen het zo. En daarom laat Ik het dan ook toe, opdat juist hierdoor ook veel boosdoeners zich tot berouw, boete en een waar­achtig geloof tot Mij zullen bekeren! - Want het gebroed in de tempel zegt en schreeuwt het immers aan één stuk door: laten we hem gevangen nemen en doden! Als hij weer uit het graf zal opstaan, dan zullen ook wij in hem geloven! Ze willen Me dus gebruiken als een laatste toets. En daarom wordt het toegelaten! Er zullen daardoor velen, die thans nog stekeblind zijn, ziende worden en in Mij gaan geloven. Maar de door en door slechten zullen juist hier­door hun maat der zonde volmaken en hun gericht en eeuwige dood over zich afroepen. Gij echter, verheugt u en weest getroost! Als Ik weer uit het graf zal opstaan, zal Ik tot u komen en Ikzelf zal u overtuigen van hetgeen Ik nu tot u gesproken heb."
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[481] Toen hij echter zag hoe Mijn lichaam op de grond gewor­pen en op het kruis werd gelegd en de hamerslagen hoorde, die de spijkers door Mijn vlees in het hout dreven, slaakte hij een luide kreet en rende ijlings weg. Zonder ook maar een moment achterom te kijken rende hij door naar een eenzame streek, waar hij zich met zijn gordel aan een wilge­boom ophing. Zijn vergissing, zijn geldzucht en zijn egoïsme kwamen hem duur te staan. Wat er daarna met Judas is gebeurd, zal later nog eens aan de orde komen. Zijn lijk dat van de boom naar beneden was gevallen en door de honden en jakhalzen was aangevreten, werd pas een aantal dagen na zijn dood gevonden. Op dezelfde plek werd hij ook begraven.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[629] De mens met deze edele weetgierigheid omhult zo'n door inzicht verkregen waarheid met de grootste en zuiverste eerbied, ja hij huivert bij de grootsheid van de waarheid in dit Boek; en dit is niets anders dan dat het lichaam in windsels wordt gewikkeld. Hoe vol onschuld en rein deze linnen doeken op zichzelf ook zijn, hetzelfde geldt voor die deemoedige kennis. Maar het dode lichaam, de zalf, alsook de linnen windsels zijn zonder leven en zijn ook niet in staat leven te schenken.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[742] Het verstand - al zoekt het nog zo naarstig en al is het nog zo bedreven - gaat niet zo snel als de liefde. Het heeft niet die machtige, vurige drang, noch die goddelijke kracht. Daarbij komt het verstand ook niet zo snel en zo gemakke­lijk tot inzicht als de liefde, die bij het doel stil houdt en zich deemoedig buigt voor de influisteringen van de Geest. Daarom ook moet het geloof zonder terughouding het graf binnengaan, intreden in het stoffelijk, materiële omhulsel van het goddelijk leven van de Geest. Het geloof moet in de directe nabijheid de bewijzen in de vorm van de uiterlij­ke tekenen exact kunnen onderzoeken.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[4] Ben ik dan soms voor het lijden geboren, en waarom dan ik? Duizenden mensen leven immers tezelfder tijd in alle rust en geluk­kig, zonder dat er één traan uit hun ogen vloeit!'
Hoofdstuk 205: Tullia 's klacht. Maria troost haar. Tullia keert in tot zichzelve. Berouw en boete. Jezus' lievelingskost. De oude en de nieuwe Tullia - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Zonder verder geleide gaan wij dan aanstonds naar buiten, en we mogen niet eerder terugko­men, dan wanneer het die klets­ majoor goeddunkt onder begelei­ding van het hele gezin te vertrek­ken!
Hoofdstuk 202: Jacob met de kleine Jezus in gesprek. Het Kindje beklaagt Zich over het gebrek aan aandacht van de zijde van Zijn ouders en huisgenoten - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Slechts diegene is een slaaf van de hel, en hij haalt zich een veroordeling op de hals, die, als hij wel weet wat hij doet, terwijl hij eigenlijk geen onrecht zou wil­len, dat toch doet als hij daartoe wordt gedwongen zonder dat hij zich er tegen verzet!
Hoofdstuk 200: Verdere profetische onthullingen van het Jezuskind: Jezus' dood; Zijn Leer der Verzoening; Opstanding, en Ontsluiting der levenspoort voor allen. Een wenk voor wereldse mensen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Vooral een paar meisjes -ze speelden de landvoogd en de rech­ter­ waren ontevreden, omdat zij zonder toestemming van de minis­ter niets mochten.
Hoofdstuk 196: Opnieuw gekibbel tijdens het tweede spelletje. Het eerzuchtige meisje als minister. Hetze tegen het Kindje. Laatste nieuwe worp en herstel van de goddelijke oerorde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Daarbij mogen zij hun mond, hun tong en lippen best ontzien! Want mondgebed zonder meer ontluistert zowel de bidden­de als de Aanbedene, omdat het een dood gebed is, iets heidens!
Hoofdstuk 185: Cyrenius dankt het Kind je voor Diens genadige leiding. Hoe men Gode welgevallig bidden moet. Voornaamste reden voor de Menswording des Heren. Cyrenius verbaasd over de vorderingen van de acht kinderen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[765] De eerste keer, bij het komen, treft Hij de verlaten schare, die zonder leider is, in angstige vrees en grote bezorgdheid aan. Zal het werkelijk zo zijn zoals de Heer, toen Hij nog leefde, heeft beloofd en waarin Johannes gelooft, waaraan Petrus nog half twijfelt en waar Magdalena in uitbundige vreugde iedereen van laat weten? Zal het grote bewijs van de Goddelijkheid en van het onvergankelijke leven door de opstanding van de Mensenzoon worden geleverd? Dit waren de vragen die de in beroering gebrachte gemoede­ren van de bevreesd achter gesloten deuren bijeengekomen discipelen bezig hielden.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[779] Maar ook op het moment dat de Heer na Zijn Opstan­ding voor het eerst verscheen, bevond Thomas zich van­wege zijn aardse beslommeringen niet onder de kleine, ge­lukkige schare, die rond Petrus en Johannes, - in afwach­ting van de grote, hemelse dingen die stonden te gebeuren -, in de heilige stad van de openbaring getrouw bij elkaar waren gekomen. Na de dood van de Heer had Thomas, door onrust en twijfel gedreven, zich op weg begeven om langs eigen weg en op andere plaatsen dat te doen wat volgens zijn inzicht noodzakelijk was. Waar hij verbleef en wat hij deed wordt ons niet verteld, omdat het aardse han­delen van de eigenmachtige mens zonder de Geest van God immers nooit een blijvende, heilbrengende betekenis kan hebben.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[816] Voor de komst van de Heer op aarde was de mens nim­mer in staat met het werkelijke Godswezen te spreken. Niemand kon ooit dit Wezen aanschouwen zonder daarbij het leven totaal te verliezen; bij Mozes staat dan ook "Nie­mand kan God zien en tegelijk leven!" - Weliswaar heeft de Heer Zich in de oer-kerk, evenals in de kerk van Melchizédek, ook door Abraham erkend, wel vaker persoonlijk getoond en heeft Hij met Zijn heiligen gesproken en Zelf Zijn kinderen onderwezen. Maar deze persoonlijke Heer was in feite toch niet de Heer Zelf, maar steeds een engel­geest, die voor dat doel van Gods Geest was vervuld. Door zo'n engelgeest sprak dan de Geest van de Heer op zo'n wijze, alsof de Heer Zelf direct sprak. In zo'n engelenwezen was echter nimmer de volmaakte volheid van Gods Geest tegenwoordig, maar slechts in die mate als voor het beoog­de doel noodzakelijk was. Je kunt het geloven, in die tijd konden ook zelfs de reinste engelgeesten de Godheid op geen andere wijze aanschouwen dan zoals jullie de zon aan het firmament ziet. En geen van de engelgeesten zou het ooit gedurfd hebben zich de Godheid in een of ander beeld voor te stellen, zoals het ook nog in de tijd van Mozes het volk Israël streng verboden was van God een gesneden beeld te maken of er zich een visuele voorstelling van te vormen.
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[826] De weg naar de hoogste gelukzaligheid, naar Gods hart, is door het leven en sterven van de Heer niet alleen voor en­kele uitverkorenengebaand - een blijde boodschap zonder weerga vult alle ruimten van de oneindigheid en vooral die van de gerichte materiële schepping. Voortaan is het voor iedereen - ook voor de gevallen geesten - mogelijk God weer te naderen en naar het Vaderhuis terug te keren, in­dien men de Mensenzoon vanuit een levend geloof in oot­moed en zachtmoedigheid en in zuivere, daadwerkelijke liefde navolgt!
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[21] De aarde is immers geen li­chaam zonder einde, maar zij is rond, net als de sinaasappel, die Ik zojuist heb gegeten.
Hoofdstuk 176: Verdere bespiegelingen over de maan van Jozef en Jonatha. Jezus doet over de maansverduistering een licht opgaan - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[25] Een Wet zonder liefde heeft geen nut, en hij die die wet houdt zonder liefde die is er een dode slaaf van!
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187  ...