10915 resultaten - Pagina 174 van 728
... 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 ...
[9] Die priesters echter die jou de P .M. beschreven hebben, zijn voor een deel op hun manier vaak werkelijk zo dom dat ze alles woordelijk geloven wat hun ingeprent werd; maar dikwijls zijn het heel sluwe deugnieten, die voor het volk hoog van de toren blazen en doen alsof ze iedere dag met de goden aan het Perzische schaakbord zitten! Zelf geloven zij echter alleen maar de woorden van Epicurius, die ongeveer zo luiden: Ede, bibe, lude! Post mortem nulla voluptas; Mors enim est rerum linea*. (* Eet, drink, speel! Na de dood is er: geen plezier: meer:; want de dood is het einde van alles )Hoofdstuk 8: De godsdienstige verhoudingen in Rome in Jezus' tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Als jij, allerliefste Jarah, die voor je leeftijd overigens wonderbaarlijk wijs bent, denkt dat wij net zo zijn als de twee onderpriesters, dan zou je ons groot onrecht aandoen; want wij Romeinen zijn precies zoals ik hier nu verteld heb. Al het andere kan alleen maar een waardeloze uitspraak van een leek zijn, die het wezenlijke van Rome net zo weinig kent als jij het voorheen hebt gekend, maar wat ik je nu als mederegeerder van Rome heb onthuld. Nu je dat echter weet, moetje ons Romeinen toch wel met meer begrip beoordelen en behandelen! -Wat vind je, is mijn verzoek aan jou terecht of niet?"
Hoofdstuk 8: De godsdienstige verhoudingen in Rome in Jezus' tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nu krijgt u bij uw goede wil echter ook nog het meest zuivere licht van de eeuwige waarheid, waardoor uw reeds van oorsprong goede wil ook de juiste wegen en ware middelen tot het bereiken van het beste resultaat moet krijgen, en van u is dus duidelijk alleen het allerbeste te verwachten! -O Heer, zegen U deze eenvoudige woorden van mij, opdat zij tot een voor alle tijden blijvende waarheid worden!"
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Overigens zal zij echter altijd een verkondigster van liefde, deemoed en geduld blijven, waarom men van haar in alle tijden veel door de vingers zal zien, en de groten der aarde zullen zich dikwijls om haar verenigen en uit haar mond de woorden van haar heil willen horen.
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] JARAH zegt tot tranen geroerd: 'O Heer, U mijn enige liefde! Wie zou er niet tevreden zijn met datgene wat U zegt, o Heer, en vooral met zo'n grote voorspelling die ver en.diep tot in de verste tijden reikt. Ook mijn beste, geëerde Cyrenius schijnt daarmee zeer tevreden te zijn en ook Cornelius, Faustus en onze Julius. Of echter de kinderen uit Jeruzalem, waarvan er ook een aantal aan deze tafel en nog een aantal aan andere tafels rondom ons zitten, met Uw voorspellingen met betrekking tot Jeruzalem ook zo tevreden zullen zijn, lijkt me een heel andere vraag; want van hun gezichten straalt niet die blijheid als van de gezichten van de Romeinen"
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Volenti non fit iniuria!* (* Die het zelf willen, geschiedt geen onrecht!) Als iemand op klaarlichte dag in een kuil wil vallen, moet men dan medelijden met hem hebben of om hem treuren? Wij niet! Voor echte oerdomme ezels en ossen voelden wij nog nooit medelijden, vooral niet als zij tegenover iedereen de wijsheid in pacht willen hebben; en heel speciaal verdienen zij geen medelijden, wanneer zij hun voorgewende grote wijsheid, die echter in de grond van de zaak alleen maar de grofste domheid is, door allerlei slechtheid en door een doortrapte sluwheid voor echt willen laten doorgaan.
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Verder mag een echte vrouw zeker nooit haar ergernis de overhand laten krijgen tegenover een man; want in het vrouwelijke wezen moet immers het grootste geduld en de grootste zachtmoedigheid en deemoed overheersen. In haar moet de man pas de ware rust vinden voor zijn onstuimige hart, en zelf zachtmoedig en geduldig worden! Als echter de vrouw uiteindelijk tegen de man zou gaan opspelen, wat moet dan de man wel doen, bij wie het er toch altijd al meer stormachtig dan vreedzaam uitziet?!
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Het is zeker juist, dat een zieke mensenziel meer medelijden verdient dan het gebrekkige lichaam van een ziek mens. Wanneer er echter bij een lichamelijk ziek mens, die nog bij zijn volle verstand is, een knappe en kundige dokter komt die een goede diagnose stelt en de patiënt stellig zou kunnen helpen en zou helpen, maar de zieke, in plaats van vol vreugde de heilzame raad van de dokter aan te nemen, de man door zijn knechten de deur uit laat gooien, -wie, vragen wij, zal er met zo'n zieke ziel dan nog medelijden hebben? Wij niet, en beslist ook niemand anders! Zo'n, zeg maar, beest van een mens moet dan maar ten prooi vallen aan een ziekte die mogelijkerwijs erg bitter en pijnlijk is, en pas door zijn pijn leren hoe dom het was de kundige arts de deur uit te gooien!
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[19] Wie op de hele aarde treurt er nu over de nacht die door de opgaande zon aan zijn eind komt? Of welke dwaas zal er huilen om de hinderlijke winter, om een razende storm, om een epidemie die opgehouden is, en om voorbije slechte jaren? En wij geloven dat het nog een veel grotere domheid zou zijn daarover te treuren nadat de Heer ons eens Zijn grootste genade zal bewijzen. Ja, het is erg treurig dat Jeruzalem het grootste geestelijke licht niet wil herkennen en aannemen; want dat betekent dat zij zich helemaal in hebben laten lijven bij de satan van de wereld! Waar dat echter zo is, laat het daar maar vuur en zwavel uit de hemel regenen! Sodom en Gomorra rusten reeds lang terecht op de bodem van de Dode Zee wie zou die goddelozen willen bewenen? En zo zal men ook Jeruzalem niet bewenen!
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] JARAH zegt: 'Begrepen wel, - maar mijn hart heeft er moeite mee dat ik dom was en voor mijn beurt sprak. Ik heb nu toch al verscheidene uren gezwegen en dat was goed; ik had nu echter zin ook eens wat te zeggen, maar het zou beter geweest zijn als ik was blijven zwijgen. Maar van nu af aan zal mijn tong een rustdag krijgen zoals er in een vrouwelijke mond geen tweede is!'
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] IK zeg: 'Mijn lieve dochtertje, dat is nu juist ook weer niet zo strikt noodzakelijk, maar zwijg alleen maar als je niets gevraagd wordt! Als men je echter wat vraagt en je zwijgt, zal de man dat aanzien voor grote eigenzinnigheid, boosheid en geraffineerdheid, en zijn hart van je afwenden.
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Ja, Mijn beste vriend, het zal erg moeilijk voor Mij worden jou, of je metgezellen die een andere mening zijn toegedaan, gelijk te geven! Stel je eens een stok voor die een beetje los in de grond staat; die moet, om er iets stevig aan op te kunnen hangen, door middel van een paar slagen met een houten hamer steviger in de grond geslagen worden. Er komen echter. twee nogal onhandige timmerlui die in hun kunst nog erg onbedreven zijn, en de ene die vindt dat hij het beter kan, zegt tegen zijn metgezel: 'Maat, onze kunstvaardigheid is weliswaar gelijk, maar geef mij toch maar de hamer, dan geef ik de eerste klap op de kop van de stok! Want het is een goede gewoonte van mij de spijker op de kop te slaan!' - 'Goed', zegt de andere, 'laat zien hoe trefzeker je de kop van de spijker kunt raken!' Daarop neemt de eerste de hamer en geeft een harde klap. Hij raakt de stok, maar alleen zijdelings aan de linkerkant, waardoor de stok zeker niet steviger staat. Zijn collega moet daarom lachen en zegt' Geef mij de hamer maar weer; want als je de kop van de stok zo bewerkt, zal hij wel nooit vaster dan voorheen in moedertje aarde staan! Dan zegt degene die de stok niet op zijn kop geraakt had: Hier, pak aan die hamer en probeer jij je geluk maar!' Nu geeft ook deze een geweldig harde klap, raakt de spijker echter ook met op de kop, maar schampt hem aan de rechterkant. En nu ontstaat er tussen de beiden een strijd over wie van hen nu beter heeft geslagen. Dat de beiden het daarover niet gemakkelijk eens worden is te begrijpen; want waar twee onderling twisten, houdt de twist niet eerder op dan wanneer een sterkere en meer geoefende erbij komt en de beide twistenden terwille van het recht laat zien hoe men de spijker op de kop slaat. Later lukt het hun beiden ook, maar zonder de derde zouden zij beiden nog wel geruime tijd slechts daarover gekibbeld hebben wie van hen beter geslagen had, of de schampende slag naar links beter was dan die naar rechts.
Hoofdstuk 12: Over gelijkhebberij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dat klinkt je nu wel wat fantastisch in de oren, maar toch is het zo en het zal ook voor eeuwig zo blijven. Opdat je dat echter heel duidelijk zult inzien zal Ik je het geheel nog wat duidelijker maken door je te wijzen op een zaak die je na Memphis niet meer geheel vreemd is.
Hoofdstuk 13: De mogelijkheid grotere dingen te doen dan de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De overste toonde je echter ook nog een andere eigenschap van deze spiegel. Hij liet namelijk het zonlicht erop vallen en ontstak zo in het sterke brandpunt, dat zich zo ongeveer een halve manslengte buiten het van alle kanten naar het midden toe gebogen vlak bevond, allerlei brandbare zaken, waarover jij je nog veel meer verwonderde.
Hoofdstuk 13: De mogelijkheid grotere dingen te doen dan de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Dat, o Heer, is nu echter ook al het goeds wat de overste mij heeft verteld. Om daar nu mogelijkerwijs een verdere goede conclusie uit te moeten of te kunnen trekken, daarvoor heeft mijn ziel te weinig inzicht en ik vraag U daarom nogmaals of U bij mij, lichtloze, een waar, geconcentreerd licht in mijn ziel zou willen laten stromen, anders zal het daarin net zo duister zijn als de huid van mijn nietswaardige lichaam door en door zwart is!"
Hoofdstuk 13: De mogelijkheid grotere dingen te doen dan de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)