Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 175 van 179

...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179
[10] Lorber heeft ons in dit boek het ware wezen van aarde en maan geschilderd in het licht van een nieuwe, natuur- en geestenwereld omvattende scheppingsleer. Zoals in al zijn werken, verdiept ook dit geschrift de religie tot een geestbezielende kennis, die aan de mensen de diepste openbaring geeft van Gods liefde en wijsheid. Voor de lezer die nog niet eerder kennis maakte met de werken vanJ akob Lorber is het wellicht zinvol om eerst de Appendix op pag. 319 e.v. door te lezen.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Vraag: Kan dat alleen aan de vier bekende, eenvoudige gassoorten worden toegeschreven? Kan alleen hun verhoudingsgewijs verschillende vermenging dit veroorzaken? Ja, als deze vier gassen werkelijk de eenvoudige grondstoffen waren, waaruit tenslotte alle dingen gevormd zijn, dan zou het toch een vreselijke schande zijn voor de hooggeleerde chemici, dat ze daaruit niet allang goud, zilver en diamanten in grote overvloed hadden vervaardigd; want tussen vier eenvoudige soorten kunnen toch al gauw een grote hoeveelheid mengsels worden samengesteld en uit elke samenstelling moest, als het al niet dadelijk goud was, toch misschien een of andere nieuwe plant of zelfs een nieuw ras van miniatuurossen, , -ezels en -kalveren of iets dergelijks te voorschijn komen. Maar kijk, zoiets gebeurt niet bij zulke helden der wijsheid, ondanks de allergeleerdste vertrekkingen van hun gezichtspieren en er komt niets tevoorschijn dan hoogstens een of andere witachtige sto( die, microscopisch onderzocht, zich in de vorm van kleine kristallen vertoont, waarmee echter nog niet veel gezegd is, omdat zulke kristalstof in de vrije natuur zonder de chemische keuken nog veel beter en veelvuldiger opgewekt wordt. Jullie behoeven in de herfst maar een rijpe pruim, een rijpe druif of ook wel bladeren van verschillende bomen te bekijken, en dan zul je zulke stof in overvloed als een witachtig waas op de bovengenoemde vruchten en bladeren ontdekken. Bekijk het onder de microscoop en het zal dan wemelen van de mooiste kristallen!
Hoofdstuk 20: Wezen en bestanddelen van de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Ook oude voorspellingen over het weer waren hierop gebaseerd en al wordt er nu om gelachen, desalniettemin is de oude wijsheid nog steeds van kracht.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Hoe meer iemand zulke intelligenties door vlijt en ijver in zich opgewekt en met elkaar verbonden heeft, des te geleerder is hij en des te meer weet hij. Maar deze geleerdheid is nog lang geen wijsheid, want de wijsheid is de opwekking van de geest, die als hij eenmaal geheel gewekt is, al de talloze intelligenties van zijn ziel in één ogenblik doordringt, ze opwekt en ze allemaal in zichzelf tot een volkomen weten verenigt, dat de gelijkenis heeft met het weten van God.
Hoofdstuk 39: De leidende geesten van de laagste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De wijsheid is echter het tweede; zij ziet het eindeloos vele in één ogenblik in het helderste licht, wat de geleerdheid slechts ten dele en in de nacht tastend waarneemt.
Hoofdstuk 39: De leidende geesten van de laagste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Van de laagste soort geesten heeft ieder alleen maar een akker die ongeveer zo groot is als de natuurlijke akkers van de mensen op aarde. Zo' n geest heeft de hiertoe benodigde wijsheid en kracht en leidt de afzonderlijke specifica alleen door zijn wil en deze wil is als een gericht voor de vrijkomende zielespecifica. Deze geest kent precies de specifica van de in de aarde gelegde zaadkorrel; hij weet, hoeveel daarvan uit de aarde en hoeveel van boven de sterren afkomstig is en weet ook van welke soort ze is en in welke verhouding.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Er bestaat eigenlijk noch een mineraal -, noch een plantenrijk. Want zowel het mineraal - als het plantenrijk is in de grond van de zaak ook een dierenrijk; elk mineraal bestaat uit net zoveel infusorische diersoorten als er in hem door de geestelijke wijsheid afzonderlijke psychische speciale intelligenties zijn te ontdekken, wat voor een gewoon verstandsmens wel ondenkbaar is. Maar voor iemand die ook maar iets van de ware wijsheid en het verstand van de geest bezit, zal het niet moeilijk zijn om in elk mineraal, zowel als in elke plant, de intelligente, psychische basis specifica te ontdekken en wel langs de tot nu toe gewezen weg.
Hoofdstuk 45: Mineraal, plant en dier - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Weliswaar zal een vrome pelgrim - misschien naar Mariazell op weg - zeggen: 'Dat alles doet onze lieve Heer immers; Waarom zijn er dan nog intelligenties nodig?' - Dat is zeker waar; want de Heer zegt: 'Hemel en aarde en alles wat daarin is, heb Ik gemaakt en – nota bene - maak Ik nu nog'; maar als men dit maken overdrijft, dan zou Ik op de wereld ook nog veel moeten maken, wat Ik eigenlijk niet heb gemaakt en nog steeds niet maak, omdat Ik dat maken aan de mensen heb overgelaten, opdat ze ook iets te doen zouden hebben. Ze maken het wel alleen maar met de hun door Mij verleende kracht en Ik doe het daardoor eigenlijk door middel van hen, - en dat is alsof Ik het Zelf zou hebben gedaan. En zoals Ik door mensenhanden talloze dingen laat maken, evenzo laat Ik door de kracht van de liefde en wijsheid in Mijn engelen en geesten op aarde en op andere hemellichamen die dingen maken, die niet door de mensen gemaakt kunnen worden.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Hieruit kun je opmaken met wat voor grote nauwkeurigheid de ordening moet worden gehandhaafd met betrekking tot de plaats van de specifica. Want bij een plant heeft elk atoomgroot plekje op een blad al een ander specificum, dat weliswaar met zijn buurman de grootste verwantschap vertoont, maar desalniettemin toch niet geheel hetzelfde is. Want zou dat niet het geval zijn, dan zou er nooit een blad geconstrueerd kunnen worden. Wie dit zou betwijfelen moet maar eens een stukje uit een blad nemen en dat elders op een even groot gaatje in hetzelfde blad leggen en hij zal zien dat er nergens verbinding bestaat. Ja, Ik zeg jullie, er is al zo'n grote ordening aanwezig dat geen menselijke wijsheid haar ooit helemaal begrijpen kan, zolang de geest van de mens in zijn sterfelijk omhulsel woont. En hoe verder men bij de uiteinden van de plant komt, des te groter is het aantal intelligenties en des te minder kan hun ordening veranderd worden. In de twijgen van heel jonge bomen is alles nog niet zo gevormd en daarom kunnen deze overgeplant en geënt worden.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in deze ordening zullen we hierna door aanschouwelijke voorbeelden deze zaak toelichten en het werk en de wijsheid bewonderen van de geesten, die aangesteld zijn om dit werk te leiden.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Een psycholoog zou hier kunnen vragen: 'Hoe kan de Heer, als Hij bestaat, met Zijn talloze legers engelgeesten die met alle macht en wijsheid zijn uitgerust, het toelaten dat de afschuwelijke hel zo'n onschuldige vrucht in het moederlichaam zoiets laat overkomen? Dat is alles behalve wijs en duidt op machteloosheid!'
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Nu weten we ook wat de geest is, hij is het licht, dat uit zijn eigen warmte van eeuwigheid tot eeuwigheid voortkomt en is als warmte de liefde en als licht de wijsheid.
Hoofdstuk 52: Ziel en geest in de mens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[18] Er wordt hier evenwel nog niet van wijsheid gesproken waarbij alles in de ziel licht wordt, maar er is hier sprake van weinig of helemaal geen licht en van meer en veel licht, waaruit ook heel duidelijk is te zien dat zonder geest of licht alles dood is en tot geen verdere ontwikkeling en vervolmaking in staat, terwijl in het licht alles zich actief werkzaam ontwikkelt en meer volkomen wordt.
Hoofdstuk 52: Ziel en geest in de mens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Een strijd om de rangorde was dus het eerste, wat deze geest tegen de Godheid heeft misdreven. Daar de Godheid er niet in kon toestemmen hem de voorrang te verlenen en Zich volledig aan hem te onderwerpen, ontbrandde hij in zijn woede en wilde de Godheid letterlijk vernietigen; aan kracht daartoe had het hem werkelijk niet ontbroken, als God in Zijn eeuwige wijsheid deze muiter niet te rechter tijd geheel en al stevig had gevangen. Het klinkt wel wat raadselachtig, dat er in deze geest zo'n grote kracht voorhanden zou zijn geweest, om de eeuwige Godheid zo te weerstaan, dat deze tenslotte voor zijn kracht had moeten bezwijken en Zich uiteindelijk volledig had moeten laten gevangen nemen en daardoor voor alle eeuwigheid lamgelegd zou zijn, wat eigenlijk gelijk zou staan met vernietigd te zijn. Maar de zaak wordt begrijpelijker als men bedenkt, dat de Godheid juist in deze geest, om zo te zeggen een volkomen tweede 'Ik' had geplaatst dat, hoewel in de tijd geschapen, toch wel in alle ruimten van de oneindigheid met gelijke kracht tegenover de Godheid werd gesteld.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Wat moet er later van zo'n mens worden? Wie moet degene beteren, die alles beter weet dan een ander? En laat een ander hem ook duidelijk zijn dwaasheid zien, dan wordt hij driftig en wat hij dan niet meer met zijn mond kan uitrichten, dat laat hij aan de kracht van zijn handen over, die gewoonlijk sterker zijn dan de tong van de tegenstander. Een paar krachtige stoten in de ribben en evenzoveel krachtige kaakslagen met de vuist werken op dat moment beter dan alle wijsheid van Socrates en Cicero; daar zouden hoogstens Simson en ook David als strijder een duchtige tegenstand kunnen bieden.
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179