Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 175 van 1088

...  163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188  ...
[16] Mensen, Iaat mij toch in alle rust mijn prooi verteren, ik doe jullie toch niets. Geef mij van jullie overvloed slechts zo veel dat ik mij datgene weer aan kan schaffen wat het kwade toeval mij ontnomen heeft, dan zullen jullie aan mij geen ondankbare bedelaar hebben! Als jullie mij echter zoals gebruikelijk helemaal niets willen geven, laat mij dan tenminste ongehinderd naar huis gaan opdat ik als een arme sater, natuurlijk via onwettige wegen, zoveel hout verzamelen kan dat ik mij een zeer gebrekkige hut kan bouwen, die in ieder geval niet slechter zal zijn dan die van een bever! Jullie zullen mij óf het een óf het ander hopelijk toestaan. Mij echter nog ellendiger maken dan ik al ben, zullen jullie toch wel niet doen! Maar als jullie zoiets met mij van plan zijn, dood mij dan liever meteen! Want ellendiger dan ik nu al ben, wil ik zeker niet worden en zijn! Want doden jullie mij niet, dan weet ik wat mij te doen staat! Ik zal mij zelf weten te doden!"
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Kijk, Ik ken je wil, die overigens wel goed is, en je zoeken naar de waarheid en naar de oorzaak van al het kwade, waar de mensheid op aarde nu werkelijk tot over de oren in zit! Omdat je altijd al veel plezier beleefde aan het stelen, hebben jouw gedachten de wet ter bescherming van eigendom en rechtmatig bezit bestempeld tot jouw doos van Pandora; en omdat je in je jonge jaren tevens een groot en genotzuchtig vriend van de vrouwen was, heb je je ook steeds gestoord aan een morele wet die het misbruik van de bijslaap bij jou en iedereen als zonde bestempelde.
Hoofdstuk 61: Materialistische dwalingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Maar ZINKA komt van achteren naar hem toe, tikt hem op zijn schouder en zegt: "Wel, vriend Zorel, wil je nu de ondersteuning van Cyrenius aannemen of niet? Want het lijkt mij toe dat jouw levensnormen, hoe goed die ook mij eerst toe leken, allen zonder uitzondering in de put gevallen zijn!"
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan valt Zorel meteen voor Mij op zijn knieën en vraagt Mij om voorlichting en Ik verwijs hem daarvoor naar apostel Johannes. Zorel vraagt Mij dan heel eerbiedig waarom Ik hem niet wat meer onderricht zou willen geven.
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar IK zeg: "Als een Heer allerlei dienaren en knechten om zich heen heeft, doet hij dan onrecht als hij hun ook, afhankelijk van hun bekwaamheid, werk geeft? Het is niet nodig dat hij zelf zijn handen uit de mouwen steekt om iets gereed te maken; de geest van de heer is voldoende om het werk ook door de bekwame handen van de knechten te laten voltooien. Ga jij dus maar naar degene die ik gezegd heb, dan zul je wel merken dat hij de juiste man voor je is! Het is die daar aan de hoek van de tafel, die een lichtblauwe mantel om zijn lendenen draagt!"
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] O vriend Zinka, jij bent Jood en je zult je leer beter kennen dan ik, maar over datgene wat mij daarvan toevalligerwijs bekend is, kan ik je niets anders zeggen dan wat ik je reeds heb gezegd. En daaruit zul je wel op kunnen maken dat ik, terwille van de verzorging door de geëerde Cyrenius, mijn op het zuivere verstand en op de mathematische grondslagen gebaseerde kennis beslist niet af kan zweren. Onder die ruilvoorwaarden wijs ik iedere verzorging af, ook al is die nog zo aantrekkelijk. Ik neem liever de bedelstaf en breng zo de armzalige rest van mijn dagen op deze aarde door. Wat dan daarna de natuur met mij zal doen, zal mij als dode die in het oude niets is teruggekeerd, wel helemaal onverschillig laten! -Zinka, zeg jij nu of ik naar jouw mening gelijk of ongelijk heb!"
Hoofdstuk 60: Zorels kritiek op moraal en opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dat echter ieder mens voor een hoger doel op deze aarde werd geplaatst, zou je toch al kunnen zien aan het feit, dat de mens als pasgeboren wezen ver achter staat bij ieder dier, en pas na een aantaljaren van goede verzorging mens begint te worden. Hij moet zich aan bepaalde regels gaan houden en ten koste van veel moeite en eerlijke strijd zijn brood gaan verdienen. Hij heeft dan ook wetten gekregen om die als een eerste wegwijzer naar een hoger doel te beschouwen en uit eigen vrije wil te volgen terwille van de verdere zelfontwikkeling en zelfbeschikking, die voorwaarde voor hem zijn om tenslotte zijn hoge bestemming te bereiken, -maar nooit als dierlijk mens, hoe scherp zijn verstand ook mag zijn, maar als een volmaakt menselijk mens.
Hoofdstuk 61: Materialistische dwalingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Als je je mathematisch zuivere levensprincipes nog wat preciezer onderzoekt, zul je weldra ook vinden dat de taal voor de mensen een groot kwaad is, omdat de mensen elkaar daardoor in alle slechte dingen en zaken kunnen onderwijzen. Ook zou de leugen nooit onder de mensen gekomen zijn als ze niet, hetzij door tekens, hetzij door woorden, konden spreken. Ja, zelfs het denken is gevaarlijk, omdat de mensen daardoor op allerlei slechtheid en sluwe streken zouden kunnen komen! Uiteindelijk zouden zij ook niet duidelijk mogen zien, goed mogen horen, geen smaak mogen hebben en niet mogen ruiken, want een heldere en zuivere toestand van al deze zintuigen zou de mensen toch wel erg gemakkelijk begerig en belust kunnen maken op iets, dat toevalligerwijs slecht zou zijn! Kijk nu eens met je mathematische principes naar jouw mens en vraag jezelf eens af of er tussen hem en een zeeoctopus, behalve dan uiterlijk, enig verschil bestaat!
Hoofdstuk 61: Materialistische dwalingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Nadat Ik dit gezegd heb, staat ZOREL op en gaat vlug naar Johannes. Bij Johannes gekomen, zegt hij tegen hem: "Trouwe knecht van die buitengewoon wijze heer daar! Als je ook gehoord hebt wie ik ben en wat voor inborst ik heb, geef mij dan om mij volledig te genezen, het onderricht dat mij waardig moet maken om te worden opgenomen in de groep van hen die zich terecht mensen mogen noemen! Omdat ik een echt mens word, vraag ik nu geen ondersteuning meer, maar alleen terwille van de waarheid zou ik van jou graag de volle waarheid willen horen!"
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] JOHANNES zegt: "Die zul je in de naam van die Heer ook krijgen! Maar vooraf moet je mij de verzekering geven dat je jouw leven in de toekomst geheel zult veranderen en iedere schade zult herstellen die je ooit iemand tegen zijn wil hebt berokkend; ook de nog levende koopman in Sparta moeten zijn twee ponden goud weer terug betaald worden! Tevens moet je ook je heidense geloof helemaal afzweren en een bekeerde Jood worden, want je grootvader was een Jood van de stam van Levi. Hij trok veertig jaar geleden naar Sparta om daar aan de Grieken de enig ware God te verkondigen en hen naar de geest Joods te maken; maar hij liet zich uiteindelijk zelf ompraten en werd met zijn hele gezin een domme en erg blinde heiden en jij werd dat ook, omdat je in Sparta pas ter wereld kwam. Je beide broers, die zich nu in Athene ophouden, werden door hun welbespraaktheid zelfs heidense priesters en wijden nog steeds hun nutteloze diensten aan Apollo en Minerva, en je enige zuster is de vrouw van een koopman, die lichtzinnig handel drijft in afgodsbeelden van de Efezen en die daarnaast ook met het verhandelen van alle soorten meisjes van plezier nogal wat geld verdient, ten dele door verkoop en grotendeels door koppelpraktijken. Zo staat het er met je zwager voor, die eens ook Jood was en nu is wat Ik Je zoëven vertelde."
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Weliswaar is er nu al veel openbaar geworden, maar nog niet alles, en omdat het bekennen je wat zwaar valt, zal ik dat wat gemakkelijker voor je maken door in jouw plaats volkomen naar waarheid te vertellen wat mij uit jouw leven zonneklaar bekend is!"
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Nu is onze Zorel eindelijk helemaal verslagen en weet hij niets meer tot redding van zijn eer naar voren te brengen. Hij begint bij zichzelf diep na te denken over wat hij nog ter rechtvaardiging van zichzelf uit zijn brein te voorschijn zou kunnen brengen, maar hij vindt alle uitwegen afgesloten en er vertoont zich geen enkel nog zo klein gaatje waardoor hij zou kunnen ontsnappen.
Hoofdstuk 67: Cyrenius' verontwaardiging over Zorels misdaden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] JOHANNES zegt: "Ja, ja, later heb je dat gedaan, maar in het begin gedroeg je je zoals ik het je vertelde! Dat je echter slechts in geringe mate de meisjes misbruikt zou hebben, is ook nu nog een grove onwaarheid! Slechts één van hen heb je wat zachtzinniger aangepakt en dat was de laatste, toen je ellendige geilheid reeds te kort schoot; de eerste vier heb je niet in het minst ontzien, maar ontzettend misbruikt! Kun je dat tegenspreken? - Kijk, je zwijgt en beeft! De meisjes kregen daarna een zeer gevaarlijke uitslag die maakte dat zij eerder stierven, maar ook daarvan was jouw geilheid de eigenlijke en enige oorzaak! Maar dit hoofdstuk is uit en nu gaan we naar een volgend!
Hoofdstuk 69: Zorel als moordenaar van zijn moeder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] JOHANNES zegt: "Laat je dat niet verontrusten, vriend! Als ik dat zou doen om je naar ziel en lichaam schade toe te brengen, zou ik een slecht mens zijn en er voor God erger aan toe zijn dan je lichtzinnige zwager in Athene. Maar ik moet nu terwille van je heil de mensen helemaal laten zien wie je bent, opdat niemand je anders ziet dan je bent! Als je volmaakt wilt worden, moet je jezelf ontdekken, en mag er geen geheim in je ziel zijn. Pas als al. het verkeerde uit je verdwenen is, kun je beginnen aan de vervolmaking. Ook in stilte kun je weliswaar in jezelf je ontelbaar vele zonden geheel afleggen en een beter mens worden, zodat de mensen je daarna zouden achten en eren omdat zij van jou dan alleen maar goeds en niets slechts zouden weten, en velen zouden dan Je goede voorbeeld volgen! Maar als zij daarna van een geloofwaardig getuige zouden horen wat voor een grove en grote zondaar jij heel in het verborgene bent geweest, zouden al diegenen die je tevoren eerden als rein mens en jouw voorbeeld volgden, je dan niet met bedenkelijke ogen aan gaan zien?! Al je deugd zou een schaapsvel worden waaronder men een verscheurende wolf zou gaan vermoeden en men zou je dan ondanks al je aanwijsbare, smetteloze deugd, ontwijken en je anders zo leerrijke gezelschap mijden.
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Het ergste aan jouw persoon is dat je heimelijk slavenhandelaar bent geweest, de laatste tijd met twaalf tot veertienjarige meisjes uit Klein-Azië. Je verhandelde hen naar Egypte en naar Perzië, en die waardevolle meisjes kwamen vaak in heel slechte handen terecht en slechts zelden in goede. Dat zulke meisjes door degene die hen gekocht had, terstond op de snoodste wijze verkracht werden, kun je je wel voorstellen. Als het bij de natuurlijke geslachtsgemeenschap gebleven was, zou de schuld nog niet zo bijzonder groot zijn; maar op wat voor manier zijn er sommigen in Alexandrië, in Cairo, in Thebe en in Memphis toegetakeld! En hoe worden zij nog steeds toegetakeld! Als je kon zien hoe zo'n arm meisje voor het genot van een grotere zinnenprikkeling door haar duivelachtige heer met roeden en zwepen gemarteld wordt, dan zou je jezelf, ondanks je geringe medegevoel, vervloeken omdat je uit lage hebzucht een mens in zo'n onbeschrijfelijke ellende hebt gestort!
Hoofdstuk 64: Zorels verleden als slavenhandelaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188  ...