Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 175 van 1490

...  163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188  ...
[2] CYRENIUS zegt: "In uw Boeken staat: 'Wee hem, die zich vergrijpt aan een gezalfde van God!' Daarom tracht ook ik, zolang het maar mogelijk is, deze wet van u in ere te houden.
Hoofdstuk 145: De loze taal van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Door uw rechtbanken worden velen tot de kruisdood veroordeeld die als mensen veel en veel beter zijn dan die gewetenloze ellendeling daar! Ik ben echter geen rechter en mag daarom ook niemand te veroordelen, maar ik ben toch wel erg blij dat deze kerel zo mooi in het net verstrikt is geraakt!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MATHAËL zegt glimlachend: "Maar er moet wel erg goed opgelet worden of hij het net niet stuk trekt en ons allemaal dan nog in ons gezicht uitlacht! Tot nu toe heeft hij zich nog zeer gematigd uitgelaten, maar als hij echt in het nauw wordt gedreven, zult u, Cyrenius, wel merken hoe hij zich zal verweren! Ik ken hem nu pas door en door, hoewel ik hem ook al van de tempel ken! Kijk, deze is het die dertig jaar geleden de hand heeft geslagen aan de hogepriester Zacharias en hem tussen het offeraltaar en het allerheiligste, gescheiden door de voorhang, heeft vermoord! -Maar nu niets meer daarover!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HERME, de zanger -of liever, de boodschapper uit Caesarea Philippi -zegt tegen Cyrenius: "Geëerde gebieder! Nu pas zit hij helemaal verstrikt in het net en ziet hij geen uitweg meer! O, dat heeft deze vervolger van al het goede en ware volkomen verdiend! Kende ik hem niet zo goed, zoals ik hem ken, dan zou ik zelfs medelijden met hem kunnen hebben, want dat heb ik al gauw ook met nog zulke erge zondaars als ze in grote narigheid zitten. Maar deze kerel zou ik in levenden lijve kunnen zien braden en dat zou mij rechtstreeks een genoegen zijn! Het is hier niet de tijd en de plaats om mee te delen, wat er allemaal in vertrouwen onder elkaar verteld wordt over deze heer overste, maar u kunt ervan verzekerd zijn dat er geen enkele goede haar aan zijn lijf zit!
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] CYRENIUS zegt, stomverbaasd over de mededeling van Mathaël: " Ah, wat zeg je me nu?! Dus deze kerel moet die, volgens het getuigenis van alle mensen, zeer vrome en wijze hogepriester het levenslicht hebben gedoofd? Goed dat ik daar nu iets over weet, al het andere maak ik dan wel in orde!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Dan haalt de overste een perkamentrol uit zijn opperkleed, toont hem aan Cyrenius en zegt: "Kent u dit zegel en deze handtekening?!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] De OVERSTE zegt: " Als het nodig is, zult u de inhoud leren kennen! Ik raad u daarom aan, ieder verder onderzoek tegen mij te staken, anders zou deze rol u erg onrustig kunnen maken! Ik houd u nog steeds voor een rechtschapen man, maar denk er om dat u de zaak niet op de spits drijft, anders zou ik toch van deze rol, die u net zo goed als iedereen volledig heeft te eerbiedigen, een voor u heel onaangenaam gebruik kunnen maken!
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Na deze woorden draait de overste als een heerser Cyrenius de rug toe, begeeft zich met de zijnen naar de oever van de zee en gedraagt zich daar als iemand die voor noodgevallen van de keizer grote macht heeft gekregen. Maar Cyrenius bevindt zich nu in grote verlegenheid en weet niet wat hij moet doen.
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Nu zegt MATHAËL: "Ziet u, hooggeëerde, hoe zo'n kerel zich tegenover u met alles; wat hij maar voor zijn veiligheid nodig heeft, reeds lang fysiek en moreel als in een soort vesting goed heeft verschanst?! Daarom is het heel moeilijk en haast niet doenlijk recht te spreken, omdat deze mensen -de Heer weet op wat voor slinkse manieren! -in staat zijn geweest zich de hoogste, geheime privileges te verschaffen, waartegen men heel moeilijk ten strijde kan trekken!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] CYRENIUS zegt: "Maar beste, wijze Mathaël, zeg jij me nu toch eens op welke wijze deze menselijke, veelkoppige hydra geheel buiten mij om aan een door de keizer ondertekend veiligheidsdocument kwam?! Ja, we kunnen nu niets anders doen dan op de een of andere wijze onze kalmte te bewaren! Ik ben toch wel benieuwd, wat de Heer daarvan zal zeggen!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[25] MATHAËL zegt: "Waarschijnlijk zal Hij daar ook niet zo graag het juiste antwoord op geven, want Hij heeft van te voren wel geweten waarom Hij u deze groep voor onderzoek heeft gegeven en Hij schijnt voor onze besprekingen weinig aandacht te hebben gehad!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Toen de criticus zijn eis zo brutaal en gebiedend mogelijk aan Cyrenius stelde, zei CYRENIUS: "Vriend, die oorkonde bracht me eerst wel aan het schrikken, want ik wist toen nog niet dat deze vals is! Maar omdat ik hierover nu heel andere informatie heb gekregen, schrik ik nu niet meer en zal ik de eis van uw overste volstrekt niet inwilligen!
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Gaat u overigens de overste zeggen, dat hij mij de bewuste oorkonde meteen moet uitleveren, anders zal deze met geweld van hem worden afgenomen. Mocht hij echter proberen het document te vernietigen, dan kan hij vandaag nog rekenen op de kruisiging! - Ga heen en zeg hem dat!"
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] CYRENIUS pakt het document aan, leest het door en zegt na een poosje: "Kijk eens aan, dat is nog eens sluw! Zeg me nu alleen nog bij welke gelegenheid de overste aan deze Charta alba (* blanco volmacht) is gekomen!"
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan begeeft de OVERSTE zich naar Cyrenius en zegt: "Hier staat nu een machteloze voor u. Deze beeldde zich een tijdlang in, dat hij als mens van deze aarde ook al die rechten, waarvan zich slechts mensen van deze aarde bedienen, voor zichzelf kon gebruiken. Maar hij verrekende zich, hoewel hij zelf een rekenkunstenaar was, en kwam tot de overtuiging dat de verhevenen geen andere verhevenen naast zich dulden! Daarom wil ik van nu af aan een van de allernederigste zijn, misschien ben ik dan aanvaardbaarder voor de verhevenen!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188  ...