5587 resultaten - Pagina 175 van 373
... 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 ...
[35] Je ziet nu in wat er nog aan je mankeert en je hebt je terecht in je hart vernederd. Bezie jouw grondbeginsel in het juiste licht, - Ik wil iedereen van dienst zijn met woord en daad!Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Zie, daarmee bedoel Ik: laten wij Henoch zijn toespraak beëindigen en hier even wachten, opdat wij niemand storen in de aandacht van zijn hart!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En als Hij nu eens onverwacht bij Zijn kinderen terug zou komen en als hun hart vrijer en hun liefde krachtiger zou zijn, wat denk je, - zou dan de Vader Zich ook niet krachtiger tonen dan onlangs, en zou het dan ook niet zo kunnen zijn dat Hij precies op Mij zou lijken?!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Want Ik denk dat de gedaante van de Vader ten opzichte van de kinderen zich altijd op de in hun hart wonende meer of minder vrije liefde tot Hem richt! Wat denk jij hiervan?"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Zie, hoeveel malen jij nu weer wijzer bent dan ik! Waarlijk, deze door jou aangesneden, hoogst belangrijke omstandigheid zou zo goed als zeker aan mijn hart zijn ontglipt!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En Abedam ging onmiddellijk naar de vaderen toe en vertelde hen alles wat hem was overkomen in de korte tijd dat hij deze plaats had verlaten; hierover waren allen zeer verrast, zelfs Henoch niet uitgezonderd, en wel zodanig dat hij hem meteen vroeg: "Geliefde Abedam, broeder in God Emmanuël Abba! Vertel me in het kort hoe zijn woorden op jouw hart inwerkten?"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Bij deze vraag van Adam wenkte de bekende Abedam meteen Henoch en zei: "Geliefde broeder Henoch, spits je oren en open je hart!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[41] En Abedam antwoordde met een verbluft neen. - Maar Henoch zei: "Waarlijk, er is niets in de mens dat zo lang dom blijft als zijn hart! O Heer, heb geduld met ons zwakken! Amen. Abedam, ik bedoel dat de gewekten allemaal nog slapen! Begrijp je het?"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Zie, ik ben van mening dat wij allemaal sliepen en droomden vóór het verschijnen van de heilige, meest liefdevolle Vader in Emmanuël Abba; maar toen Hij kwam, heeft hij ons allen gewekt. En zie, wij ontwaakten, - maar niet in de dag, maar in de nacht van ons hart; en zou Emmanuël dat niet gedaan hebben, dan sliepen wij nog in de dode dag van een droom!
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Want zie, ik heb de volgende mening: uit wiens mond die vraag komt, uit diens hart stroomt met de vraag ook een onuitsprekelijke welwillendheid! En wees ervan verzekerd dat de vraagsteller er geen behoefte aan heeft ons te beproeven of tot genoegen van zijn eigen ondoorgrondelijke wijsheid ons zwak smeulende zonnestofje te doorgronden, maar zijn vreugde bestaat slechts daaruit, in het verborgene verscholen, ongehoord grote gaven uit te delen! Begrijp je mij, Abedam?"
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] O grote Abedam, hoor mij aan in de stilte van mijn hart; want hier klinkt de roep: 'Jehova, hoe groot en heilig moet Uw liefde zijn! Indien U iemand op de dag van morgen genade zult verlenen, dan geeft U, goede, heilige Vader, zonder dat de blinde ontvanger het merkt, de verleende genade reeds op hetzelfde ogenblik waarop die genade werd toegezegd!
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Vandaar ook, o goede, heilige Vader, dat hoe meer ik in mijn hart Uw oneindige goedheid onderzoek, mijn hart bijna geen woorden meer vind om U, o Vader, naar behoren te loven, te prijzen en te aanbidden; en mijn hart wordt voor de machtige liefde tot U te klein en daarom moet tenslotte de liefde, waarvoor er in mijn hart geen plaats meer is in alle delen en ledematen, waarin zij is overgestroomd, U gloeiend omarmen en boven alles liefhebben!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar als ik dan weer aan mijn geest vraag: 'Kan ik dan de goede, heilige Vader niet nog heftiger, niet nog oneindig veel meer liefhebben?', dan klinkt het in mijn geest opnieuw: 'Kan degene wiens hart met liefde is vervuld, liefhebben zoals hij zou willen?! Zie, de liefde is onverzadigbaar en kan dan ook nergens bevrediging vinden dan alleen in de oneindige liefde van de heilige Vader!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En jij, mijn geliefde broeder Abedam, zeg me: hoe is het nu met jouw hart gesteld, ja met je liefhebbende hart, nu je toch zeker hebt ontdekt welk uur van de nacht het is?"
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En de bekende Abedam antwoordde Henoch: "Geliefde broeder, zie, jij bent in jouw liefde vast nog gelukkiger dan ik omdat je nog kunt spreken met het vuur in je hart! Zie, daarin ben ik toch weer zo ontzettend dom! Wanneer, zoals nu, de liefde mij zo echt aangrijpt, dan uit ik slechts met de grootste moeite van de wereld zoveel woorden als je nu van mij hoort, - maar durf het voorwerp van mijn liefde niet te noemen, want anders is het plotseling gedaan met de bespottelijk slechte kunst van mijn tong!
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)