Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 177 van 1088

...  165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190  ...
[3] Je zei echter dat een ander mens, vol van de geest van God, mij over datgene wat ik doen moet zal leren; jij kent hem, -wijs hem aan, opdat ik naar hem toe kan gaan en de middelen kan vragen voor het opwekken van mijn geest!"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JOHANNES zegt: "Het is degene, die je eerder naar mij verwees! Ga naar Hem, Hij zal je leren!
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Nu weet jij ook, met Wie je te doen hebt. Ga daarom naar Hem toe, opdat Hij je de ware weg zal tonen naar je geest, die zich in je bevindt als de zuivere liefde tot God, en door je geest of door je liefde de weg tot Hem, die temidden van ons verblijft als het ware Heil van alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd, nu leven en in de toekomst zullen leven.
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZOREL zegt: "Ik vind de les die je mij nu hebt gegeven heel wijs, waarachtig en goed. Het moet allemaal wel zo zijn, anders zou je mij niet mijn meest verborgen daden als uit een boek hebben kunnen voorlezen. Het is dus zeker dat men als mens een nauwelijks voor te stellen volmaaktheid kan verwachten, en deze overtuiging geeft mij thans de meeste voldoening. Ik verlang ook helemaal met naar een volmaaktheid zoals ik die nu bij jou heb waargenomen, om bij andere soortgelijke gelegenheden arme zondaars hun begane zonden voor te schotelen, maar ik zou die toestand willen bereiken terwille van de menselijke volmaaktheid zelf, om daardoor mijzelf een ware troost voor het leven te bezorgen en mij zo in stilte over mijzelf te verheugen! Ik wil nooit leraar of de een of andere rechter zijn, ook al is die nog zo zachtzinnig; als volmaakt mens wil ik slechts dienstbaar zijn, opdat in het vervolg geen mens door mijn domheid enig nadeel zal ondervinden.
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] JOHANNES zegt: "Zo is het goed; de ware liefde tot God de Heer moet steeds voorafgegaan worden door de deemoed van het hart! Als dat niet het geval is, komt de liefde nooit of te nimmer waarachtig en levend te voorschijn. behoud nog even die.echte rouwmoedigheid voor Hem in je hart! Maar als Hij je roept, aarzel dan met langer om zo snel mogelijk naar Hem toe te gaan!"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zij lijken op geneesheren die zelf blaken van gezondheid, maar daarom bang zijn daarheen te gaan waar een zieke om hun hulp roept, uit vrees eventueel zelf ziek te worden. Is dan die geneesheer niet beter en achtbaarder, die geen ziekte schuwt en zich haast naar iedere zieke die hem heeft geroepen?! Ook al wordt hij soms besmet, dan ergert hij zich niet daarover, maar helpt de zieke en ook zichzelf. En zo is het goed!
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Als je echter naar Hem toegaat, ga dan in de liefde van je hart naar Hem toe en niet puur verstandelijk! Want alleen door de liefde kun en zul je Hem winnen en Hem in Zijn goddelijkheid ook begrijpen; maar met het verstand zul je eeuwig niets bereiken! Want slechts de reine liefde is in staat om steeds toe te nemen, terwijl het verstand grenzen heeft die het nooit zal kunnen overschrijden. Maar de liefde van de mens tot God is, zoals gezegd, in staat om eeuwig toe te nemen, en hoe krachtiger de liefde tot Hem in je zal worden, des te lichter wordt het ook in je gehele wezen! Want de reine liefde tot God is een levend vuur en een stralend licht. Wie in dit licht wandelt, zal de dood in eeuwigheid met zien, zoals HIJ Zelf gezegd heeft. -En nu weet je al behoorlijk veel. wek jezelf op in je hart en ga naar Hem toe!"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Hierna weet ZOREL echter van eerbied nauwelijks wat hij moet denken en doen. Want deze laatste mededeling laat hem geen twijfel over de volkomen aanwezigheid van God in Mij en daarom wordt hij door de steeds groeiende eerbied steeds moedelozer en banger. Na enige tijd diep nagedacht te hebben zegt hij: "Vriend! Hoe meer ik jouw woorden overdenk en bedenk, des te moeilijker wordt het mij naar Hem toe te gaan om Hem, terwijl ik Zijn genade het minst waardig ben, te vragen of Hij Zelf mij de lichte weg wil wijzen naar het leven! Het is op de man af gezegd, voor mij nu bijna onmogelijk naar Hem toe te gaan, want er stroomt mij uit Hem een bepaalde heiligheid tegemoet die steeds maar tegen mij zegt: "'Ga terug, onwaardige! Doe eerst jarenlang boete en.kom dan pas om te zien of je de zoom van Mijn kleed kunt aanraken! ' Zeg mij waar die bultengewone vrees vandaan komt die mijn gehele wezen doordringt!"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Maar tot grote verrassing en verbazing van Zorel zeg IK tegen hem: "Wie zijn gebreken berouwvol erkent en boete doet in de ware, levende deemoed van zijn hart: is Mij liever dan negenennegentig rechtvaardigen die de boetedoening nog nooit nodig hebben gehad. Kom daarom nu bij Mij, boetvaardige vriend, want in jou heerst nu het juiste deemoedige gevoel, dat Mij liever is dan dat van hen die vanaf het oerbegin rechtvaardig zijn en in hun harten roepen: 'Hosianna, God in de hoge, dat wij Uw heilige naam nooit ontheiligd hebben door een willens en wetens begane zonde!' Dat mogen zij roepen en daar hebben zij ook het recht toe, maar dat maakt ook dat zij met veroordelende ogen naar een zondaar kijken en zijn nabijheid mijden als de pest.
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Door deze woorden van Mij kreeg Zorel moed en kwam schoorvoetend naar Mij toe.
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als er armen onder jullie zijn, zeg Ik jullie allen: Je behoeft hun niet zoveel te geven dat ook zij rijk worden, maar je mag hen geen nood laten lijden! Die je ziet en kent moet je naar recht en billijkheid helpen! Er zullen er echter nog heel veel zijn op deze grote aarde, die werkelijk ontzettend arm zijn en zeer grote nood lijden. Jullie kennen hen echter niet en horen ook hun jammergeschrei niet; daarom beveel ik hen ook niet in jullie hoede aan, maar alleen hen, die jullie kennen en die waar dan ook tot jullie komen.
Hoofdstuk 79: Over armoede en naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Kijk eens naar alle blinden, doven, kreupelen, melaatsen, jichtlijders; kijk verder eens naar alle soorten gebrekkige en met allerlei lichamelijke kwalen behepte kinderen en volwassenen! Allemaal gevolgen van een voortijdige schending van het vlees!
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Je kunt wel op rechtschapen wijze iets van je naaste kopen en het daarna rechtmatig en naar ieders mening eerlijk bezitten; maar als je iemand iets tegen zijn wil heimelijk afneemt, is dat zonde tegen de van God door Mozes aan de mensen gegeven wet, omdat zo'n handelwijze duidelijk in strijd is met elke naastenliefde. Want wat voor jóuw rechtsgevoelonaangenaam moet zijn als een ander je dat aandoet of aan zou doen, dat moet je ook je naaste niet aandoen!!
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Diefstal heeft meestal zijn oorsprong in eigenliefde, omdat daaruit traagheid, de hang naar een goed, luxueus leven en nietsdoen voortkomt. Dat veroorzaakt een zekere moedeloosheid die omgeven is door een hoogmoedige vrees, waardoor men er weliswaar niet toe overgaat om iets te vragen, wat enigszins lastig is, maar eerder heimelijk gaat stelen en ontvreemden. De diefstal vindt dus zijn oorsprong in een aantal gebreken, waarbij de te veelontwikkelde eigenliefde de duidelijkste oorzaak van al de andere is. Door een echte, levende naastenliefde kan men deze kwaal van de ziel te allen tijde het best te lijf gaan.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Als een wellustig iemand echter naar andere bevredigingsmiddelen grijpt dan de door Mij daarvoor bestemde schoot van de vrouw, zal hij moeilijk ooit Mijn aanschijn zien! Mozes heeft weliswaar de steniging daarvoor gelast, die Ik daarom niet geheel ophef omdat het een harde straf is voor dergelijke reeds geheel duivelse misdaden en misdadigers, maar Ik geef jullie slechts de vaderlijke raad geef zulke zondaars uit de gemeenten te verwijderen, hen eerst in een verbanningsoord grote nood te laten lijden en pas wanneer zij bijna naakt bij de grenzen van het vaderland aankomen, weer aan te nemen, in een instituut voor geestelijke verzorging onder te brengen en hen daar niet eerder uit te laten tot zulke mensen zich geheel en al verbeterd hebben. Als zij na grondige controle gedurende langere tijd duidelijk bewezen hebben dat zij genezen zijn, kunnen zij weer in de gemeenschap terugkeren. Wanneer zich echter ook nog maar het geringste spoortje vertoont van zinnelijke aanvechtingen kunnen zij beter hun leven lang opgesloten blijven, wat veel beter en heilzamer is dan dat de onbedorven mensen van een gemeenschap door hen verpest worden.
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190  ...