Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 177 van 1112

...  165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190  ...
[7] In dezelfde mate is ook de natuur van deze aarde een ware moederborst voor de mensen als zij zich niet door allerlei onnodige verwennerij van haar verwijderen. Maar als de mensen zich eenmaal hebben verwijderd van deze grote moederborst en zich hebben geïsoleerd van haar versterkende werking, vergaat het hun natuurlijk, wanneer zij aan haar melkrijke borst komen, als een volwassen man, die bij een moeder de melk moet drinken. Hij walgt er van zodat hij moet overgeven. Wat hem als kind kracht gaf en zeer goed voedde, dat zal hem, als man die de moederborst reeds lang ontgroeid is, ziek maken en een zwakke maag bezorgen.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Nu, de mens kan niet altijd aan de moederborst kracht en natuurlijk leven voor zijn spieren opdoen, maar van de borst van moeder aarde moet hij zich nooit te ver verwijderen als hij lichamelijk gezond sterk en oud wil worden.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Mozes zei: 'Eer vader en moeder, dan zult u lang leven en het zal u wel gaan op aarde!' Daarmee bedoelde Mozes niet alleen de vader die u verwekt en de moeder die u baart, maar eveneens de aarde en haar steeds nieuw leven barende kracht. Die moet de mens óók niet de rug toekeren, maar metterdaad hoog in ere houden en dan hij zal die zegen daarvoor ontvangen, die Mozes voor het lichaam heeft beloofd. Het in ere houden van de lichamelijke vader en moeder is goed en noodzakelijk als de omstandigheden zich daartoe lenen en het ook doenlijk is. Als de belofte van Mozes een woord van God is, dan moet deze, net als het zonlicht, ook een algemene en door niets te stuiten uitwerking hebben!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Van dit oude ouderpaar kan een vlijtig mens ook het meest al het goede, grote en ware leren en zich daaruit die ladder bouwen, waarop aartsvader Jacob de engelen van de hemel op en af zag gaan. Wie vlijtig en met grote ernst in de natuur zoekt, zal veel zegen voor het welzijn van zichzelf en zijn broeders aan het daglicht brengen.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Ouran is nu in zijn nopjes en zegt, dat hij nog nooit zo'n echt praktische wijsheid heeft horen verkondigen en dat hij van plan is deze raad ook altijd zorgvuldig op te volgen. Onze Perzen verwonderen zich er echter nog het meest over .
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] JURAH zegt: "Weetje dan niet, dat er met betrekking tot de plichten van de kinderen ten opzichte van hun ouders allang een nieuw voorschrift bestaat, dat zegt, dat een zoon of een dochter beter een offer aan de tempel kan geven, dan vader en moeder te eren?! Dit nieuwe voorschrift heft weliswaar het oude niet op, maar het moet een beter middel zijn om de Mozaïsche belofte te verkrijgen, dan de Mozaïsche wet zelf. Ik zou nu graag, omdat zich nu de buitengewone gelegenheid zo wonderbaarlijk voordoet om met de oorspronkelijke wetgever Zelf te spreken, willen horen wat de Heer van zo'n nieuw voorschrift zegt!
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ja, de wet op zich zou wel goed zijn, als men de zekerheld had, dat op de heilige stoelen altijd slechts de waardigste opvolgers van Aäron en Mozes zouden prediken, maar wat voor echt drakevolk heeft er al niet op de heilige stoelen gezeten en daar niet zelden het ziende volk de schandelijkste wetten als scherp zand in het gezicht geslingerd, waardoor dit dan voor het grootste deel verblind moest worden! En zulke, alle waanzin te bovengaande voorschriften blijven vervolgens als een grot,e kwelling van de mensheid bestaan en niemand heeft meer de moed dit juk af te schudden. Dan gaat het zuivere verstand zich toch afvragen of God daar iets van weet en of er eigenlijk wel een God bestaat die zo'n verschrikking kan aanzien in Zijn heiligdom!
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Tot zover en tot dan was dit voorschrift geheel van goddelijke oorsprong. Maar in de loop der tijd hebben de boosaardige wolven, die in schaapsvel gehuld op de stoelen van Mozes en Aäron zaten, dit voorschrift een algemenere strekking gegeven en toen konden ook ontaarde kinderen van goede en brave ouders zich door offers loskopen van de gehoorzaamheid aan hun ouders, om daarn3: geheel vrij en gewetenloos te kunnen zondigen!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Overigens is het heel goed, als een zwakke zich door een sterke laat leiden! De ouders zijn toch altijd sterker dan hun kinderen en daarom is het normaal, dat de kinderen zich door hun ouders laten leiden. Maar als de zwakke merkt, dat de sterke hem in een verderfelijke afgrond wil storten, doet de zwakke er heel goed aan, zich van de sterke los te maken en een veilige plaats op te zoeken.
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Verder is het zo, dat alleen hij de wet van Mozes geheel vervult, die zich in alles zo gedraagt als Ik het eerder aan de oude koning Ouran heel duidelijk heb uiteengezet. -Hebben jullie dat nu goed begrepen?"
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik wil bijvoorbeeld slechts dat gebod van Mozes noemen, waarmee hij de onkuisheid als zonde verbiedt. Wat is nu eigenlijk precies onkuisheid? Bestaat die alleen daarin, dat men met een ongewassen lichaam gemeenschap heeft met een vrouwelijk wezen en zich na de bijslaap wéér niet wast? Of verstaat men daaronder de geilheid van de begeerte, en de gemeenschap met een vrouwspersoon, een maagd, een hoer, een concubine of een jonge weduwe?
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Ik heb mensen gezien en gekend die men ware gouden mensen zou kunnen noemen voor wat betreft goedheid, liefdadigheid, geduld, zachtmoedigheid en barmhartigheid, maar op het noodlottige punt van kuisheid waren en bleven zij zwak. Zij deden weliswaar veel om ook op dat punt sterk te worden, maar hun natuur liet zich niet dwingen, zelfs niet toen de natuurlijke, algehele impotentie hun deel werd. Een maagd met weelderige vormen maakte nog altijd dezelfde wellustige indruk op hen.
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wel, stel dat je een opbloeiende dochter hebt die een zegen is voor je vaderhart. Je zult om niets zo bezorgd zijn als om een echt, zegen brengend geluk voor je innig geliefde dochter. Daarbij is je dochter wel rijp en dus in staat een kind bij zich te laten verwekken. Hoe zou het jou dan te moede zijn als er een overigens geheel gezonde man kwam, die de drang voelde om bij een maagd een mens te verwekken en bij jouw dochter met geweld een vrucht verwekte?!
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] JURAH zegt: "Ja, Heer en Meester, nu is alles me duidelijk en ik weet nu ook waartoe de vele ontaardingen van de kuisheid moeten leiden! Ja, nu is alles mij duidelijk! In alles bevindt zich maar één voor God geldige waarheid, welke thuis hoort in de eeuwige orde, - alles daaronder, daarboven en daarnaast is slecht!"
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Wie zo'n wijsheid en macht bezit en met zo'n echt goddelijke rust de wereld in kan kijken en wie een razende storm net zo weinig verontrust als ons de eerste winter die aartsvader Adam heeft beleefd, die is in het allerheiligste zelf reeds een heer en vrije gebieder! Die heeft geen wijsheidsschool in Karnak nodig, omdat de geest van God Zelf hem een betere door Zich Zelf in het hart heeft gegeven! Dat is mijn mening en nu ook mijn vaste geloof en dat dit geloof van mij goed is, zie ik daaraan, dat ook ik een heel goddelijke en vrije rust in mijn hart begin te voelen, wat ik nog nooit eerder heb gevoeld en ondervonden.
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190  ...