Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 178 van 184

...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184
[7] Ook deze orde heeft weer haar goede reden. Want volgens de wijsheid van deze bewoners stemt ze overeen met Mijn orde, volgens welke ook het grof-materiële, als zinnebeeld van ontoegankelijke en verheven wijsheid, het verst van Mijn centrale liefdesvuur afstaat. Alles wat teerder, kleiner en zwakker is bevindt zich echter steeds dichter bij de eeuwige hoofdwoning van Mijn liefde. Daarom zegt, zelfs op jullie aarde, een oud spreekwoord: ‘De liefde van God is op de kleinen gericht!’ - En Ikzelf heb vroeger op aarde gezegd: ‘Laat de kleinen tot Mij komen; verhinder het hun niet, want van hen is het hemelrijk!’
Hoofdstuk 41: Het kweken van tarwe en de overige plantenteelt - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Wie bij de een of ander niets bereikt met de innigste, zichzelf opofferende liefde, moet het zelf maar uitzoeken; want via de weg van de wijsheid zijn ze puur ontoegankelijk. Wanneer iemand hen echter door liefde heeft gewonnen, kan hij ook in ieder opzicht van het grootste geluk spreken. Want hun trouw en volharding is even groot en hardnekkig, zodat die door geen enkele beproeving meer geschokt kan worden.
Hoofdstuk 44: Het zesde gordelpaar, overeenstemmend met Uranus. Beschouwing van de planeet - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Waar dienen deze obelisken eigenlijk voor? - Ze dienen om de mensen de kracht van de goddelijke wijsheid te laten beschouwen. Want de bouwlieden van deze gordel zijn natuurlijk ook goede rekenmeesters, die weten dat in een kegel de grootste geheimen van de meetkunde verborgen liggen, en daarin zoeken zij ook de grondslag van de wijsheid. Om deze reden stellen zij dit monument dan ook op ter ere van de kracht van de goddelijke wijsheid. - Nu hebben we dus ook dit gedeelte van de tempel gezien.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Beschouw daar tegenover het brood uit de hemelen, wat het heilige Woord is, dat de geesten uit de hemelen ons verkondigen - en zie hoe het op deze tarwe lijkt, dat tenslotte ons lievelingsvoedsel is! - Door allerlei inspanningen en doornige beproevingen komen wij pas in het bezit van dit hemelse broodwoord. Als we eenmaal ontvangen hebben, moeten we het eerst in onszelf door ons doen en laten zuiveren. Want zoals jullie weten wordt het ons altijd zo gegeven, dat datgene, wat de onsterfelijke geest eigenlijk voedt, steeds door moeizaam los te maken omhulsels van diepe hemelse wijsheid omsloten is. Als we tenslotte de zuivere inwendige korrel hebben vrijgemaakt, dan moeten we nog de harde korrel in ons eigen levende water van de geest zacht koken in het vuur van Gods liefde, opdat het voor onze onsterfelijke geest tot een eeuwig voedende spijs wordt.
Hoofdstuk 41: Het kweken van tarwe en de overige plantenteelt - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Ook deze gordelbewoners kunnen zich door hun wil soms vrij in de lucht verheffen en in geval van nood ook korte stukken over het water lopen. Maar dat durven ze niet over grote afstanden te doen, aangezien zij zeggen: Zoiets is een wonder, waar de mens zich alleen in geval van uiterste nood van mag bedienen. Maar niemand moet daar een geregelde bezigheid van maken. Want de Geest Gods bedient zich alleen van wonderen, wanneer Zijn eindeloze wijsheid die noodzakelijk vindt; voor het overige moet alles zich binnen de eeuwige orde bewegen. - Om deze reden durven zij ook nooit onafgebroken gebruik te maken van hun wilskracht; maar ze bedienen zich daar alleen in uiterste noodzaak van.
Hoofdstuk 43: Het vijfde gordelpaar, overeenstemmend met Saturnus. Het land en de mensen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] God is één enkel wezen en heeft geen ander wezen buiten zich, dat is zoals Hij. - Daarom is Hij als enige boven alles machtig, boven alles verheven, boven alles heilig en vol van de allerhoogste eer. Wat Hij doet is de vrijheid van Zijn wil. En Zijn wijsheid is het in act nemen van Zijn eigen, eeuwige orde. Hij is de Schepper van alle dingen. Alles, wat Hij maakt, maakt Hij vanuit Zijn wil; de elementen zijn Zijn gedachten, en Zijn wil vormt hen tot wezens. Wanneer Hij een wereld bouwt heeft Hij geen materie nodig, maar de materie wordt gevormd door Zijn gedachten, en Zijn wil is de bouwmeester overeenkomstig de eeuwige orde in Hem. Wij kunnen God in eerste instantie niet anders kennen dan uit Zijn werken, die ons Zijn grote macht en Zijn grote eer verkondigen. Daarom kunnen wij God ook niet anders eren dan door Zijn natuur na te bootsen en van de door Hem gegeven materie werken te bouwen, in overeenstemming met de vrijheid van onze kennis. God heeft ons werk weliswaar niet nodig; want Hij schept in één ogenblik grotere dingen dan wij met al onze kracht in vele duizenden jaren. Toch bouwen wij werken, zo groot en verheven wij maar kunnen, om Hem daarmee metterdaad te tonen, dat wij wat in ons hele wezen van Zijn eeuwig oneindige eer doordrongen zijn. Ook al hebben wij nog zoiets groots gebouwd, en daar geen lof van God voor ontvangen, dan moet ons dat er toch niet van weerhouden steeds weer grotere dingen te doen. Want hoe zouden al onze nog zo grote werken zich ook in goddelijke lof kunnen verheugen, aangezien ze allemaal bij elkaar niets zijn in Zijn ogen!? - Maar al kijkt God niet naar onze werken, Hij kijkt toch naar onze wil en onze volharding tot Zijn eer. En zo worden wij niet op grond van onze werken, maar alleen op grond van de standvastigheid van onze wil door Hem gezegend.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Ze hebben zelfs geen gebeden, maar in plaats daarvan de enige innerlijke vorming van de geest, waardoor zij in alle overige kennis en wijsheid binnengeleid worden. Zij zeggen: Een God met woorden aanbidden is onnozel, een onsterfelijk mens onwaardig en een allerhoogste God niet welgevallig. Wie echter in zijn geest zijn ware bestemming heeft ingezien en daarnaar leeft, die is God aangenaam. En het beste gebed en de grootste eer, die wij God kunnen bewijzen, is dat wij overeenkomstig leven onze bestemming, die Hij in ons heeft gelegd en altijd getrouw in onszelf laat vinden. - Kijk, dat is alles van hun religie, ofwel: volgens dit grondbeginsel leven en handelen de mensen van deze planeet; dit leven en handelen is de eigenlijke eredienst, die zij altijd houden.
Hoofdstuk 65: Innerlijke, vreugdevol actieve religie op Miron. Voortplanting en begraven van de doden. Sterrenkunde als middel tot Godskennis - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Welke betrekkingen hebben zulke gezelschappen onderling? - Buitengewoon vriendschappelijke, wanneer ze samenkomen. Want bij hen bestaat er geen verschil, en wel allerminst op de manier zoals de bewoners van de aarde daarover oordelen, aangezien zij met hun donker gekleurde broeders handel drijven zoals met dieren. Integendeel, op deze zonnegordel wordt een mens door iemand met een andere huidskleur steeds hoger geacht dan iemand met dezelfde kleur, en wel om reden dat de bewoners geloven, dat de grote Schepper in de verschillende kleuren een nieuw bewijs van Zijn ontoegankelijke wijsheid heeft willen geven. Daarom speuren deze mensen dan ook ijverig na, of ze misschien een aanwijzing kunnen vinden om daaruit of daarin te weten te komen, welke zeer wijze bedoeling de grote, almachtige Schepper wellicht met deze kleuring gehad zou kunnen hebben. Om die reden spreken zij ook heel zorgvuldig met zo’n anders gekleurd mens, om eventueel door zijn uitlatingen de innerlijke wijsheid op het spoor te komen. En dan is ieder woord uit de mond van zo’n anders gekleurd mens als een gevonden schat, die aan alle kanten zorgvuldig bekeken, ontleed en tot in zijn diepste kern geteld wordt.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Bij God komt de wijsheid voort uit de liefde, zoals het licht uit de vlam. Ook al worden de dingen in hun verscheidenheid door de goddelijke wijsheid op hun plaats gebracht en geordend, kan toch niemand meer betwisten, dat ze ten diepste toch samen met de wijsheid uit de liefde moeten voortkomen. - Wel, nu we dat inzien, moet het toch ook duidelijk zijn dat alles, vanuit de diepste grondslag bezien, zich in de grootste orde moet aangrijpen en vinden alsof er geen verschil tussen bestond. De verscheidenheid van de reeds bij de vorige mededeling beschreven bomen komt tenslotte in het zaad weer samen in de oude, eenvoudige, eeuwige orde, die geen verschillen kent.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Kijk, evenzo baat ook de uiterlijke, in zekere zin anti-solaire verstandelijke wijsheid niets. Zo’n verstandelijk wijze zal constant als een blinde rondtasten, en alles zal slechts een half raden, maar nooit een volle, innerlijk overtuigende zekerheid zijn. - Wie echter met zijn boor langs de solaire weg vanuit de kern in de gespleten boom boort, kan die ooit de bast missen?
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Nu zal dit beeld dus toch wel begrijpelijk zijn. Weg met de kroon! Weg met de wortels! Splijt de stam! - opdat de eigenliefde naar buiten wordt gekeerd, tot liefde voor de naaste en voor God wordt en, aldus omgekeerd, aan de stralen van de eeuwige levenszon wordt blootgesteld! - Kijk, op deze wijze naar buiten gekeerd wordt de liefde zichtbaar en kan die in zichzelf onderzocht worden; en op welke plaats er ook een boor van innerlijke wijsheid wordt gezet, zal deze van de verlichte grondslag uitgaan en de bast ofwel de uiterlijke ring altijd het meest rechtstreeks raken, zonder die moeizaam te zoeken.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Zo zouden er nog heel veel enigszins grappige vragen te stellen zijn. Maar laten deze voldoende zijn om jullie en menig ander duidelijk te maken, dat Ik een groot aantal eigenaardigheden heb, waarover Ik niet altijd genegen ben rekenschap af te leggen - met name niet tegenover mensen in hun natuurlijke toestand, waarin zij - op grond van Mijn redenen, die heel specifiek en welberekend zijn - niet toegankelijk zijn voor hogere wijsheid. - Maar als deze toestand van beproeving52 volledig voorbij zal zijn, zal er altijd nog wel tijd zijn om de hele eeuwigheid door de volmaakte geesten in alle wijsheid binnen te leiden. Daarom zullen we onze grote mensen op deze mensen voorlopig maar laten zoals ze zijn. Later zal er voor de geest wel een gelegen tijdstip komen, waarop deze dat allemaal zal leren inzien.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Als iemand hier eventueel tegenin zou willen brengen: Ja, moet dan echt alles uit de goddelijke liefde voortgekomen zijn? God is immers ook de allerhoogste wijsheid. Is het daarom niet meer terecht om in plaats van de liefde Zijn eindeloze wijsheid als het voortbrengende beginsel van alle dingen aan te nemen? Wij zien dat immers onder ons mensen, aangezien er enkelen zijn, die een flinke portie liefde bezitten, en wel zo, dat zij al hun broeders en zusters als de grootste mensenvrienden zouden willen opeten; maar als ze bij al hun liefde niet tevens de krachten van hun verstand trachten te ontwikkelen, zal er van al hun grote liefde bespottelijk weinig terechtkomen - terwijl weer andere mensen, die niet met zo’n grote portie liefde begiftigd zijn, door hun veelzijdige kennis grote dingen tot stand kunnen brengen. - Zo’n tegenwerping zou wel enige aandacht waard zijn, als God en een mens volkomen een en hetzelfde zouden zijn. Maar omdat daartussen een groot verschil bestaat, bestaat er ook met betrekking tot de liefde in God en de liefde in de mens hetzelfde grote verschil; hoewel een echt mens op dit punt eigenlijk het meest op zijn Schepper zou moeten lijken.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Kijk, dat is de juiste sleutel, niet alleen voor het belichten en openen van de ware, innerlijke wijsheid met betrekking tot de religie van de bewoners van onze zevende zonnegordel, maar ook en nog veel meer met betrekking tot de aan jullie geopenbaarde religie en in verband met deze huidige Nieuwe Openbaring. Met deze sleutel, ofwel de ware, innerlijke wijsheidsboor, kunnen jullie niet alleen dit wat nu geopenbaard wordt, maar ook alle overige dingen en verschijnselen beschouwen vanuit de ware, innerlijke, in zichzelf overal één zijnde, zichzelf nooit tegensprekende grondslag, het belangrijkste standpunt van de innerlijke wijsheid, dus vanuit het centrum van jullie liefde voor Mij.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  159 - 160 - 161 - 162 - 163 - 164 - 165 - 166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184