Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 178 van 263

...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...
[2] 'Waarlijk, zonder schroom of vrees heb je ons allen je vruchten opgedist en je hebt ook geen enkele appel achtergehouden, hangend aan de boom van je innerlijk inzicht, en je hebt daarbij ook, je oude gewoonte volgend, je wijsheid niet achterwege gelaten door ons allen eerst de onrijpere en minder genietbare vruchten aan te reiken en als laatste de wel gerijpte en goed genietbare vruchten van de reeds aangeduide boom van je innerlijke inzicht!
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En bezit men die niet, dat wil zeggen in de meest volkomen zin van het woord, dan kan men Hem al niet meer op een eerlijke wijze benaderen; want Hij ziet van niemand ook maar de kleinste fout in het hart door de vingers!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] En ik verstond dit waaien. Het openbaarde zich als een goed verstaanbaar woord in mij; en daarom verstond ik dat waaien.
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Het eerder ontsnapte vleselijke hart kwam weer vanuit de diepte omhoog en omsingelde meteen weer de twee binnenste harten; toen dat gebeurd was werd de buitenwereld weer zichtbaar voor mij en al het innerlijke verdween.
Hoofdstuk 72: Oalims visioen: drie harten in elkaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Zeg me toch of jij hier raad mee weet! Ik zou wel in de grond willen zinken! Thans hebben zes van deze boodschappers, die allemaal van Seth afstammen, hun innerlijke gezichten bekendgemaakt; maar ieder van hen heeft iets volslagen anders in zichzelf aangetroffen!
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Maar de bekende Abedam had nog maar net dat laatste woord uitgesproken of daar stond ook reeds de hoge Abedam tussen Abedam, de bekende en Henoch, en vroeg aan Henoch:
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Zie, zo zijn ook jouw vragen! Geloof maar niet dat zij wel beschouwd op jouw eigen grond en bodem gegroeid zijn, maar Ikzelf' heb ze in jou laten opkomen om je te wekken uit je oude en steeds wederkerende slaap, opdat je tenminste een behoefte in jezelf zult bespeuren om je innerlijke mens te laten ontwaken en met zijn oerlicht jou samen met je nacht, eindelijk eens gevangen te nemen.
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] De hoge Abedam vroeg nog eens aan hem: 'En als jij gedachten hebt afkomstig van boven en van beneden en allerlei begeerten voortspruitend uit je gedachten, vertel Me dan, wanneer waren die ooit een hindernis voor je om iemand te kunnen benaderen?! En toch zijn juist die innerlijke gedachten jouw innerlijke geestelijke wereld zelf; en wanneer je aan iemand denkt, dan is hij reeds in de geest bij je!'
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Ik meen nu dat dit volstaat om in te zien dat elke van mond tot mond leer niets waard is en ook die van hart tot hart, wanneer zij niet door innerlijke heilige getuigenissen op de meest levendige wijze wordt bevestigd.
Hoofdstuk 74: Hoe belangrijk het is, dat de geest in het menselijke hart Gods leer bevestigt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] In Oalim hebben jullie die levende getuigenis volkomen aangetroffen. Daarom is het ook aan te nemen, dat jullie wel al met je mond Mijn naam en Mijn oereeuwige genade, heiligheid en meest liefdevolle wezen op die manier aan de kinderen leert, die Ik je nu al voldoende heb getoond; maar laat het niet bij de leer alleen blijven, maar zorg er allerijverigst voor dat deze leer bij hen weldra zal overgaan in de volle, levende daad en wees ervan verzekerd dat iedereen die deze leer ernstig en daadwerkelijk in zich op zal nemen spoedig het grote levende heilige getuigenis van Oalim in zichzelf zal vinden, hetgeen sterk lichtend getuigen zal van de levende echtheid van Mijn nu tot jullie allen gerichte woord! (vergelijk Johannes 7:17)
Hoofdstuk 74: Hoe belangrijk het is, dat de geest in het menselijke hart Gods leer bevestigt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Zie, Oalim vond in het derde kiemhart, nadat het de vorm van een mens had aangenomen, nog een zonnehart en uiteindelijk in dat hart Mijzelf, zoals je het verwarmende beeld van de zon in iedere dauwdruppel vindt; en dit beeld van Mij in hem sprak in hem netzo als Ik en dat woord toonde Mij aan hem als de eeuwige, heilige Vader in de grootsheid van Mijn oneindig heilige goddelijkheid!
Hoofdstuk 74: Hoe belangrijk het is, dat de geest in het menselijke hart Gods leer bevestigt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Deze innerlijke mens van Oalim wilde reeds één worden met zijn uiterlijke substantiële mens en voor een deel ook met diens geheel uitwendige stoffelijke mens; alleen was Oalim daar nog niet rijp voor.
Hoofdstuk 74: Hoe belangrijk het is, dat de geest in het menselijke hart Gods leer bevestigt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Zie, hier begint reeds je innerlijke inzicht te werken en op te lichten!
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Over het hart giet Ik dan echter Mijn genezende liefdeslicht uit, opdat het verwonde, bij Mij terugkerende hart spoedig zal genezen voor het eeuwige leven, hetgeen jij door die innerlijke stem duidelijk hebt gehoord.
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Wie echter de daadwerkelijke liefde heeft, is rijp en geschikt voor het eeuwige leven; want die heeft waarachtig de levende zin van Mijn bedoeling in zichzelf gevonden en dat is Mijn eeuwig levende woord. Dit woord is immers de kiem van het eeuwige leven in hem!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...