Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 178 van 215

...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...
[1] Ik zeg: 'Ja, Mijn beste vriend, als je dit al voor een volmaakte hemel aanziet, wat in wezen slechts een wat betere geestenwereld is waar de eigenlijke hemel pas in de geest van de mens begint binnen te stromen opdat hij daaruit eerst wordt omgevormd, wat zul je dan wel zeggen wanneer je in de werkelijke vanuit jezelf komende hemel zult binnengaan?
Hoofdstuk 1: Het binnengaan in het museum in Roberts huis. Een soort zielenkerkhof. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Daarop zeg Ik: 'Ja, zo is het! Kijk Robert, de eerste deur in de zuidelijke wand staat al open. Het nog veel sterker stralende licht dat door deze deur valt, toont aan dat we hier te maken krijgen met een voor jou nog nauwelijks te bevatten grotere zon dan die we het laatst hebben gezien. Daar zullen we ons dan ook bij het sluitstuk van de door Mijn wil en Mijn wijsheid geschapen en geordende materie bevinden.'
Hoofdstuk 149: Eerste deur inde zuidelijke wand. Overweldigend licht van een hoofd- en oermiddenzon. Haar reusachtige proporties. De daar levende wezens als zonnebalwerpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Nu krimpen allen van ontzetting ineen. Helemaal verbouwereerd zegt Robert: 'En zo'n zonnekolos is ook door U geschapen! Door U, die hier zo heel minzaam over deze grootte staat te vertellen alsof het slechts over een handvol erwten gaat!'
Hoofdstuk 149: Eerste deur inde zuidelijke wand. Overweldigend licht van een hoofd- en oermiddenzon. Haar reusachtige proporties. De daar levende wezens als zonnebalwerpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Na een poosje zegt Cypriaan angstig: 'Heer, wij zullen ons tenslotte toch moeten opmaken voor de terugtocht, want de hel lijkt nu al haar vele duizenden jaren oude gevangenen vrij te laten, zodat ze met vereende krachten U, en met U de hele hemel, in beslag kan nemen. Zij stevenen nu vermetel op ons af, en wat een gestalten: werkelijk, af en toe bespottelijk lelijk! Wat zwellen sommigen op en krimpen spoedig daarna weer in tot de grootte van een kleine aap! Ook allerlei wapens begin ik te ontdekken: speren, lansen, zwaarden en geweren van allerlei soort. Dat draait warempel op een echte oorlog uit! Maar tegen wie dan? Toch zeker niet tegen ons? Zien zij ons dan, want zij komen toch recht op ons af?'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg: 'Mijn beste vriend, de hel is nooit gevaarlijker en onheilspellender dan wanneer zij zich uiterlijk helemaal rustig houdt, maar innerlijk daarentegen met des te grotere woede begint te razen, zoals juist nu het geval is. Dientengevolge is ook de hemel ten aanzien van de hel nooit waakzamer dan wanneer hij zich bij zo'n drukte in de hel heel rustig en gelijkmoedig lijkt te gedragen. Zolang de hel alleen innerlijk gist en raast, grijpt de hemel niet in, maar wanneer ze mettertijd moed vat en haar woede naar buiten toe in werking laat treden, dan zal ook de hemel zijn tegenmiddelen op de meest nadrukkelijke manier aanwenden. Let maar goed op hoe de hel nu listig, onder de dekmantel van uiterlijke rust, opnieuw wil proberen om Mij te vangen en ten val te brengen. Als je nu een blik op de aarde zou willen werpen, waarvoor je alleen maar over je linkerschouder hoeft te kijken, zul je zien hoe de hel nu ook op precies dezelfde wijze aan de hoven bezig is te bewerkstelligen, dat de hele aarde in een alles vernielende oorlog wordt gestort. Zij zal haar voornemen ook hier en daar ten uitvoer brengen, maar let dan eens op, op welke manier er dan aan haar praktijken een einde wordt gemaakt! Bekijk daarom slechts deze uitbarsting van de hel en zijn gevolgen, dan zul je er gemakkelijk uit kunnen afleiden, hoe op aarde alles wat zich hier nu afspeelt, op overeenkomstige wijze ten uitvoer wordt gebracht. Kijk, het rumoer wordt alweer luider, de vlammen in de grot worden intensiever en de rook wordt zelfs gloeiend. De horde voor de grot wordt talrijker en begint zich naar ons toe te bewegen. Nu zal het gauw losbarsten!'
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ik zeg: 'Lieve kinderen, jullie moeten dat zien, opdat jullie volkomen zuiver worden, want iedere engel moet ook de hel kennen, weten hoe het met haar gesteld is en welke vruchten uit haar boosaardige liefde voortkomen. Denk niet dat Ik zoiets uit een soort toorn of wraak toelaat; 0, dat is verre van Mijn Vaderhart! Jullie weten immers dat ieder zaadje bepaalde vruchten draagt en dat iedere daad ook een bepaalde uitwerking moet hebben, zoals elke oorzaak een bepaald gevolg. En dat alles vanwege de eeuwige ordening uit Mijzelf, zonder welke geen atoom geschapen had kunnen worden en zonder welke er nog minder aan het behoud van het geschapene te denken valt. Deze geest heeft echter zo erg tegen de voor hem vrije orde gehandeld, dat hij door zo te handelen zichzelf de noodzakelijke gevolgen moest bezorgen. Deze mogen wij met het oog op het handhaven van de eeuwige ordening niet eerder veranderen dan wanneer dit zeer ongelukkige wezen door de pijnlijke gevolgen van zijn vroegere handelwijze uit zichzelf tot andere handelingen wordt aangezet, die dan ook andere, betere of eventueel ook slechtere gevolgen met zich mee zullen brengen!
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Petrus zegt: 'Vriend, langs deze weg zul je niet verder komen. Jouw weg loopt naar de hel en naar de eeuwige kwelling vanuit jezelf, want je bent slecht tot in de diepste vezels van je leven! Opdat je echter weet wie Jezus de gekruisigde is, was en eeuwig zal zijn, zeg ik jou, als een van zijn trouwste getuigen: Hij is God, de enige en unieke, de eeuwige, de Heer en Meester, heilig in de eeuwige oneindigheid! Hij alleen kan je behouden, maar ook laten vallen voor eeuwig. Kijk nog eenmaal in de richting van het ochtendgloren naar de geopende hemel, maar kijk ook in de richting van het middernachtelijk duister waar de muil van de hel wijd open staat; waarheen wil je gaan? Geen God zal je oordelen, ook geen engel en ook wij beiden niet, maar jouw wil is jouw eigen rechter!'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Ik zeg: 'Ja, Mijn lieve broeder, niet alleen deze, maar nog talloze andere, die nog veel groter zijn dan deze, die ronduit de kleinste van allemaal is.' Robert zegt: 'Ik kus Uw handen, o God! Zich dat voor te stellen is toch zeker voor een geschapen geest niet mogelijk!' Ik zeg: 'Toch wel, vraag het maar een van Mijn drie broeders; zij zullen je wel vertellen of iets dergelijks mogelijk is of niet.'
Hoofdstuk 149: Eerste deur inde zuidelijke wand. Overweldigend licht van een hoofd- en oermiddenzon. Haar reusachtige proporties. De daar levende wezens als zonnebalwerpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert vraagt natuurlijk dadelijk, wat dit allemaal wel mag voorstellen. En Ik zeg: 'Hier heb je de eerste en de tweede schepping naast elkaar! De grote lichtmens stelt de nieuwe schepping voor, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Hier bevindt zich de aarde niet meer in de kleinste teen van de voet zoals bij de eerste, materiële schepping, maar in het centrum van het hart van deze nieuwe schepping. Het machtige licht uit de hartstreek komt uit de nieuwe aarde, die een eeuwige woning van Mijn liefde en van al Mijn kinderen zal blijven.
Hoofdstuk 153: Uitzicht vanuit de derde deur in de zuidelijke wand. De grote, schitterende Lichtmens van de nieuwe schepping. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Hieruit volgt echter, dat overal waar je iets nuttigs wilt tot stand brengen er een ordening geschapen moet worden, zonder welke je doornen. distels, groente en knollen door elkaar heen verbouwt. wat nooit voor iemand nuttig kan zijn.
Hoofdstuk 1: Een goede regel om het Oude en Nieuwe Woord met vrucht te lezen - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Maar hoe kan het dat hij ongeveer dertig jaar oud was, Hij, die eeuwig was? De Eeuwige schiep Zichzelf hier voor de eerste en laatste keer tot mens en als mens moest Hij ook rekening houden met de tijd, die Hij vanuit de eeuwigheid had geschapen.
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Wie kwam tot zijn eigendom, en de zijnen namen hem niet aan? Wie die 'Hij' is, zal hopelijk bekend zijn: Zijn eigendom zijn de mensen, zoals ze zouden moeten zijn in de door Mij geschapen orde, namelijk liefdevol tegenover hun broeders en vol ernstige liefde tegenover God hun Schepper.
Hoofdstuk 10: 'Hij kwam tot Zijn eigendom, en de zijnen namen Hem niet aan' (Joh. 1 : 11). 'Pilatus antwoordde: Wat ik heb geschreven, heb ik geschreven' (Joh. 19: 22) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Cado zegt: 'Wat!? Wat bazelen jullie, spitsboeven? Ben ik dan ooit gestorven? Ben ik soms niet meer op aarde in het bezit van al mijn goederen, van mijn goud en zilver? O jullie canaille! Op wat voor een fraaie manier willen jullie mij een paar goudstukken aftroggelen voor een hemel die nergens bestaat, en redden van een hel, die niets anders is dan een uitvinding van arbeidsschuwe papisten! Maak dat je wegkomt, anders roep ik al mijn duivelsknechten en laat jullie met honden verjagen! Zie die schurken daar nou eens staan! Voor geld kunnen ze iemand van de hel redden en de hemel bezorgen! Maak dat jullie wegkomen, anders zal ik het denkbeeld van een hemel en hel meteen uit jullie drijven!'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Paulus zegt: 'Vriend, wij komen niet bij je bedelen om een aalmoes. Iets dergelijks hebben wij niet nodig omdat alle schatten van hemel en aarde ons toch al ten dienste staan. We zijn iets anders met jou van plan, iets wat veel heilzamer voor je is dan alle schatten der aarde. En dat is, jou, als dat nog mogelijk is, te redden van de eeuwige dood in de hel, want je was op aarde een volslagen duivel in mensengedaante en zodoende al een totaal hels wezen. Nu sta je in de geestenwereld op het punt om naar de onderste hel te gaan, ja, je bent er eigenlijk wat je innerlijk betreft allang in. Indien je dat echter nog wilt, hebben wij de macht jou daarvan te redden, maar dan moet je ons volgen en gewillig alles doen wat wij je zullen aanraden.'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'O heilige Vader, zeg me dan hoe het zit met de hel, waarover de geestelijken op aarde heel wat meer preken dan over de hemel. Wie komt er eigenlijk in de hel? Bestaat er een, of bestaat er geen? Want kijk, liefste Heer en God Jezus, ik was op aarde toch zeker slecht genoeg; een echte Weense madelief zoals er geen tweede te vinden is. De paus met al zijn geestelijken hadden mij zonder genade of barmhartigheid naar de hel verdoemd. Ondanks al mijn slechtheid ben ik nu toch zalig bij U. Zo mogen nog velen hier in Uw heilige gezelschap zich verheugen in het eeuwige leven, van wie menige aartspapist op aarde gezegd zou hebben: 'Nee, deze kerels zijn zelfs voor de hel te slecht!' En kijk, zij zijn hier in Uw heiligdom en in hun hart loven zij Uw oneindige goedheid, wijsheid, macht en kracht! Hoe slecht moeten dan wel diegenen zijn die in de hel komen, als die inderdaad bestaat!'
Hoofdstuk 12: Dialoog tussen Helena en de Heer. Wezens en bewoners van de hel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...