Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 178 van 1088

...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...
[18] Jij, Zorel, was in dat opzicht ook niet helemaal zuiver, want reeds als knaap was je behept met allerlei onzuiverheid en een ergerlijk voorbeeld voor je medejongeren. Maar dat kan je toch niet als zonde aangerekend worden omdat je opvoeding niet zodanig was, dat je daaruit tot enige zuivere waarheid had kunnen komen waaraan je had kunnen zien wat volgens Gods orde geheel juist is. Het betere ben je pas in gaan zien toen je bij een advocaat de rechten van de Romeinse burgers hebt leren kennen. Vanaf die tijd was je weliswaar geen diermens meer, maar toch wel een wetsverdraaier eerste klas en je bedroog je naasten waar het maar mogelijk was. Maar dat is allemaal voorbij en je staat nu naar je huidige inzicht als een beter mens voor Mij!
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Daarom moet je bij het geven en helpen ook geen ernstige en vaak bittere vermaningen meegeven, want die veroorzaken bij de arme broeder vaak veel droefheid die maakt dat hij er in zijn hart sterk naar gaat verlangen om van de weldoener, die hem steeds zo ernstig vermaant, toch maar niets meer te hoeven aannemen. De weldoener zelf wordt door die niet te pas komende vermaningen echter niet zelden wat trots, en degene die de weldaden aanvaardt, voelt zich daardoor teveel vernederd en voelt dan pas goed zijn nood naast de welstand van de weldoener, en dat maakt dan dat het nemen veel moeilijker wordt dan het geven.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk eens naar een trotse koning die vanwege een kleinigheid door zijn buurman beledigd werd! Zijn ziel raakt daardoor in vuur en vlam; zijn ogen sproeien toornige, laaiende vlammen en onherroepelijk klinkt het: 'De verschrikkelijkste wraak aan de eervergeten belediger!' En het vanouds bekende, treurige gevolg daarvan is een verwoestende oorlog, waarin zich honderdduizenden voor hun trotse en overmoedige koning op de ellendigste wijze moeten laten.verscheuren. Met groot welgevallen kijkt de in toorn ontstoken koning dan vanuit zijn tent toe bij de ontzettendste veldslagen en moorden, en iedere woeste krijgsman die de bevochten tegenstander een groot, gevoelig verlies heeft kunnen toebrengen, beloont hij trots met goud en edelstenen.
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijd daarom allen vóór alles de hoogmoed, want niets ter wereld verwoest de ziel meer dan de schuimbekkende hoogmoed en trots! De begeleider daarvan is een voortdurende dorst naar wraak, zoals de eeuwige en onstilbare dorst naar regen de voortdurende begeleider is van Afrika' s grote, gloeiende zandwoestijn, en ook alle dieren die voet op deze bodem zetten worden maar al te snel door dezelfde plaag geteisterd, zoals de bedienden van iemand die trots is, tenslotte ook zelf verschrikkelijk trots en wraakzuchtig worden. Want wie diensten verleent aan een trots persoon, moet tenslotte ook zelf trots worden; hoe zou hij anders degene die trots is kunnen dienen?!"
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Iedere ziel heeft een hoogheidsgevoel, dat naar Gods idee en wil uit Hem is geërfd. Het bestaan van dit hoogheidsgevoel kan men goed afleiden uit het schaamtegevoel van kinderen.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als zwakke en kortzichtige ouders dan trachten het beledigde kind te kalmeren door de belediger van het kind, ook al is dat slechts schijnbaar, ter verantwoording te roepen en straf te geven, is door hen bij het kind reeds de eerste kiem gelegd van het stillen van de dorst naar wraak. Als de ouders hun kind steeds op deze wijze kalmeren, heeft dat niet zelden tot gevolg dat het zowel voor hen als voor veel andere mensen een duivel wordt. Maar als de ouders verstandig zijn en het kind al vroegtijdig voortdurend wijzen op de grotere waarde in andere mensen en kinderen, en zo het schaamtegevoel ombuigen tot ware deemoed, zullen zij van hun kinderen engelen maken, die later als echte levensvoorbeelden de anderen met hun licht zullen voorgaan als stralende sterren in de nacht van het aardse leven, en die hen zullen verkwikken met hun zachtmoedigheid en geduld.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Nu zag je wat de ware deemoed is en wat deze doet; leg je in het vervolg dus op deze deugd toe! Wie dit, wat Ik nu tegen je heb gezegd, getrouw opvolgt, zal bij zichzelf constateren dat deze eenvoudig te begrijpen woorden, hoewel ze alle gegeven zijn zonder enige oratorische, nietszeggende verfraaiing, met afkomstig zijn van een mens, maar van God. En wie daarnaar leeft en handelt, wandelt op de goede weg naar de ware, innerlijke, geestelijke voltooiing van het leven. - Maar zeg jij Mij nu ook of dit alles je wel helemaal duidelijk en begrijpelijk is geworden!"
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Ja, mensen die slechts laf en bang zijn, zullen zich altijd meer naar de wereld richten dan naar de heilige waarheid uit de mond van de enig ware God; want de wereld heeft immers ook tijdelijke voordelen en goud, zilver en edelstenen! Voor dat vuil laten de zwakke mensen Gods water over Gods akker lopen, want Hij Iaat voor hen geen goud en geen zilver uit de wolken regenen. Maar ik heb nu het zuiverste goud uit de ware hemelen van God Ieren kennen, en veracht daarom reeds nu uit de diepste grond van mijn leven dit verleidelijke vuil der aarde! Almachtige Heer der eeuwigheid, straf mij nu als er één woord onwaar is van wat ik nu heb gezegd!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar kijk dan niet bijvoorbeeld naar kleding of naar uiterlijke waardigheidmaar alleen naar hoe een mens zijn hart en gemoed laat spreken! Gedraagt hij zich edel, zachtmoedig en geduldig, verkondig hem dan het evangelie en zeg: 'Vrede zij met u in de naam des Heren en met alle mensen op aarde die van goede wil zijn!' Zijn wil en hart van de op deze wijze vooraf gezegende mens werkelijk goed, dan zal de zegenrijke vrede in hem blijven en het aan hem verkondigde evangelie zal heel snel de mooiste hemelse vruchten gaan dragen. En op jullie menselijke manier geloof en vertrouw Ik nu Zelf dat jullie allen nu helemaal weten wat ware deemoed is!
Hoofdstuk 86: Overdreven en ware deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wie bij zichzelf wil vaststellen of hij volkomen deemoedig is, moet zich innerlijk afvragen of er nog iets is wat hem beledigen kan, of hij zijn ergste beledigers en vervolgers gemakkelijk van ganser harte kan vergeven en diegenen goed kan doen die hem kwaad hebben gedaan, of hij zo nu en dan niet enig verlangen voelt naar wereldse luister en of hij het zelfs aangenaam vindt zich de minste onder de minsten te voelen om iedereen in alles te kunnen dienen! Wie dat alles zonder verdriet en weemoed kan, is reeds hier iemand die thuis hoort in de hoogste hemelen van God en hij zal het eeuwig blijven, want door zo'n ware deemoed wordt niet alleen zijn ziel geheel één met haar geest, maar ook het grootste deel van zijn lichaam.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wie na deze woorden de juiste weg naar de innerlijke, geestelijke voltooiing van zijn leven nog niet zou vinden en niet de sterke aandrang in zich zou krijgen nauwkeurig al zijn doen en laten daarnaar te richten, moet werkelijk óf helemaal geen mens zijn óf hij moet zich heel erg gewend hebben aan de domme, dode wereld, en zijn ziel moet helemaal diamanthard zijn geworden. Anders zou het toch absoluut niet denkbaar zijn dat een mens die deze les gehoord en begrepen heeft, ook niet zijn gehele leven daarnaar zou inrichten, daar hij .toch het daardoor te bereiken einddoel zo helder en duidelijk als de zon op het middaguur voor zich zou moeten zien! Daarmee wil ik mij er echter niet op voor laten staan dat ik al iets bereikt zou hebben; maar een diep in het levensbesef doordringend, en volkomen duidelijk inzicht in de zuivere waarheid van die les is toch ook al iets dat -tenminste voor mij -heel belangrijk en waardevol voor mijn leven is.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] IK zeg: "Omdat Ik je ziel goed kende, heb Ik je in de geest ook geroepen, anders zou je niet hierheen zijn gekomen. Omdat je nu echter zo grondig veranderd bent, is verder ook reeds voor je gezorgd. Je zult voor Mij ook een goed werktuig zijn bij de Grieken aan de kusten van Klein-Azië en ook bij die in Europa. Daar zijn er heel veel die smachten naar het licht en het op geen enkele plaats kunnen vinden. Voorlopig word je echter in de huishouding van Cornelius opgenomen, die een broer van Cyrenius is. Daar zul je alles krijgen wat je nodig hebt. Ik zal je op het juiste moment meedelen wanneer de tijd gekomen is dat je erop uit moet trekken en de volkeren met Mijn naam bekend moet maken. Nu heb je echter alles wat je nodig hebt; wat je verder nog nodig zult.hebben zal de geest der waarheid je Ieren. Als je zult moeten spreken, zul je met hoeven na te denken, maar op dat moment zal het je in je hart en in je mond gelegd worden, en de volkeren zullen je horen en zullen Hem prijzen die jou zulke wijsheid en macht heeft gegeven."
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Het is intussen reeds avond geworden en onze gastheer Marcus heeft het avondmaal gereed, en omdat wij met jou nu toch nog een goede vangst gedaan hebben, zullen wij ons het avondmaal nu ook zo goed als op deze aarde mogelijk is laten smaken; in Mijn rijk aan gene zijde zal het eens wel beter gaan! Maar na het avondmaal zullen wij ons niet overgeven aan de slaap, maar aan iets geheel anders, en morgen, nog vóór de zon zal opgaan, zullen wij voor enige tijd uit elkaar gaan, want Ik moet nog veel plaatsen bezoeken. Raphaël, ga jij nu naar de vrouwen en laat hen weer hier komen, want de bespreking, die hun weinig of niets aanging, is voorbij, en de tijd van het avondmaal is aangebroken!"
Hoofdstuk 85: Zorel wordt onder de hoede gesteld van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] IK zeg: "Je wens doet Mijn hart veel plezier en heeft net zoveel waarde als de daad zelf; maar jij hebt van al degenen die hier bekeerd werden er toch al reeds een groot aantal voor je rekening genomen! In Zinka en zijn metgezellen bezit je een schat, je hebt Stahar , Murel en Floran, Hebram en Risa, Suetal, Ribar en Baël, Herme met vrouwen dochters, en je hebt nu ook je beide dochters Gamiëla en Ida, met degenen die Ik voorbestemd heb om je schoonzoons te worden, en je hebt de wonderjongen Josoë; en vanzelfsprekend is al hun aanhang ook aan je gegeven en daarmee kun je volkomen tevreden zijn! Je broer Cornelius neemt alleen Zorel voor zijn rekening, en die zal vooreerst zijn huis goede diensten verlenen en later ook aan de vreemden voor wie Ik hem heb opgewekt. Je zult echter toch nog vaak genoeg naar je broer gaan en hij naar jou, en dan zul je nog wel heel veel met onze Zorel kunnen bespreken. -Treur je nu nog omdat Ik Zorel niet aan jou heb toevertrouwd?"
Hoofdstuk 85: Zorel wordt onder de hoede gesteld van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] En laten wij, omdat de spijzen zich reeds overvloedig op tafel bevinden nu allen naar hartelust opgewekt eten en drinken, want nu Ik als een ware bruidegom van jullie zielen temidden van jullie zit, mogen jullie toch wel erg opgewekt en blij van zin dit goed toebereide maal samen met Mij gebruiken! Zodra Ik binnenkort echter niet zoals nu in jullie midden zal zijn, kunnen jullie altijd nog met minder zin en opgewektheid aan de eettafel zitten!"
Hoofdstuk 86: Overdreven en ware deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...