Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 178 van 1112

...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...
[5] CYRENIUS zegt: "Maar, wat mij hier van Uw leerlingen erg verbaast, is, dat zij erbij staan alsof ze hier helemaal niet zijn! Zij luisteren slechts en hun ogen staan steeds groot en opmerkzaam, maar redeneren of praten doen ze onder elkaar haast niet! Waarom gedragen zij zich zo passief?"
Hoofdstuk 217: Wie zwijgt en luistert, verzamelt voortdurend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Weliswaar was ik net als mijn collega's een Farizeeër voor zover het farizeeërschap zich verdroeg met mijn gelouterde begrippen en inzichten, en ik weet dat u nu juist geen bijzondere vriend bent van deze mensen, die merendeels profeten der duisternis zijn! Maar onder dit soort mensen zijn er toch nog wel, bij wie de betere instelling niet geheel verloren is geraakt en tot hen heb ik mijzelf nog altijd gerekend. Daarom durfde ik dan ook nu bij u te komen en u -niet als een door u verfoeide Farizeeër, maar slechts als een heel eenvoudig, door veel ervaring verrijkt mens - over een aantal zaken vragen te stellen waar niet alleen ik, maar iedereen behoefte aan heeft.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Wie zijn zonde als zonde erkent en deze werkelijk verafschuwt, God boven alles liefheeft en zijn naaste als zich zelf, die is voor Mij geen zondaar meer!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Onder de vijftig Farizeeën, met aan het hoofd de overste Stahar en de ons reeds bekende spreker Floran, was verschil van mening ontstaan. Deze nog half in de oude leer vastzittende volgelingen hadden in een tent van Ouran tijdens de storm nog allerlei twijfels uitgebroed, en de manier waarop nu de lijken werden neergelegd, bevestigde veel van hun twijfelachtige opvattingen over Mij en Mijn daden. Het verschil van mening dat zij hadden, ontstond omdat het merendeel heel nadrukkelijk aannam' dat Ik een buitengewone profeet was, een soort Elia, -terwijl een minder verlicht deel meende dat Ik ondanks alle kennis van de Schrift slechts een leerling was uit de catacomben van Egypte en in de tempel te Karnak de wijsheid en de echte magie had geleerd. Dat zou ook de reden zijn van Mijn warme onthaal bij de Romeinen, want bij de Romeinen hadden de echte magiërs meer aanzien dan hun goden, omdat de Romeinen zulke magiërs voor vingers van de god Zeus aanzagen, die op die manier onder de mensen werkte en veel op had met de hoge heren! De Romeinen waren echter zeer verstandige mensen en wisten dat de Joden pas te vertrouwen waren als zij met ziel, bloed, huid en haar, Romeinen werden. Dat kon het gemakkelijkst bereikt worden als men door zo'n aartsmagiër uit de school van Karnak de Joden bewerkte, daar zij ervoor bekend stonden dat zij het meest verslaafd waren aan wonderen. Dat moest echter wel zó gebeuren dat de Joden daarin ook hun Mozes en hun profeten terugvonden, en dat gebeurde nu zichtbaar met het beste resultaat ter wereld. Want voor wie zich niet liet bekeren door woorden en wonderen, waren altijd enige cohorten Romeinse soldaten volledig paraat om hen door de schrik te bekeren. Daarom werd er ook bij iedere gelegenheid zo fel mogelijk tegen de tempel te Jeruzalem te keer gegaan. Alle mogelijke moeite werd gedaan om de slechte dingen naar voren te brengen, terwijl men aan de goede dingen achteloos voorbij ging en daar ook met geen enkel woord over sprak, hoewel toch bekend was hoeveel goeds de tempel steeds verrichtte!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar een fervente TEGENSTANDER zei toch: "Vriend, wij weten eigenlijk helemaal niets, maar men mag toch zeker veronderstellen dat in de natuur nog heel veel geheime en onontdekte krachten zijn, waarvan wij nog nooit ook maar hebben gedroomd. Zij hebben zich in Egypte daarmee vertrouwd gemaakt en zijn in staat om op een wijze, die ons geheelonbekend is, de geheime natuurkrachten zodanig te beheersen, dat ons, leken, die beheersing van de stomme natuur zeker als een zuiver wonder voor moet komen. Als die jonge man ons de beginselen zou uitleggen en de juiste handgrepen en middelen zou tonen, zouden ook wij ongetwijfeld wonderen kunnen verrichten. O, de mensen kunnen heel merkwaardige dingen doen en de gehele natuur aan zich onderwerpen, maar uit niets kunnen zij toch niet iets maken, dat kan God alleen! En dat is ook het grote verschil tussen de almacht van God en de wonderkracht van veel pientere mensen.
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De SPREKER van de tegenpartij die nu na Stahar's woorden reeds een aantal koppen minder telt, zegt: " Ja, ja, beste vriend, je hebt nu wel doordacht en juist gesproken, maar ons stoort alleen de medisch noodzakelijke plaatsing van de negen drenkelingen. Ook geneesheren en ervaren loodsen leggen drenkelingen zo neer en het gebeurt meermalen dat zij alleen dáárdoor al in het leven terugkeren, want in deze houding loopt het water uit de longen en wanneer nog niet iedere levensvonk in het hart gedoofd is, keert daarna het leven weer terug. Bij drenkelingen zegt men dat de geest nog drie dagen in het lichaam blijft en daarom moet op deze manier het weer tot leven wekken van drenkelingen, zelfs als deze twee dagen in het water hebben gelegen, nog mogelijk zijn. Wel, als nu in deze op Elia lijkende profeet de echte geest van God woont, waar is dan die medische voorbereiding voor nodig?!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Vind je niet dat dat voor de almacht van de goddelijke geest veel verstandiger en waardiger zou zijn dan de bekende langzaamaan weg, waardoor niet zelden een hongerig kind een paar weken lang naar een boom moet kijken voordat aan diens takken de vruchten rijp worden?! Wat zou een om het welzijn van hun kinderen bezorgd ouderpaar zich verheugen, als die kinderen reeds vol wijsheid als een Samuël op de wereld zouden komen?1 Maar ze moeten onder veel pijn worden geboren en dan duurt het minstens twaalf jaar aleer een kind het zover heeft gebracht dat het geschikt is voor een hoger soort onderwijs en dan kan het tot de volwassen leeftijd alle ijver aanwenden om de nodige ondergrond te krijgen in een bepaalde kunst of wetenschap. Vind je dat wel passend voor de hoogste wijsheid van de goddelijke geest?!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Waar men ook komt, in welke school men zich ook maar laat inwijden, overal vindt men in plaats van een duidelijk vooruitzicht een blind geloof vergezeld van een totaalongegronde hoop. Zo hebben de mensen -: zeg maar voor de eventuele verwerkelijking van de hoop die uit hun eigengemaakte geloof voortkomt -overal wetten gemaakt waarmee zij zichzelf en hun medemensen zonder enige reden vaak ondragelijk kwellen.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Daar dragen de priesters jammer genoeg alles aan bij, omdat deze misleiding van de mensen er voor zorgt dat zij steeds heel voornaam kunnen leven. De mensen zijn dom genoeg en daarom laten zij zich zo'n bedrog graag aanleunen. Maar bij mij is dat allang niet meer zo. Ik wil zekerheid, óf een dood die mij geheel vernietigt!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[27] Ja, als ik u eerst om een bestaan had kunnen vragen, dan zou de verhouding heel anders liggen, ook al zou ik het leven liefhebben. Maar ik ben het leven gaan haten, omdat ik de arme, eerlijke mensheid steeds smachtend aantrof onder de ellendige druk van allerlei domme en waardeloze wetten. Slechts mensen die al vanaf het oerbegin de kunst verstonden om hun dommere medemensen behoorlijk te bedriegen, zijn gelukkig, omdat zij zich steeds boven iedere wet weten te verheffen.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Het bevindt zich allemaal veel dichter bij de mens en is voor iedere ijverige zoeker heel gemakkelijk te achterhalen. Maar hij moet het daar zoeken waar het te vinden is, -anders is ledere moeite en ieder werk voor niets! Van dorens en distels oogst men nooit druiven en vijgen en in de plassen en moerassen groeit geen tarwe.
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Die mensen bezaten eens óók de ware wijsheid, zoals vader Noach die bezeten heeft. Maar in de loop der tijd, toen de families tot een volk waren uitgegroeid dat duidelijk meer behoeften moest hebben dan een kleine familie, werden de fysieke krachten van de mensen te veel in beslag genomen, zodat niet iedereen zich alleen maar bezig kon houden met de innerlijke wijsheid.
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Onderweg ontmoette ik iemand die zich bij mijn karavaan aansloot en die in Perzië en zelfs bij de mensen van het oude geloof geweest was (Birmanen). Over hen vertelde hij mij wondere zaken. Na drie dagen werden wij het er samen over eens om via Perzië naar de beroemde mensen van het oude geloof te reizen. Onze reis daarheen, die vele gevaren en ongemakken met zich meebracht, duurde vijf volle weken. Wij vonden aldaar een ontzettend streng levend, boetedoend volk, dat echter overigens zeer gastvrij was en ons werkelijk met alle liefde opnam. Met de taal ging het mij weliswaar slecht, maar mijn gids was deze machtig. Hij vertaalde alles voor mij en maakte zodoende overleg mogelijk tussen mij en de beroemde mensen van het oude geloof, die di rekte afstammelingen moeten zijn van Noach. In korte tijd had ik mijzelf zoveel van hun taal eigen gemaakt dat ik met de goede mensen kon spreken. Ik vroeg natuurlijk vooral inlichtingen verband houdend met hun overtuiging over een leven in het hiernamaals.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Het antwoord luidde: Dat wist slechts hun hoogste, onsterfelijke priester, die steeds met God kon spreken en ook het hiernamaals kon zien met allen die waren overgegaan. Maar deze priester was voor alle sterfelijken voor altijd onbereikbaar! Niet meer dan eenmaal per jaar mocht men zijn residentie naderen. Dan mocht men echter slechts gaan tot op een half uur afstand van de gouden rots, waar hij zich op de morgen van een sabbat bij het opgaan van de zon enige ogenblikken aan de sterfelijken liet zien. Zij moeten slechts hopen en geloven en zich daarbij aan de, zeg maar, grimmigste, onverdraaglijkste voorschriften houden. Als iemand heeft gezondigd, moet hij werken van boetedoening doen waarvan zelfs de satan zou gruwen!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] In de beginperiode van zulke instellingen verliep alles heel goed en had het een redelijk heilzame werking. Maar later breidde de priesterkaste zich ook uit en had veel nodig voor het lichamelijk onderhoud. Weldra werden er dan ook nieuwe wetten en voorschriften uitgevaardigd met de mystieke titel 'uitgaande van God'. Het begon te wemelen van straffen en boeten en van allerlei op wonderen lijkend bedrog. Ook middelen om weer vrij te worden heeft men niet vergeten. Wie bij overtreding van het een of andere, zogenaamd goddelijke voorschrift zijn straf kwijtgescholden wilde hebben, moest een nauwelijks op te brengen losgeld betalen. De armen moesten natuurlijk de boetedoening doorstaan alleen al vanwege het angstaanjagende voorbeeld. Dat het er tegenwoordig nog veel erger moet toegaan, Iaat zich wel denken!
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  166 - 167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191  ...