Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 179 van 215

...  167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192  ...
[8] Wie beweert dat hij Mij liefheeft, maar daarbij jaloers is op andermans liefde voor Mij, is niet Mijn vriend en Mijn liefde nimmer waard! En wie zegt: 'Alleen op deze of gene boetvaardige manier kun je je verzekeren van Gods liefde en het eeuwige leven in de hemel', die is een leugenaar en hoort bij zijns gelijken in de hel! Want Ik ben de Heer en bemin wie Ik wil en ben genadig voor wie Ik wil en maak zalig wie Ik wil! Ik ben nooit gebonden aan een manier van doen, die door heers-, eer- en zelfzuchtige, vetgemeste profeten is uitgevonden en de zwakke mensheid in zware knechtschap houdt. Wee degenen die de stoutmoedigheid hadden Mijn liefde aan de mensheid uit te delen, alsof zij alleen het recht daartoe zouden hebben. Zij zullen spoedig heel drastisch in hun recht worden beknot!
Hoofdstuk 10: Pater Cypriaan neemt aanstoot aan Helena’s stormachtige liefdesuiting. Geweldige donderwoorden tegen de aanmatiging van priesters. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] En op de negende trede leest hij verder: 'De pure liefde voor de vrouw is eigenliefde, want wie zich door de liefde voor de vrouw zo ver laat meeslepen, dat hem daarnaast de naastenliefde en de daaruit voortkomende liefde tot God tot last wordt, bemint zichzelf in de persoon van de vrouw. Laat je daarom niet buitensporig meeslepen door het bekoorlijke uiterlijk van een vrouw, anders ga je ten onder in de zwakheid van de vrouw, terwijl toch de vrouw zich aan jouw kracht moet optrekken tot één wezen met jou en in jou! Zoals jij echter van een bepaalde eigenschap van jouw eigen wezen houdt, hou zo ook van de vrouw, opdat zij één mag worden met jou! Maar heb God lief boven alles, opdat je in zo'n machtige liefde voor eeuwig opnieuw geboren mag worden tot een waarachtige vrije burger van Gods zuiverste hemel en jouw vrouw als één wezen met jou!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Men begon de mensen door de politiek te vangen, en weldra schuwde men geen enkel middel meer, al was het nog zo ten hemel schreiend, om daardoor een of ander ijdel, zelfzuchtig doel, dat men zich gesteld had, te bereiken. Tenslotte kwam het zo ver, dat men de mensen alleen naar hun goud ging waarderen; wie dat niet bezat, werd als slaaf, ja gewoonweg als lastdier gebruikt, en men ging zo ver met deze gruwelijke toestanden, dat Mijn geduld tenslotte geheel op was en Ik de aarde alleen door een algemeen gericht voor de ondergang kon behoeden.
Hoofdstuk 13: 'Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn' .(Matth. 24: 37 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[8] Als daarbij nog zeer uitgezochte en prachtige kleren komen betekent dat, dat de wijsheid groter en sterker is dan de liefde. Daarom zijn bijvoorbeeld ook de engelgeesten in de wijsheidshemel met de grootste pracht bekleed; maar de engelgeesten van de hoogste hemel, die pure liefde tot de Heer zijn, verschijnen zeer eenvoudig gekleed, ja vaak geheel naakt, in het bijzonder als hun liefde tot de Heer de hoogst mogelijke graad heeft bereikt.
Hoofdstuk 15: 'En ze brachten de ezelin en het veulen en legden hun kleren daarop, en Hij ging erop zitten' (Matth. 21 : 7) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[14] Zo veranderen ook de verschillende sterren aan de hemel, tenminste schijnbaar, voortdurend van plaats. Kunt u echter zeggen of de Orion bij het opkomen of als hij in het zuiden staat of 's avonds beter uitkomt tegen het firmament? Waar hij zich ook bevindt, daar lijkt hij altijd op zijn juiste plaats te staan. En net zo goed komt ook de zon overal even schitterend uit: en waar zijn licht schijnt verricht hij overal dezelfde dienst.
Hoofdstuk 15: 'En ze brachten de ezelin en het veulen en legden hun kleren daarop, en Hij ging erop zitten' (Matth. 21 : 7) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[15] Uit deze eindeloze verdeemoediging van de goddelijke wijsheid zelf blijkt wel zonneklaar, dat er niemand met een opgeblazen wijsheid in de heerlijkheid van het eeuwige leven kan binnengaan. Niemand zal zijn studieboeken en geschriften kunnen gebruiken om een trap naar de hemel te bouwen; dat kan alleen maar zijn ware deemoed en zijn werkzame liefde voor de Vader.
Hoofdstuk 17: 'Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?' (Luk.24:26) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[7] De franciscaan zegt: 'Gaat er dan toch eigenlijk niemand, zo te zeggen, linea recta naar de hemel?' Ik zeg: 'Niet zondermeer, mijn beste, want als Ikzelf al naar de onderwereld moest gaan, Ik, die toch de Heer zelf ben, dan zal toch ook elk van Mijn kinderen dat moeten doen! Want elke vrucht moet volkomen rijp zijn, voordat men haar kan eten. Onnozele en onwetende kinderen menen weliswaar, dat een kers al rijp is als ze maar een beetje rood is, maar de kundige tuinman weet precies hoe rood de kers eruit moet zien om volkomen rijp te zijn. Daarom valt er absoluut niets te beginnen met dat 'linea recta naar de hemel gaan'! Wel echter naar het geestelijke paradijs, waar jullie je nu aan Mijn zijde bevinden. Het is voldoende, als Ik tegen een zondaar zeg: 'Heden nog zult gij met Mij in het paradijs zijn!' Maar rustig nu, want Robert zal spoedig weer terug zijn.'
Hoofdstuk 6: Opheldering over het piramidemonument. Wandeling in de onderwereld. Vagevuur, hemel en paradijs. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Wanneer je oren hebt om te horen, luister dan: satan is oorspronkelijk geschapen als een geestmens. Toen hij echter door een wet zijn volledige vrijheid had moeten erkennen en aanvaarden, werd hij onwillig en viel door het verachten van de wet en dientengevolge ook door het verachten van God. Daar hij echter evenals Adam een stamvader van de toekomstige mensen voor de eeuwigheid had moeten worden, droeg hij ook, als een zaadkorrel, aeonen toekomstige mensen in zich en scheurde deze zodoende van Mij, zijn Schepper, los. Het gevolg daarvan was de materiële schepping van alle werelden, hetgeen een noodzakelijk gericht is. Hij kan zelf nog wel lang blijven wat hij is, maar de talloze kiemen van mensen worden hem langs de weliswaar harde weg door de materie ontnomen. Deze kiemen komen voort uit zijn gehele wezen; nu eens uit zijn haren of uit zijn hoofd, dan weer uit zijn hals, zijn tong, zijn tanden, zijn borst, uit zijn ingewanden, uit zijn huid, zijn handen en voeten. En kijk, al naargelang de betreffende mensheid uit het ene of het andere deel van de gevallen satan afkomstig is, moet zij ook in overeenstemming daarmee behandeld en geleid worden om het niveau van ware voleinding te bereiken.
Hoofdstuk 3: Belangrijke wenken voor het leven. Satan, stamvader van de materie en van alle mensenzielen. Gods verlossingsplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg: 'Nou goed, kijk dan goed en zeg Mij, wat je nu ziet.' Robert zegt: 'Ik zie nu hoe de hele reusachtige gestalte, die nu bijna alle diepten van de eindeloze ruimte lijkt op te vullen, uit louter kleinste glinsterende, dicht op elkaar gestrooide zandkorreltjes bestaat. Het aantal van deze glinsterende puntjes is kennelijk oneindig of in ieder geval toch zo groot, dat geen geschapen geest het zich meer kan voorstellen. De hele gestalte ziet er nu veel beter uit, want dit glinsteren verleent haar een aparte majesteitelijke glans. Maar de vraag is nu weer: wat betekent dit allemaal?'
Hoofdstuk 151: Uitzicht vanuit de tweede deuropening in de zuidelijke wand. Het totaalbeeld van de materiële schepping. De grote Scheppingsmens als de verloren zoon. Diens wezen en bestemming. Gods eindeloze scheppingsvermogen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Robert en alle anderen durven van louter ontzag nauwelijks meer te ademen. Alleen Robert zegt na een poos van hoogste verwondering: 'O Heer, o God, o heiligste Vader! Ik voel me nu als een eindeloos nietig niets. 0 goede Vader, laat ons eerst weer wat tot onszelf komen voordat U ons misschien nog naar een andere deur leidt! Want wat we hier nu hebben gezien en gehoord, heeft ons allen te zeer murw gemaakt, dan dat we nu in staat zouden zijn om verder nog iets te zien en te begrijpen. O God, hoe groot en verheven bent U toch! Nee, dat verdraagt geen geschapen geest! O God, o God, o Heer, o Vader!'
Hoofdstuk 151: Uitzicht vanuit de tweede deuropening in de zuidelijke wand. Het totaalbeeld van de materiële schepping. De grote Scheppingsmens als de verloren zoon. Diens wezen en bestemming. Gods eindeloze scheppingsvermogen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Maar zoveel zeg Ik jullie toch nog in het kort, dat de eerste het totale geestenrijk van de aarde en dan ook dat van alle andere zonnen, aarden en manen van elke afzonderlijke hulsglobe bevat. De tweede deur toont op de voorgrond de eerste ofwel onderste wijsheidshemel van onze aarde en op de achtergrond dezelfde hemel van de werelden van alle hulsglobes. In dezelfde verhouding bevat de derde deur de tweede of liefde-wijsheidshemel, eerst van de aarde en op de achtergrond die van alle hulsglobes. Voor de derde en bovenste zuivere liefdehemel echter, waarin jullie je bevinden en ook eeuwig zullen bevinden, is hier geen deur, omdat wij ons daar toch al in bevinden. In de lagere hemelen bevindt zich in de woning van iedere engelgeest ook een deur naar de derde hemel. Maar deze is heel moeilijk en soms ook helemaal niet te openen, wat vaak het geval is in de onderste hemel en heel in het bijzonder in die van andere werelden.
Hoofdstuk 153: Uitzicht vanuit de derde deur in de zuidelijke wand. De grote, schitterende Lichtmens van de nieuwe schepping. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Wie zijn dat? - Wie zouden het anders zijn dan de engelen uit de hemel, van wie u allang weet, dat ze overal de leiders van Mijn gerichten zijn. Zij zullen altijd de wereld richten.
Hoofdstuk 26: 'Die vijanden van mij evenwel die niet wilden dat ik over hen regeerde, brengt ze hier en slacht ze in mijn bijzijn af!' (Luk. 19 : 27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[2] Deze tekst geeft in korte woorden aan, welke band er bestaat tussen de mensen en Mij, namelijk geen band van eer. Want de mensen zijn me, zoals ze zijn, waarlijk niet tot eer. Ik heb de mensen ook niet geschapen, opdat ze me zouden eren.
Hoofdstuk 27: 'Eer van mensen neem Ik niet aan'. (Joh. 5 : 41) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[9] Wat zou de reden zijn, dat Ik Mij door de mensen zou laten vereren? Misschien omdat Ik God ben en de mensen door Mij zijn geschapen? Omdat Ik almachtig ben en de mensen tegenover Mij helemaal niets zijn?
Hoofdstuk 27: 'Eer van mensen neem Ik niet aan'. (Joh. 5 : 41) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[3] Met deze tekst is precies hetzelfde het geval. Want als de Zoon ten hemel vaart, dan komt de belofte van de Vader in volheid tot diegenen, die met de ware hoop vanuit de liefde, met ongeduld op deze belofte wachten.
Hoofdstuk 30: 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
...  167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192  ...