Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 179 van 278

...  167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192  ...
[34] Op de vraag hoe de door het Kindje Jezus gedane wonderen, alsmede Diens overige goddelijk-geestelijke werkzaamheden zijn te rijmen met Zijn als het ware daarvan geïsoleerde mens-zijn tijdens Zijn jaren als jongeling en als man, ...en, hoe daarmee dan weer samenhangen de in die jaren verrichte wonderen -gesteld, dat men Hem ook in die jaren nog uitsluitend als mens zou willen denken: op die vragen moge als antwoord dienen een vergelijking met de aanblik die een boom biedt in de periode van de lente tot in de herfst: In het voorjaar bloeit een boom wonderbaarlijk; hij wordt dan door een geweldige activiteit beheerst. Na het afvallen van de bloesem echter wordt hij weer schijnbaar inactief. Tegen de herfst toont de boom weer een enorme activiteit: de op zichzelf reeds wonderbaarlijke vruchten verkrijgen hun kleur en aroma, en zijn dan nog mooier dan de bloesem was. En zijn de vruchten aldus tot rijpheid gekomen, dan wordt de in hen geschonken zegen van de binding aan de boom vrij gemaakt, en die valt dan in de schoot van de ernaar hongerende kindertjes­ Dit vergelijkingsbeeld zal men slechts kunnen begrijpen met de ogen van het hart, maar nooit met de ogen van wereldse wijsheid! Immers de bovengenoemde vragen zijn heel gemakkelijk op te lossen, mits je maar van binnen uit zuiver denken wilt, zonder daarbij de Godheid van Jezus te willen abstraheren, maar die juist vasthoudend in innerlijk geloven, omdat dat juist het licht is, dat voert tot de liefde voor God. Immers, de volledige eenwording van de Goddelijke Volmaaktheid met Jezus' mensheid is niet ineens, niet plotsklaps tot stand gekomen, maar geleidelijk aan, zoals zulks onder Gods leiding steeds het geval is; juist zoals bij het geleidelijk ontwaken van de Goddelijke Geest in het mensenhart (alhoewel het Goddelijk Wezen ook reeds in al Zijn Vol­heid in het Jezuskind aanwezig was, maar Zich van daaruit slechts in noodgevallen door het doen van wonderen manifesteerde).
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Hij had Mij lief zonder te weten Wie Ik ben; jullie daaren­tegen houden minder van Mij, omdat jullie immers weten, Wie en Wat Ik eigenlijk ben.
Hoofdstuk 219: Een opgelegd kruis is een uiting van Gods liefde voor de mensen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Toen het ontbijt aldus was klaargemaakt en iedereen was op­gestaan ging Jozef zonder verder verwijl naar Cyrenius toe om hem te vragen of hij al klaar was om te ontbijten.
Hoofdstuk 228: Liefde wedijver tussen Jozef en Cyrenius. Jozefs onbaat­zuchtigheid. Over ware en onechte Godsdienaars - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[24] Maria gaf Het dus maar zonder verwijl aan Cyrenius, die nu van vreugde en zaligheid zijn tranen niet meer de baas kon, toen het gezonde Kindje, op zijn schoot stond te trappelen van plezier.
Hoofdstuk 229: Een vrolijk ontbijt. Jozef spreekt over de goedheid des Heren. Het Kindje aan tafel. Idyllische scènes tussen de kleine Jezus en Cyrenius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Ik moet haar dus wel echt liefhebben! Is ze dan al eens boos zonder goede reden, dan meent zij het toch goed, en daarom ver­dient zij Mijn Liefde.
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[24] Ik heb je toch al gezegd, dat Ik soms doe wat Ik wil, zonder te vragen of Mijn moeder dat goed vindt of niet...
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] En zo zal het ons nu ook wel weer vergaan: voordat er een jaar voorbij zal zijn zullen we er niets meer van over hebben, ook zonder dieven of rovers.
Hoofdstuk 232: Jozefs geldkist en zijn bezorgdheid voor diefstal. Goede raad van het Kindje aan Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Een gewone burger kan gaan en staan waar hij wil zonder zijn anonimiteit te verliezen;
Hoofdstuk 234: Cyrenius in verlegenheid door de komst van een deputatie uit Ostracine. Hij nodigt allen tot de maaltijd. De vloek van het geld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] En dan zal die tijd op de aarde bestendigd worden zonder haar ooit weer ontnomen te wor­den. Dan zal de aarde ook een worden met de zon.
Hoofdstuk 239: De laatste, goede vis verzinnebeeldt de liefde des Heren en Zijn grote genade. ..in deze laatste tijd. Ook wie en wat de zón bewoont heeft de uiteindelijke bestemming van Kinderen Gods. Een kudde onder een goede herder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Rechtschapen man, ga zonder enige vrees en zonder zor­gen met de Heer naar Jonatha, om u daar dan ervan te overtuigen, dat wij hier niets zullen verliezen. ,
Hoofdstuk 244: Jozefs krachtdadige naastenliefde. Goede troost na zware be­proeving. Bezoek aan en avondmaal bij Jonatha en de zijnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Maar opdat Jonatha zijn bunnen niet behoeft leeg te ma­ken zonder schadeloosstelling,
Hoofdstuk 249: Het Kindje stelt vragen over de visvangst van die morgen. Het Kindje dat op vis belust is, wordt door Jozef terechtgewezen en dient hem van repliek: Ik voel Mij thuis, overal waar men Mij liefheeft. Rijke vangst op aanwijzingen van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Terwijl dit alles geschiedde, verzorgden Jozefs zonen het vee, ze molken de koeien en de geiten en ditmaal leverde dat een bijzon­der grote hoeveelheid op van bij­zonder vette melk.
Hoofdstuk 252: Zegen des Heren over Jozefs huis. Verwondering en dankbaarheid van het gezin. Jacob spreekt over het wonder van de tarwekorrel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] je kunt toch geen spijzen op­dienen zonder bestek erbij te ge­ven!
Hoofdstuk 253: Een middagmaal van vis en honingkoek met limonade. De boos­aardige diefstal van het bestek en het bord je van het Kind je. Een evangelie tegen misdadigers uit de mond van het Kindje Jezus. Onverbiddelijkheid van het Kindje tegen boze opzet - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Wie kwaad doet zonder te weten wat hij aanricht, die moet op de hoogte gebracht worden, en ook wie uit nood een misdrijf be­gaat: ook die moet terecht gewe­zen worden,
Hoofdstuk 253: Een middagmaal van vis en honingkoek met limonade. De boos­aardige diefstal van het bestek en het bord je van het Kind je. Een evangelie tegen misdadigers uit de mond van het Kindje Jezus. Onverbiddelijkheid van het Kindje tegen boze opzet - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] En dan is er tussen jou en mij ook nog dit verschil, dat ik, zonder er iets tegen te kunnen doen, voortdurend dat Kind in mijn hart moet aanbidden! ...,
Hoofdstuk 259: Idyllische avondlijke scène op het dakterras van Salome. De kleine karavaan door Cornelius ontdekt - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  167 - 168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192  ...