Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 180 van 1110

...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...
[3] Hoe moeten die mensen werken, die van dag tot dag werk zoeken en niets vinden? Want degene bij wie zij komen, stuurt hen door met de mededeling dat hij nu geen werk voor hen heeft. En toch is het jullie kwade gedachte die hem aanspoort om werk te zoeken dat hij ergens anders evenmin als bij jullie kan vinden. Die man wordt uiteindelijk een bedelaar; daar spreek je dan met verachting over en je noemt hem een luie dagdief. Een ander wordt een dief, die vang je als een verscheurend dier, je mishandelt hem en werpt hem dan in een kerker. Een derde wordt zelfs een roofmoordenaar of minstens een gevreesd straatrover. Als jullie die vangen, wordt hij veroordeeld, in een kerker geworpen en korte tijd daarna op pijnlijke wijze gedood.
Hoofdstuk 97: Het juiste beoefenen van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar angstigen laat Ik zelf zorgen voor hun huis, en hun schuren overlaad ik nooit met tarwe en graan en hun wijnpers zal niet overvloeien van de wijn. Hun vruchtbomen zullen niet overvloedig dragen door mijn rijke zegen en hun vijvers zullen niet zo erg vertroebeld worden door de te grote aantallen edele vissen, en hun kudden zullen niet de vetste van het land zijn! Want, de ene dienst is de andere waard, -en verwacht nergens dat je een te grote winst vergaart! Wie met weinig vertrouwen op Mij bouwt, zal ook oogsten zoals hij vertrouwt! Ik zal iedereen geven volgens zijn vertrouwen en volgens zijn geloof, dat altijd een vrucht is van de liefde tot Mij en de naaste.
Hoofdstuk 97: Het juiste beoefenen van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wees daarom altijd en steeds barmhartig, en dan zullen jullie bij Mij ook altijd barmhartigheid vinden! Zoals jullie je gedragen zult tegenover de arme broeders en zusters, zo zal ook Ik Mij tegenover jullie gedragen. Ik zeg en raad jullie allen aan: "Sta altijd voor elkaar klaar, overtref elkaar bij het weldoen, heb elkaar waarachtig lief, zoals ook Ik jullie liefheb, dan zul je de hele wereld tonen dat jullie waarlijk Mijn leerlingen zijn en in je geest volkomen Mijn ware kinderen zijn.
Hoofdstuk 97: Het juiste beoefenen van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ah, een heel andere zaak zou het zijn als er een arme man geld van jullie zou willen lenen terwijl je weet dat hij goed met geld weet om te gaan en slechts door een ongunstige samenloop van omstandigheden arm is geworden. Die moet je dat vooral niet weigeren, ook zonder rente en zonder de zekerheid het geleende kapitaal ooit weer terug te krijgen! Als de man het geld goed gebruikt heeft, zal hij als jullie broeder ook wel weten wat hij daarna te doen heeft; want hij heeft dezelfde verplichtingen tegenover jullie als jullie tegenover hem.
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mocht hij echter niet meer in staat zijn het geleende terug te geven, dan moeten jullie daarom niet boos op hem worden of het tegoed van zijn nakomelingen zien te krijgen; want dat zou hard zijn en geheel tegen Mijn orde. Als de nakomelingen en vooral de kinderen of de oudste klemkinderen vermogend zijn geworden, zullen zij er goed aan doen, en dat zou Mij aangenaam zijn, als zij de schuld inlossen die hun arme vader of grootvader bij een mensenvriend heeft gemaakt. In zo'n geval zal de mensenvriend dan ook wel weten wat hij met dat geld uit liefde tot Mij en de naaste zal moeten doen!
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als Ik dus zeg, dat jullie je geld ook moeten lenen aan hen die het jullie met terug kunnen geven, wil Ik daar alleen maar mee zeggen dat je met je geld of andere voorraad alleen maar zo moet handelen als Ik je nu heb laten zien; alles wat je minder of meer doet, zou óf dom óf heel kwalijk zijn, en dus een grove zonde tegen de ware naastenliefde!"
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Wie van jullie veel geld heeft, moet het niet altijd uitlenen aan diegenen die hem het kapitaal met hoge woekerrente op de afgesproken tijd terug kunnen betalen, maar ook aan armen die hem noch het kapitaal noch de rente terug kunnen geven, dan zal hij zijn geld van Mij te goed hebben en Ik zal hem reeds hier tienvoudig en in het hiernamaals honderdvoudig kapitaal en rente terugbetalen. Wie echter zijn geld alleen maar aan diegenen leent die hem op de vastgestelde tijd kapitaal en rente terug kunnen betalen of in bepaalde gevallen door gerechtelijke dwang terug moeten betalen, die heeft zijn loon reeds hier helemaal genoten en heeft het van Mij niet meer te verwachten; want hij heeft daardoor niet Mij, maar slechts de wereld en zichzelf gediend.
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Jullie zullen weliswaar zeggen: "'Als men iemand die in nood zit geld tegen rente uitleent, dan is dat toch ook een goede daad; de lener heeft zich daardoor uit de nood gered, is een rijk man geworden en kan dan immers heel gemakkelijk kapitaal en rente teruggeven! Want de geldschieter heeft toch het risico gelopen om zijn geld, in geval van een ongunstige speculatie, te verliezen! Maar als de lener er voordeel van genoten heeft dan kan toch geen God met al Zijn wijsheid er op tegen zijn als hij, de lener, aan de geldschieter het kapitaal inclusief de afgesproken rente terugbetaalt! Want de geldschieter is ten eerste ook een mens ten opzichte van wie een ander .dezelfde verplichtingen heeft als hij tegenover hem, en ten tweede kan het uitgeleende geld immers het hele bezit van de geldgever uitmaken, waarvan hij moet leven zoals de landman van zijn grond en bodem! .Als de geldgever zich echter het geleende geld, evenals de rente daarover, met terug laat betalen, waar moet hij dan van leven? Of heeft de lener ook maar in de verste verte het recht om te verlangen het geleende geld te houden, terwijl hij daarmee toch heel veel verdiend heeft en goed weten kan en moet dat het het enige bezit van de vriendelijke geldgever is?!
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daarover zeg Ik: leder die geld heeft, moet, als er een vriend komt die geld nodig heeft en om een lening vraagt, dat niet weigeren. Wie hem het geld leent tegen de wettelijke rente, heeft aan hem reeds een goed werk gedaan, dat ook in de hemel gewaardeerd zal worden. Maar precies zo is het de plicht van de lener, om de geldgever niet alleen gewetensvol het geleende, tesamen met de bedongen rente, terug te betalen, maar nog meer; als hij veel verdiend heeft moet hij ook uit eigen vrije, innerlijke behoefte de winst met de geldlener delen, omdat hij Immers alleen met diens geld de winst gemaakt heeft. Maar de geldlener moet dat niet op een of andere wijze eisen! Dit kunnen jullie allemaal in alle vriendelijkheid doen, maar daarvoor hoef je het andere niet volledig te laten!
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Zodra de gier dat vertrouwen bij de schildpad bemerkt, pakt hij met zijn klauwen de weke, vlezige kop, neemt de schildpad mee hoog de lucht in en draagt hem weg naar een plaats waar hij beneden een steenachtige bodem ziet. Daar Iaat hij de zo hoog meegenomen schildpad los en dan begint haar dodelijke val. Pijlsnel neerkomend op de harde steenbodem slaat zij in stukken te pletter en de gier die zonder moeite vliegend zijn vallende offer eveneens pijlsnel begeleid heeft, is daarna vlug bij de hand en begint nu het loon van zijn eerdere dienstbetoon tot zich te nemen en daarmee zijn altijd hongerige maag vol te stoppen. -Daarmee hebben jullie een waarheidsgetrouw natuurlijk voorbeeld van duivels dienstbetoon!
Hoofdstuk 99: Over het ware en het verkeerde dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als jullie elkaar dus wederzijds van dienst zijn, dien elkaar dan in liefde en ware broederschap, zoals dat in de hemelen algemeen gebruikelijk is! Als iemand een dienst van je vraagt, verricht die dan met alle vreugde en liefde en vraag niet om loon voor het dienstbetoon; want dat doen heidenen ook, die de ware Vader in de hemel niet kennen en hun zeden meer van de dieren dan van een God hebben overgenomen! Het bewijs daarvan leveren nog tot op de huidige dag de oude Egyptenaren, waarvan de eerste onderwijzer die hen tot enig nadenken bracht een stier was, die zij daarvoor dan ook tot op deze dag goddelijke eer bewijzen.
Hoofdstuk 99: Over het ware en het verkeerde dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Als de helper zo uit de grond van zijn ware en diepe levensgevoel tegen zijn opdrachtgever zal spreken, zullen zij dan niet meteen echte hemelse broeders worden?! Ongetwijfeld, en dat is nu juist de wijze waarop het ware rijk van God tot jullie zal komen en hemels over je zal heersen met de scepter van het licht en alle genade."
Hoofdstuk 99: Over het ware en het verkeerde dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik zeg jullie allen: Uiterst zacht is Mijn juk op jullie dienende schouders en buitengewoon licht de last die jullie moeten dragen. Wie deze last dragen zal, zal weinig moeite hebben. Wie hem echter niet zal dragen, zal het alleen aan zichzelf te wijten hebben als het hem slecht en bitter en jammerlijk zal vergaan. Bewijs elkaar over en weer echte liefde, dan zullen jullie op zachte en meer dan zachte kussens rusten! Als jullie echter liever stenen onder jullie hoofd willen hebben, dan mag je die ook hebben; maar laat dan niemand op de ochtend van het leven klagen dat zijn hoofd op de stenen gewond en pijnlijk is geworden!
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als je een trouwe en een ontrouwe dienaar hebt, ben je dan niet een enorme ezel als je de trouwe dienaar wegdoet omdat hij veel korter in je huis is dan die echte, oude spitsboef, die je steeds bij iedere gelegenheid uit en te na heeft bedrogen?! Daarom moeten jullie helemaal ophouden met al dat oude dienstbetoon, want dat past niet bij de zuivere hemelse leer, en deze leer is niet alleen maar een nieuwe lap voor het verstellen van een oud, totaal verscheurd gewaad, maar zij is op zichzelf een geheel nieuw, voltooid gewaad, dat geheel in de plaats moet komen van het oude, slechte gewaad!
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar met het oude gewaad bedoel ik zeker niet Mozes en de profeten -want die zijn zuiver hemels goud -, maar met het oude verscheurde gewaad bedoel ik jullie door mensen opgestelde regels. Daarmee en met de voorschriften van de tempel is niets meer aan te vangen; want als men een geheel nieuwe lap op een. Wijd gapende scheur zou zetten, dan zou men die toch niet vast kunnen naaien, omdat de stof van het oude gewaad te zeer vergaan is en er daardoor geen steek meer aan vastgehecht zou kunnen worden.
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...