Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 180 van 215

...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...
[10] Maar wat deed Zacheüs om Mij op die weg te zien? Hij was klein van stuk; hij liep vooruit en klom in een moerbeivijgenboom, dat wil zoveel zeggen als: de zondige mens erkende dat hij tegenover Mij geen waarde had, dus was hij vol deemoed en geleek of gelijkt op de tollenaar in de tempel, die zijn ogen zelfs niet naar de hemel durfde opheffen.
Hoofdstuk 31: 'En hij (Zacheüs) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] Ja, velen weten op de drempel van het bedehuis al geen woord meer van wat er werd gepredikt, en bij veel preken zijn de oren van de toehoorders verre van zalig, vooral als een niet met zoveel broederliefde gezegende prediker voor zijn toehoorders de hel zo heet mogelijk en de weg naar de hemel als buitengewoon smal, stijl en doornig afschildert, zodat zijn toehoorders tenslotte de keus bijna moeilijk valt, welke weg zij wel zullen kiezen en dan denken: 'De hel is weliswaar heet, maar de weg daarheen is uiterst gemakkelijk begaanbaar. De hemel biedt wel de hoogste zaligheid, maar wie kan hem eigenlijk bereiken, als alleen maar een bijna onmogelijk begaanbare weg daarheen leidt?
Hoofdstuk 21: 'Gelukkig echter uw ogen, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen!' (Matth.13:16) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[17] Zie, in deze korte aanduidingen ligt de oneindige diepte, die geen geschapen wezen ooit zal kunnen begrijpen, omdat de inhoud van deze diepte alleen al oneindig is en bovendien elk ogenblik nog oneindiger wordt.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[23] Als Ik echter hier zeg: 'Wie in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien!', dan zeg Ik zoveel als: 'Wie een levend, dus met liefde gepaard geloof heeft, die zal in de wijsheid van de hemel binnengevoerd worden'; en als u maar enigszins kunt denken, dan zult u gemakkelijk inzien, dat daarmee alleen de hemel van de laagste graad is beloofd.
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[24] Dat alleen maar op basis van geloof geen enkele graad in de hemel wordt beloofd, dat leert u uw eigen ervaring. Want u hebt immers ook van kindsbeen af in Mij geloofd; vraag echter u zelf eens af, hoeveel druppels van enig levend water daardoor uit uw binnenste zijn gevloeid. Hebt u het door uw veertig jaar oude geloof zo ver gebracht, dat u in uzelf de onsterfelijkheid van uw innerlijke wezen volkomen hebt gevonden vanwege één of andere druppel levend water?
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[24] Want de wereld is het, die ijvert en richt en vuur van de hemel roept en zich een masker opzet om op listige manier het te doen voorkomen of ze voor Mijn zaak strijdt; maar Mijn geest en ook Mijn vrede ijvert niet, maar werkt machtig in stilte en geheel onopgemerkt door de wereld en heeft geen ander uiterlijk schild dan de werken der liefde en het kleed van de deemoed. En vanwege de ware liefde en deemoed is volgens Mijn weten sinds Mij n Johannes nog nooit iemand door de wereld berecht.
Hoofdstuk 35: 'Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen' (Joh. 16 : 33) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[8] 'Want elk mens wordt door de aard van zijn liefde de schepper van zijn eigen innerlijke wereld en hij kan nooit in de een of andere hemel of hel komen, maar alleen in het werk van zijn liefde. Daarom staat er ook geschreven: 'En uw werken volgen u na!'.' (Geistige Sonne 11/119,13)
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Hij die - zelfs toen hij nog maar priester was - de hemelse vreugde in de wonderlijkste kleuren afschilderde en zich uitputte in het beschrijven van de verrukking en gelukzaligheid in het rijk der engelen, maar daarnaast natuurlijk ook de hel en het onaangename vagevuur niet vergat, wilde nu zelf als bijna 80 jarige grijsaard nog steeds geen bezit nemen van zijn vaak geprezen hemel. Nog duizend jaar leven op aarde zou hem liever geweest zijn dan een toekomstige hemel met al zijn verrukkingen en zaligheden.
Hoofdstuk 1: Het aardse einde van de oude bisschop en zijn aankomst aan gene zijde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Het is zo, vijf miljoen aardse jaren zijn een zeer respectabele tijdsduur voor een geschapen geest, doch nauwelijks iets voor God, omdat Zijn bestaan niet in dimensies van tijd en ruimte kan worden bemeten, maar in alles eeuwig en oneindig is.
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Volg mij nu maar, dat wil zeggen, doe wat ik je zal zeggen, dan zul je ten eerste alles begrijpen wat je tot nu toe overkomen is en hoe, waardoor en waarom. Ten tweede zul je spoedig een betere grond onder je voeten hebben. En ten derde zul je de Heer persoonlijk leren kennen en door Hem de weg naar de hemel, en daarnaast ook mij, jouw broeder!'
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Bij ons zegt men: 'Laat de mens er zich vooral voor hoeden in de geest van de religie door te dringen; hij hoeft niets te weten, alleen alles blind en vast te geloven. Het is voor de mens heilzamer als een domkop in de hemel te komen, dan als een verlichte in de hel. Men vreze God vanwege de hel en moet Hem liefhebben vanwege de hemel!' Wanneer echter dit de basis van onze leer is, hoe kun jij van mij dan een logisch denken en handelen verwachten?'
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Daarom wil de Heer, dat jij het vooral eens moet worden en je moet verzoenen met de grootste doorn in jouw ogen, wil je ooit op genade uit de hemel aanspraak kunnen maken. Mocht je echter vasthouden aan je Babylonische leer, dan zul je jezelf in de hel drijven, waaruit een vriend van Jezus de Heer je moeilijk ooit zal kunnen bevrijden!'
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Ik denk nu echter ook: De Heer zal zeker ieder mens trachten gelukkig te maken; maar als de mens beslist de hel boven de hemel verkiest, dan vermag Hij, de Almachtige, tenslotte zelfs niet te verhinderen dat die mens naar de eeuwige poel afdaalt - bij welke gebeurtenis ook de allerwijste niets anders zal zeggen dan: Si vis decipi, ergo fiat (** Wanneer jij bedrogen wilt worden, dan geschiede het!).
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Of heb jij ooit een arm kind in Mijn naam opgenomen, gekleed, gevoed, gelaafd? Hoeveel naakten heb jij wel gekleed, hoeveel hongerigen verzadigd, hoeveel gevangenen bevrijd? - Wel, Mij is daarvan niets bekend; maar wel heb jij duizenden in hun geest tot gevangenen gemaakt en niet zelden door vervloeken en verdoemen bij de armen diepe wonden geslagen, terwijl je de groten en de rijken de ene dispensatie na de andere gaf - natuurlijk voor geld, enkel en alleen bij de grote mannen van de wereld vanuit een soort grootse imponerende, wereldse vriendschap. Denk je werkelijk in ernst, dat God zulke werken aangenaam en welgevallig konden zijn en je daarom direct na je sterven meteen in de hemel opgenomen had moeten worden?
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Daarom meen ik, daar ik nu volkomen inzie dat ik als zodanig geheel rijp ben voor de hel, dat de zaak op geen enkele wijze is te veranderen, tenzij ik door een almachtige goddelijke toelating met mijn huidige inzicht nog eens op aarde zou worden gezet, om daar zoveel mogelijk mijn fouten weer goed te maken. Of - daar ik voor de hel zo'n ontzettende angst heb - de Heer zou mij mogelijk voor alle eeuwigheid als een geheel onbeduidend wezen ergens in een uithoekje kunnen plaatsen, waar ik dan als een hoogst eenvoudige landman mij op de schrale grond het allernoodzakelijkste met mijn handen kan verwerven. Daarbij zie ik dan van ganser harte af van een hogere zaligheid, omdat ik mijzelf voor de onderste trap van de hemel beslist te onwaardig houd.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...