Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 180 van 1088

...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...
[23] Het terugvallen van zulke bollen, die van zeer verschillende grootte kunnen zijn, duurt vaak dagen, weken, maanden en bij grotere vaak vele jaren, al naar gelang zij meer of minder ver van de zon verwijderd naar buiten geslingerd zijn. Wel, sommige vallen op de bergen en rotsen van de zon en slaan te pletter, maar vele vallen er in de grote wateren, blijven onbeschadigd en worden gemakkelijk door de mensen van de zonnewereld opgevist. Want de zonnemensen kunnen heel gemakkelijk vaak urenlang onder water blijven en op de bodem van de zee werken zoals op het droge land, en dat des te gemakkelijker omdat zij behalve die haast amfibieachtige eigenschap nog bijzonder doelmatige duikinstrumenten bezitten.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Nu zal men natuurlijk de vraag stellen: 'Ja, waarom heeft God dan naar zulke volken geen met Zijn geest vervulde profeten gezonden?' Daarmee komen wij nu precies bij het belangrijkste punt!
Hoofdstuk 91: Verdere ontwikkeling van zielen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Het is daarom noodzakelijk dat zij nog ongeveer duizend jaar blijven zoals zij zijn. Pas na die tijd moeten zij bezocht worden door puur verstandelijk ontwikkelde mensen en dan moeten zij van hen echter nog lang geen onderricht, maar slechts een voorbeeld krijgen dat hen wat verstandiger maakt. Zo moeten zij van tijd tot tijd meermalen zo'n verrassing krijgen die hen wat meer ontwikkelt. Als dat gedurende enige honderden jaren gebeurt, zullen zulke naakte volkeren wat meer bekleed worden, naar lichaam en ziel, en dan pas stukje bij beetje rijp worden voor een hogere openbaring.
Hoofdstuk 91: Verdere ontwikkeling van zielen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als zo'n ziel dan in het hiernamaals een of ander plaatsje heeft gevonden, moet men haar daar laten zolang zij zelf geen behoefte voelt haar lot te verbeteren; want zulke zielen lijken op die mensen hier die met een heel klein bezit volkomen tevreden zijn, als het hun maar net voldoende opbrengt om in de eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Naar al het hogere en meer volmaakte en betere gaat hun verlangen helemaal niet uit en zij bekommeren zich daar ook absoluut niet om. Wat kan hun het belangrijke werk van een keizer of een veldheer schelen?! Als zij maar wat te eten hebben en met rust gelaten worden, zijn zij al volkomen gelukkig en wensen eeuwig niets beters.
Hoofdstuk 92: De leiding in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Nu zal de ziel óf hetgeen afgesproken is precies en nog meer dan dat nakomen, óf zij zal de moeite teveel van het goede vinden, traag worden en daardoor in een nog grotere nood terechtkomen. In het eerste geval moet zij geprezen worden en in een vrijere en reeds aanzienlijk aangenamer situatie worden overgeplaatst, waar zij meer te denken en te voelen krijgt. In het tweede geval moet de leider haar grote nood laten lijden, haar naar haar vroegere, schamele bezit terug laten gaan en daar iets, maar lang niet voldoende laten vinden.
Hoofdstuk 92: De leiding in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Als haar dat is getoond, naast datgene wat zij in ieder geval met zekerheid kan bereiken, moet de leider haar weer verlaten en pas dan weer bij haar komen als zij hem heel oprecht in haar hart zal roepen. Roept zij hem niet, dan volgt zij zonder meer de goede weg; is zij echter daarvan afgeweken en heeft zij een slechte weg betreden, dan moet hij haar weer in een daarbij passende, grote ellende laten komen. Als zij haar misstap zal inzien en naar de leider zal verlangen, dan moet hij komen en haar het volkomen nutteloze van haar moeite en streven laten zien.
Hoofdstuk 92: De leiding in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] En zie, zo staat het ook met de stoffelijke, zondige brokstukken die de ziel in het hiernamaals nog met zich meedraagt! Ook al verwijdert de ziel die uit zichzelf en werpt zij deze op de grond van haar wereld, dan baat deze moeite haar weinig of zo nu en dan zelfs helemaal niets, omdat de bodem van de ziel waarop deze in de geestenwereld staat en zich beweegt, evenzeer een deel van haarzelf is als op aarde de aantrekkingskracht van deze aarde, die, al reikt zij nog zo ver naar buiten, toch een deel blijft van deze aarde en niet één atoom zich van haar Iaat verwijderen
Hoofdstuk 93: De ontwikkeling van de ziel op aarde en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik zeg jullie dit, opdat jullie inzien hoe moeilijk en moeizaam aan de andere zijde de weg is naar de voleinding van het innerlijke leven, en hoe gemakkelijk en vrij dat hier gaat, waar de ziel het stoffelijke lichaam nog om zich heen heeft waarin zij in eerste instantie, hoe en wanneer zij dat maar wil, al haar aanwezige stoffelijkheid kan opslaan. Aan de andere zijde is dat echter niet zo eenvoudig, omdat de ziel dan geen stoffelijk lichaam meer heeft en met haar voeten ook niet meer over een stoffelijke bodem gaat, maar over een geestelijke, die wordt gebouwd uit gedachten en ideeën uit de ziel, en die beslist niet geschikt is om het uit de ziel afgescheiden stoffelijke op te nemen en voor eeuwig in z1ch te begraven.
Hoofdstuk 93: De ontwikkeling van de ziel op aarde en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Het dienen oefent en bevordert de deemoed het meest. Hoe ondergeschikter een dienst vaak lijkt, des te geschikter is deze voor de ware ontwikkeling van het leven. Deemoed op zich is niets anders dan het zich steeds meer en sterker verdichten van het leven in zichzelf, terwijl hoogmoed het aannemen van een steeds lossere vorm is en het zich eindeloos ver naar alle kanten verstrooien en tenslotte een vrijwel geheel verliezen van het leven is, hetgeen wij de tweede of geestelijke dood zullen noemen.
Hoofdstuk 95: Het doel van het dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Bij hoogmoed is aan al het dienen een eind gekomen en zodoende ook aan alle verdere vorming en ontwikkeling van het leven. Als van het trotse heersen over anderen de ontwikkeling van het leven zou afhangen, dan zou door Mij zeker zo'n regeling getroffen zijn dat ieder mens een onbeperkt recht zou hebben om te heersen; maar omdat dat ingaat tegen Mijn eeuwige orde, moet ieder mens en iedere engel er zich naar voegen om te dienen en uiteindelijk juist in het eeuwige, steeds meer en veelomvattender dienen het grootste geluk en de grootste zaligheid te vinden.
Hoofdstuk 95: Het doel van het dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ik kwam immers niet naar jullie om luiaards van jullie te maken, of jullie slechts voor de akkerbouw, de veeteelt en nog meer van dat soort zaken op te leiden, maar om ijverige werkers van jullie te maken voor de grote hemelse wijngaard. Het doel van Mijn leer voor jullie allen is in de eerste plaats om jullie zelf ten aanzien van je innerlijke leven tot ware volmaaktheid te brengen en in de tweede plaats dat jullie dan zelf als volmaakt levenden reeds hier, en vooral later ginds in Mijn rijk, Mijn ijverigste en energiekste werkers willen en zullen worden.
Hoofdstuk 95: Het doel van het dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik wil dat van nu af aan al Mijn gedachten en ideeën door jullie, Mijn kinderen, volledig ten uitvoer gebracht worden, hier reeds voor ziel, hart en geest van jullie broeders en zusters, en aan gene zijde dan in alle grote realiteiten vanaf hun meest innerlijke, geestelijke ontstaanssfeer tot aan hun meest uiterlijke, stoffelijke vorming, om het van daaruit weer terug te voeren naar het toegenomen, zuiver en zelfstandig geestelijke, volmaakte leven. En daarvoor, vrienden, zal oneindig veel tijd, geduld en een grote bedrijvigheid nodig zijn en een even grote en alomvattende wijsheid en kracht!"
Hoofdstuk 95: Het doel van het dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Geloof vooral niet dat een wereld, ook al is die slechts zo klein als deze aarde, van vandaag op morgen geschapen en in één keer bevolkt kan worden! Daarvoor zijn naar jullie begrippen onvoorstelbaar vele myriaden aardse jaren nodig. Hoe onvoorstelbaar lang naar jullie begrippen duurt het alleen al tot een wereld rijp wordt voor het ontstaan van een mens! Hoeveel planten en diersoorten moeten eerst de bodem van de aarde door hun gisting en ontbinding bemest hebben voor zich op haar bodem en in het afval van haar planten en dierenwereld die humus heeft gevormd, waaruit een eerste krachtige ziel haar lichaam kon vormen en dit volgens de goddelijke orde zo kon inrichten, dat het dienstig voor die ziel moest worden en in staat zou zijn om daarna gelijksoortige nakomelingen voort te brengen. Daardoor hebben volgroeide en vrije, maar nog onlichamelijke zielen geen eeuwen meer nodig om zich uit de dampen een lichaam te verzamelen, maar zij konden dit toen langs een veel kortere weg, in een reeds met al het daarvoor nodige volmaakt toegeruste moederlichaam verwekken.
Hoofdstuk 96: Inzage in de scheppingsgeheimen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Hier kunnen jullie van het gewoonste straatvuil goud maken en je de hemel daarvoor kopen als je hart naar waarheid meewerkte bij de koop; in het hiernamaals zullen jullie slechts uit het edelste het edele in jezelf kunnen opwekken en dat zal nog moeilijker zijn dan hier uit de gewoonste kiezelstenen goud te maken. Wie echter door zijn edele en goede werken reeds hier een grote hoeveelheid goud heeft gemaakt, zal er daarginds geen gebrek aan hebben; want één zandkorrel van dit geestelijk edele metaal wordt aan gene zijde een klomp zo groot als een wereld en dat is al heel wat."
Hoofdstuk 96: Inzage in de scheppingsgeheimen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Maar nu zie Ik bij sommigen van jullie een kwalijke gedachte opkomen, die satan jullie heimelijk heeft ingefluisterd! Die gedachte bestaat hieruit: Het heeft jullie moeite gekost en veel werk om tot rijkdom voor jullie en je nakomelingen te komen en die zou je nu moeten verspillen aan hen, die hun leven op luie wijze verdaan hebben?! Laat ze werken en bij jullie hun brood verdienen, dat jullie hun naar verdienste altijd maar karig zouden willen geven ! Wie niet werken kan en wil, moet creperen als een hond aan de openbare weg!
Hoofdstuk 97: Het juiste beoefenen van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...