Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 180 van 1112

...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...
[14] Kortom, Ik zeg jullie: Wie zich vanwege de wereld zal schamen voor Mijn arme broeders en zusters, voor hem zal Ik Mij ook schamen!
Hoofdstuk 226: De belofte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Mijn leerlingen sliepen het eerst, ook de Romeinen waren moe. Ieder maakte van zijn hand een hoofdkussen, leunde op de tafel en sliep als in het zachtste bed. Murel en Philopold gingen echter niet slapen maar trokken zich wat terug en gebruikten deze tijd om alles wat er voorgevallen was te bespreken.
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ook MATHAËL voegde zich bij de twee en zei: "Ik kan nu onmogelijk slapen na alles wat ik hier allemaal gedurende deze twee opeenvolgende dagen heb beleefd en gezien. Denk je eens in, drie dagen geleden was ik nog bezeten van een legioen duivels en, hoewel onbewust, zo ongeveer de meest gevreesde straatrover!
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Waar men mij vermoedde, durfde geen karavaan langs te trekken en wie in mijn handen viel, ging zeker zijn eenzame weg niet onbeschadigd verder! En nu ben ik de schoonzoon van koning Ouran en mederegeerder over het grote land aan de Pontus tot aan het rijk der Scythen! Dat rijk moet zich over een groot gebergte uitstrekken van de Pontus tot aan de Kaspische zee. -Is dat geen wonder boven wonder?! Ja, er gebeuren hier dingen waar geen mens ergens anders op aarde zich een voorstelling van kan maken!
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De Heer, als mens, zal eens naar Jeruzalem gaan, zal daar leren en grote tekenen doen. Daardoor zal de tempel zeer geschaad worden, in grote woede ontsteken en trachten de Heer te grijpen en te doden, een onderneming van de tempel waartoe deze nu al grote lust heeft. En luister! De Heer zal Zich door de tempel laten grijpen en lichamelijk laten doden! Dat zijn Zijn hoogst eigen woorden.
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan voegt RAPHAËL, die natuurlijk ook niet sliep, zich bij de drie en zegt tegen Mathaël: "Denk je dan, dat wij, talloze engelengeesten, en ik hier in 't bijzonder, de Heer alleen maar hier op deze heuvel ten dienste staan?
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Mathaël wilde juist nog iets zeggen, toen er heellaag een grote, vurige meteoor overvloog en door zijn snelheid een eigenaardig, goed hoorbaar, suizend geluid in de lucht maakte; want hij bevond zich op een hoogte van slechts achthonderd klafter boven de aardbodem. Achter de meteoor was een lange staart zichtbaar, die schijnbaar de vliegende meteoor volgde. Alle drie schrokken van dit verschijnsel en vroegen haastig aan de engel wat dat nu toch wel geweest kon zijn.
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] RAPHAËL antwoordt: "De sterke lichtuitstraling wordt veroorzaakt door de buitengewoon snelle vlucht door de lucht. Er ontstaat een zeer grote wrijving met de luchtdeeltjes, waar hij hard tegen aandrukt omdat zij hem niet snel genoeg kunnen ontwijken. Op deze hoogte ontbrandt de lucht echter als zij teveel wordt samengeperst of teveel druk ondervindt en omdat de lucht in de gehele baan van zo'n meteoor steeds maar door ontbrandt, is het op de plaats waar zo'n meteoor zich in zijn baan bevindt altijd zo licht als de bliksem, en omdat achter de met zo'n hoge snelheid voort vliegende meteoor een luchtledig ontstaat, waarvan de wanden nog sterk door het vuur aangetast zijn, ziet men achter de meteoor ook altijd een staart, waarvan het felle gloeien afneemt en die op zichzelf alleen maar een verschijnsel en geen werkelijkheid meer is.
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Toen slingerde Raphaël de steen met ontzettende kracht de lucht in en de dienstbare geesten joegen de steen gedurende een paar ogenblikken sneller dan de bliksem op een hoogte van enige klafters in kringen door de lucht. Behalve dat de steen een sterk suizend geraas veroorzaakte, gaf hij zoveel licht, dat de gehele wijde omtrek als op klaarlichte dag verlicht werd en de drie eigenlijk alleen maar één stralende, lichtende kring voor zich zagen omdat de vlucht van de steen te snel was om door een menselijk oog waargenomen te kunnen worden.
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, de lucht is heus wel zacht en meegevend, maar als zij door een te geweldige slag of druk uit haar evenwicht wordt gebracht en te veel in haar rust wordt gestoord, scheurt zij de dikste en sterkste bomen van hun wortels, laat de aarde beven, ontlaadt zich in duizend vernietigende bliksems en wordt een verschrikkelijk element!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Sla eens twee stenen krachtig tegen elkaar, dan zullen de daarin verbannen zielen zich weldra melden en de gehele steenmassa, hoe hard ook, tot in de kleinste stofdeeltjes afbreken, waarbij het aan vurige verschijnselen niet zal ontbreken!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zolang de in de gevormde materie verbannen geesten en natuurzielen niet beledigd worden; rusten zij alsof zij dood zijn en laten veel uit zich maken en vormen. Maar als ze eenmaal te veel uit hun voorgeschreven rust worden gewekt, wee dan degene, die zich te dicht in hun buurt bevindt!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Met 'hemel en aarde' wordt de nieuwe, aardse mens meteen vanaf zijn geboorte aangeduid. De 'hemel' is het symbool voor zijn innerlijke, verborgen, geestelijke gaven en de lege woeste 'aarde' duidt op de nieuw ontstane natuurmens, die zich nauwelijks bewust is van zijn bestaan; het eerste stadium van de mens.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] RAPHAËL zegt: " Je moet ook nog wel wat leren! Zijn lichaam slaapt nu wel wat, maar Zijn ziel en Zijn eeuwige, heilige Geest slaapt nooit of te nimmer! Hoe zou het er met de gehele schepping uit zien wanneer de Heer haar ook maar één moment zou vergeten?! In datzelfde moment zou het helemaal met haar afgelopen zijn, geen zon, geen maan, geen ster in de gehele oneindigheid en geen aarde die jou draagt, zou nog bestaan, ook geen engel en geen mens zou zich ook maar enigszins zelf in stand kunnen houden!
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar omdat ook deze verschijning je niet van gedachten kon laten veranderen, liet de Heer tóen pas toe dat je ziel zich in haar lichaam moest verbergen omdat je lichaam door vele duivels in bezit werd genomen. Vanaf die tijd werd jij tesamen met je gezellen een schrik voor de omgeving!
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  168 - 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193  ...