Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 181 van 215

...  169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194  ...
[15] Natuurlijk is het maar al te waar, dat al mijn doen en laten voor God de Heer alleen al een gruwel moet zijn, omdat ik mij gedurende mijn gehele aardse leven verkeerd heb gedragen en dit gedeeltelijk ook moest. Daardoor konden ook al mijn handelingen onmogelijk anders dan slecht zijn, wat ik nu helder inzie. Maar dat moet je mij toch toegeven, ook al zou je zelf een engel zijn, dat de mens die zichzelf zeer zeker niet zelf heeft geschapen en behept is met de meest merkwaardige neigingen, toch onmogelijk zelf de schuld kan zijn van zijn fouten en gebreken; daarom zou men hem ook niet alles ten laste moeten leggen!
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Zou ik mijzelf hebben geschapen en opgevoed, dan was ik de feitelijke oorzaak van elke door mij gepleegde handeling en zou ik daarvoor ter volledige genoegdoening met het volste recht veroordeeld kunnen worden. Maar om nu direct zonder meer iedere daad van mij maar als doodzonde te bestempelen omdat ik ze beging, dat komt mij niet helemaal onrechtvaardig, maar eigenlijk toch wel een beetje hard voor!
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Wat kan een kannibaal in het hete Afrika er aan doen, dat hij mensen eet als hij deze kan vangen? Waarom komt er niet een engel of een andere goede geest uit de hemelen om hem te onderwijzen en daardoor te verbeteren? Of zou God in alle ernst ettelijke biljoenen mensen alleen voor de verdoemenis geschapen hebben, wat toch je reinste tirannie zou zijn?
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] De heer en meester van dit huis is immers de enige Heer, Schepper en eeuwige Meester van de hemel en van alle zonnen en planeten in de gehele oneindigheid, zoals ook van alle mensen en engelen in Jezus Christus!
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] DEZE MOOIE MAN gaat meteen op onze bisschop Martinus af en vraagt hem: 'Vriend, je bent al snel weer bij ons terug. Heb jij aan de allerverhevenste Heer en Meester van dit huis datgene ontdekt, waarop wij je allemaal opmerkzaam hebben gemaakt? Is Hij het? Is Hij Jezus, de Heer van hemel en aarde, zowel natuurlijk als geestelijk, tijdelijk en eeuwig?'
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Want volgens de wet van Mozes geldt voor eens en altijd: 'Gij zult slechts in één God geloven en zult noch een gesneden beeld maken en het aanbidden, noch iemand anders dan alleen Mij eer bewijzen. Want Ik alleen ben de Heer en God, die hemel en aarde gemaakt heeft en alles wat daarin en daarop is, leeft en ademt!'
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Zie vriend, ik wil je nu iets heel doms zeggen. Maar het lijkt mij toch meer wijsheid te bevatten dan datgene wat jij zegt: Ik denk dat als God de Heer niét het menselijk lichaam zou hebben aangenomen, om ook door ons mensen, Zijn schepselen, gezien te worden, waartoe zou Hij ons dan hebben geschapen? Voor Zichzelf niet! Want wat zou Hij er aan hebben, als wij Hem nooit te zien zouden krijgen en ten volste zouden liefhebben? En waartoe zou ons leven dienen zonder een zichtbare God? Denk er over na, misschien klaart je verstand dan nog een beetje op!'
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] BISSCHOP MARTINUS denkt na over datgene wat de wijze man van het gezelschap heeft gezegd en spreekt na een poosje, meer tot zichzelf dan tegen de wijze: 'Je hebt eigenlijk gelijk; want wanneer de Pentateuch* (* De vijf boeken van Mozes. ) van Mozes de waarheid spreekt, moet God inderdaad wel een mens zijn, omdat Hij anders Adam niet naar Zijn beeld zou hebben geschapen, als Hij Zelf niet een eendere gedaante zou hebben. Dezelfde gedaante veronderstelt echter ook hetzelfde wezen.
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Als de tekst zo begrepen moet worden - wat heel waarschijnlijk is - dan zou daar zeker nog lang niet uit voortvloeien, dat God de mens naar Zijn beeld geschapen zou hebben. Of dat God eigenlijk een begrensde gestalte zou moeten hebben om een mens te kunnen vormen. Als toch ieder idee als begrip op zich zonder gestalte is, dan kan ook God op zichzelf beschouwd als de algehele basisidee van alle ideeën zonder gedaante zijn.
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zie, als men dergelijke passages, evenals eigenlijk het hele Oude en Nieuwe Testament goed overdenkt, dan blijkt steeds vaker, dat Jezus de enige Heer en Schepper van hemel en aarde is.
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] BISSCHOP MARTINUS zegt weer: 'Ja, je hebt gelijk, je hebt volkomen gelijk het is me nu helemaal duidelijk! Hij is het! Hij is het! Hij is de enige Heer, God, Schepper en Vader van de hemel en van alle talloze myriaden engelen, zonnen, planeten en mensen! Dat Hij echter juist de aarde heeft uitgekozen, zal ook wel zijn zeer gegronde reden hebben die mij mettertijd hopelijk nog wel duidelijk zal worden!
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Want zie, broeder, wij hebben Hem nu wel herkend en moeten nu tegen Hem 'Heer, Heer!' zeggen. Hij heeft echter Zelf op aarde geleerd en gezegd: 'Niet degenen die tegen Mij 'Heer, Heer!' zeggen, zullen het Rijk der hemelen binnengaan, maar alleen diegenen die de wil van de Vader doen!'. Zeg eens, vriend, hebben wij ooit deze wil in acht genomen en daarnaar gehandeld? Van de hemel kan daarom voor ons nooit sprake zijn!
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Wat is er nog buiten de hemel? Zie, niets dan de hel! O, niets dan de naakte hel! Ik zie nu gewoon al hoe de vlammen boven mijn hoofd samensmelten. Ook schijnt het mij al toe, alsof de duivels - ohohoh - 'God-sta-ons-bij' -! Broeder, lieve broeder, ik kan je niet zeggen, wat een verschrikkelijke angst zich nu van mij meester heeft gemaakt!
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Ik en wij allemaal erkennen en geven toe, dat U de enige Heer van hemel en aarde bent. Wij allen echter zijn niets tegenover U en Uw oneindige macht. Doe daarom met ons allen, wat Uw heilige wil is; wees echter onze zwakheid indachtig en laat ons Uw mededogen van nabij voelen!'
Hoofdstuk 34: Een heilige verlossingsscène - Martinus aan de borst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Leg in Mijn huis en in Mijn rijk alles af, wat niet deugt. Want waar Ik ben, daar is ook Mijn rijk en dit rijk is de binnenste en hoogste hemel. Deze hemel is echter niet een hemel van ledigheid en van eeuwige traagheid, maar een hemel van de grootste werkzaamheid, waarin jullie allen vanaf nu steeds verder en verder worden binnengevoerd, elk van jullie in datgene, waarvoor hij op aarde al voldoende talent heeft getoond. Het zij zo!'
Hoofdstuk 34: Een heilige verlossingsscène - Martinus aan de borst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194  ...