5587 resultaten - Pagina 181 van 373
... 169 - 170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 ...
[5] Maar Ik zie in al jullie harten een lege plaats! Deze plaats heb je gewijd aan het offer aan God, maar je ziet vanwege de leegte niet in wie je eigenlijk een offer aanbiedt en waarom je het brengt! Begrijp daarom dit: de Vader wil geen ander offer dan alleen dat van het hart. Maar de Vader is ook de enige, eeuwige, bovenmate heilige, machtige God; aan Hem alleen komt het offer toe, zoals de zuivere liefde aan de Vader toekomt.Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Het offer verteert, vernietigt en doodt iedere gave in het vuur dat op het altaar brandt. Zie, dat is een getuigenis van de mens voor God, hetgeen te kennen geeft dat hij God heeft leren kennen, of duidelijk of alleen als een duister vermoeden in zijn hart, hoe God is en hoe Hij overeenkomstig het offer handelt!
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Ik zeg jullie: wie in zijn hart aan de Vader offert, heeft ook God een welgevallig offer gebracht. Maar wie alleen op het altaar God een offer brengt en daarmee gelooft de Vader te behagen, maakt een grote vergissing; want waarlijk, de Vader heeft geen welbehagen in het brandoffer, maar alleen in het levende offer van het hart!
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Ja, wanneer - zoals reeds werd opgemerkt - van tevoren een levend offer van liefde in het hart wordt gebracht tot de Vader, dan zal ook het brandoffer worden aangezien waarmee de mens te kennen geeft wat hij in zijn hart gevonden heeft, namelijk dat de Vader heilig, heilig, heilig is en de almachtige God van eeuwigheid her. Zonder dit voor -, midden - en naoffer is ieder brandoffer een gruwel voor Mij.
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Wie door de liefde tot de Vader wordt gebracht, door hem wordt het offer geheiligd en daardoor zal zijn geest worden verheven. Maar wie niet door de liefde, maar volgens de een of andere wet als door een gebiedende tuchtmeester ernaartoe wordt gedreven, zodat hij daardoor een hart vol weerzin zal hebben, door hem zal het offer worden ontheiligd en het zal hem vernietigen en zijn hart zal uitdrogen. En wat hij Mij dan zal aanbieden, zal net zo als zijn uitgedroogde hart, - een werk zijn zonder leven, een dode gave.
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Daarom vraag je mij ook vergeefs; want vandaag ben ik wel allerminst geneigd om jullie iets voor te liegen! Want wie in de waarheid is, voor hem zijn alle leugens in het eeuwige niets verzonken; maar wat zou de eigenlijke heilige waarheid betekenen voor iemand bij wie de leugen nog volledig in zijn hart heerst en die haar voor waar houdt? Niets dan een leugen!
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] De afgelopen nacht was ijzingwekkend! De elementen woedden zo verschrikkelijk dat, zoals jullie allen weten, wij daarvoor op de hoogte vluchtten en zolang de storm duurde, in grote angst op de bevende aarde lagen; maar hoe groot deze angst ook was, toch kon hij niet de aanblik en het gehoorde van wat ik gisteren bij Henoch heb ontdekt uit mijn hart verdrijven!
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Nauwelijks was de hoge Abedam bij Henoch aan het offeraltaar aangekomen, of Hij vroeg hem meteen: "Beste Henoch, luister, Ik heb gemor beluisterd in het hart van sommigen die uit de middag afkomstig zijn! Sethlahem heeft hen weliswaar de mond gesnoerd; maar nu roept hun hart des te erbarmelijker en is het vol ergernis!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Henoch antwoordde de hoge Vrager: "O Abba, U zegt het in mijn hart! Laat met hen geschieden volgens Uw wil, dat zal voor hen het beste zijn!"
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Nu, wat denk je, zal het goed zijn, indien hun geschiedt naar de waarde van hun hart?"
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Toch kan ik U vragen of U Zich over de zwakken en blinden wilt ontfermen! Als ik echter daarom vraag, o Abba, dan vraag ik niet om U tot iets te bewegen, maar of U in genade mijn hart wilt aanzien, wanneer het U uit Uw schat een klein offer voor de broeders brengt!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Daarom zeg ik dan ook hier zoals overal en altijd: O Abba, Uw heilige wil geschiede! En wat mijn hart U aan liefde en erbarming voor de broeders aanbiedt - een gering offer ten opzichte van Uw oneindige liefde en erbarming, - neem dat genadig aan, alsof het voor U enige betekenis zou hebben, opdat ook ik dan, wanneer U Zich volledig over iemand ontfermd hebt in een voor ons blinden reeds zichtbare daad, mij met diegenen kan en mag verheugen tot wie Uw zichtbare erbarming uitging!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] "Henoch, jouw woord was volmaakt omdat het aantoonde hoe het met je hart gesteld is en hoeveel uit liefde voortgekomen wijsheid daarin heerst! Maar opdat je je ook volkomen zult realiseren hoe alle voorspraak uit de eeuwige ordening geaard dient te zijn, luister daarom:
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Als je ziet dat ergens een arme broeder of zuster een bepaalde onvolkomenheid vertoont, dat wil zeggen dat hij lichamelijk gebrekkig is door zwakte of algehele onbruikbaarheid van een zintuig, of dat hij arm is in zijn hart, arm aan liefde, arm aan daadkracht, arm van wil, arm aan inzicht, arm aan verstand of geheel verarmd van geest en aan alles wat van de geest is, en je ontfermt je over hem vanuit de liefde van je hart tot Mij en vandaar uit pas tot je broeder of tot je zuster, zie, dan is je erbarming volkomen, omdat het dan reeds een opnemen van Mijn grote erbarming is op dezelfde wijze als wanneer de wind door het woud gaat en de bomen beweegt en ieder blaadje aan de boom beroert, waardoor dan ieder blaadje zachtjes beweegt en door dat bewegen ook een eigen kleine wind teweegbrengt, die door de algemene grote wind zodanig wordt opgenomen als stelde het in verhouding tot hem werkelijk iets voor.
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] O zie, dat is echt niet nodig, maar wel dat Mijn kinderen zich door Mij in hun hart laten bewegen en Mij in zuivere liefde opnemen, dan op het trekken van Mijn grote erbarmen letten en zodoende ook levendig medebarmhartig worden! Zie, dat is Mijn wil!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)