Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 182 van 215

...  170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195  ...
[6] Niet slecht, niet slecht. Dat zou wel mooi met de Schrift overeenkomen, waar staat: 'Niets onreins kan in het Rijk van God binnengaan'. En dit paar schurftige schapen, die vijf achterlijke wezens vol met de afschuwelijkste uitgroeisels, de magere, smerige ossen evenals de ezels en verschillende erg kaal uitziende hazen - waarlijk, een raar gezelschap voor de eerste of bovenste hemel! In zo'n gezelschap de hemelse vreugden genieten? Dat zal wat worden!
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Nee maar, dat noem ik met een arme kerel, zoals ik het genoegen heb te zijn, een geduchte aprilgrap uithalen - vooropgesteld dat men hier in de hemel ook iets van een aprilmaand af weet!
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ach, dat is toch een beetje al te gek. Wat moet ik nu met deze toch goedmoedige verzameling beesten beginnen? Waar zijn mijn dertig hierheen gebrachte protestanten gebleven? Zijn ze hier zo zoetjes in deze dieren veranderd, - wat werkelijk heel grappig zou zijn; men hoeft er alleen maar aan te denken, dat hier het centrum van de bovenste, hoogste hemel is!
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] En BISSCHOP MARTINUS antwoordt: 'O Heer, dat weet U beslist beter dan ik. Die daar binnen zullen het zeker niet zijn. En als ze het zouden zijn, dan zou dat echt een metamorfose zijn die in deze eerste en hoogste hemel slaat als een tang op een varken.
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] PETRUS roept ze als volgt toe, zeggend: 'Aanhangers van Calvijn, keer je om, want de Heer wacht op jullie! Beken je niet tot Luther, Calvijn, de Bijbel, ook niet tot Petrus en Paulus of Johannes, maar alleen tot Jezus, de Gekruisigde! Want Hij alleen is de Heer van hemel en aarde; buiten Hem is er geen Heer, geen God en geen Leven meer!
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Ja zo, zo bevalt het mij zeker nog veel beter dan daar in Uw huis, vooral in die laatste, schitterende zaal! Mijn allerliefste Heer Jezus, als U maar bij mij bent, dan is de gewoonste hut voor mij al de heerlijkste hemel voor eeuwig.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Hm, hm, hm, - het is toch wel ongelukkig, dat men zich als zalige geest in de hemel vlak naast de Heer van alle heerlijkheid een beetje moet vervelen! Dat heeft zeker ook weer zijn goede kanten; maar verveling blijft verveling, of het nu in de hemel of op aarde is.
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Hm, hmmm! Ik begin me hier aardig te vervelen in de hemel! Zal ik nu eeuwig in dit hemelse kunstmuseum moeten vertoeven? O sapristi, dat zal me een mooie, ongekende verveling worden!
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Maar nu schiet me iets te binnen! Naast deze zaal zijn er nog 12 nevenvertrekken, waar men door deze twaalf deuren in kan komen. Juist, die zou ik bijna zijn vergeten en ook de enigszins mysterieuze, verborgen spijzen daar. O, daar moet ik nu meteen op af gaan. Dus, in naam van de Heer 'Glück auf!', zoals op aarde de mijnwerkers zeggen. Al zijn hier dan geen mijngangen en schachten, er zijn wel 12 geheime vertrekken, waarvan men nog niet weet wat zij bevatten; daarom ook hier in de hemel: 'Glück auf!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] O drommel, drommel, wat is dat een weergaloze schoonheid! Die blanke teint, die weelderige volheid, die borst. Nee, dat is niet uit te houden! Die ronde, zachte arm, die goddelijke voeten en dat - men kan wel zeggen, zelfs voor de hemel te vriendelijk - mooie en allerliefste gezicht met zo'n hemelse, tedere glimlach.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] Maar hoe het ook zij, jij hebt door je woorden bewezen, dat je een verstandige en goede kerel bent en met jouw Jezus zul je er dan ook niet ver naast zitten. Het enige wat hier een beetje vreemd is, is dat je hier geen engelen ziet. Ook met de hemelse schoonheid van deze omgeving lijkt het ons magertjes gesteld te zijn, evenals met de hemelse kledij. Want jij bent nog altijd een aardse boer en bovendien ook nog zonder kiel. Ook jouw Heer Jezus heeft bepaald geen hemels kleed aan en Petrus ziet er eerder armoedig dan hemels uit. Alleen de mij welbekende boekhandelaar uit N. heeft een iets beter kleed, dat echter voor de hemel ook niet de juiste snit heeft.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Ja, Heer, geen lofprijzing en geen eer is ooit in staat om U daarmee naar behoren te loven, te prijzen en te eren! Waarlijk, waarlijk, U bent heilig, heilig, heilig: hemel en aarde zijn vol van Uw heerlijkheden! U zij daarom eer van eeuwigheid tot eeuwigheid!
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[33] Zonder Mij kun je noch op aarde noch hier in de hemel iets doen. Mijn zegen is Mijn almachtige wil, Mijn eeuwig woord 'Het zij', waardoor alles wat er is, gemaakt werd. Dus moet daardoor ook van tevoren de brug naar al deze wezens gemaakt worden, opdat jij zonder schade naar hen en zij naar jou kunnen komen. Alles echter heeft zijn tijd en duur, die alleen Ik kan bepalen - en degene, aan wie Ik het openbaar.'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Omdat echter het grote zich ten opzichte van het kleine pas echt groot toont, het sterkste tegenover het zwakke pas echt sterk, het machtige tegenover het onmachtige zeer machtig - is juist de aarde in alles zo armzaligst geschapen, opdat ze de eens grootste en schitterendste geesten óf ter deemoediging zal dienen en hen daardoor tot nieuw leven wekken, of echter als gericht, waardoor ze een nieuwe, eeuwige dood ervaren. Want zoals Ik je vroeger al heb laten zien, dient het kleine en onaanzienlijke op zichzelf er ook toe, om het grote en aanzienlijke als zodanig te verhogen. En dat is al het gericht, ofschoon het grote en aanzienlijke zich daar, waar alles klein en onaanzienlijk is, hiernaar moet richten en zich moet verdeemoedigen.
Hoofdstuk 43: Saturnus als mooiste van alle planeten - De aarde als school van Gods kinderen en plaats van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Nu weet je, wat voor eigenschap deze planeet heeft en waar hij eigenlijk goed voor is. Nu moet je hier niet aan de concrete planeet denken, die weliswaar ook van dien aard is, maar alleen aan het overeenkomstige beeld hiervan, dat in jouw geest is gelegd. Deze geest bestond eerder dan de hele uiterlijke, materiële schepping, die pas werd gevormd naar datgene, wat reeds lang daarvoor in iedere volmaakte geest aanwezig was. Want vóór alle materie bestond, bestond reeds de geest en alles kwam voort uit de geest, en niet de geest uit de schepping! Daarom is deze planeet, die jij in je hebt, ook heel veel ouder dan de nu werkelijke, materiëleplaneet. En had hij ook maar in de geest van een enkel mens ontbroken, dan had hij ook nooit geschapen kunnen zijn.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195  ...