Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 182 van 1112

...  170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195  ...
[10] En aan de hand van deze waarnemingen kan ik dan ook gevoeglijk aannemen -dat wil zeggen volgens onze menselijke begrippen -, dat het voor God de Heer tenslotte toch wel erg saai moest worden, hoewel Hij toch de gehele oneindigheid vol onovertrefbare, wondere werelden om Zich heen zou hebben, maar waarop geen levend wezen zou bestaan dat Degene, die het uit Zijn liefde had geschapen, zou kennen en liefhebben, en dat veel plezier zou beleven aan de talloze wonderwerken van Zijn wijsheid, macht en kracht. Maar om Hem te kunnen kennen en lief te hebben, moet de Schepper het schepsel -en de Vader het kind -zó tegemoetkomen en Zich zó aan hem openbaren dat het voor het schepsel en vooral voor het kind mogelijk wordt de Schepper, de Vader, als zodanig te kennen.
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Zo is alles dus nu zoals het zijn moet en het hangt nu alleen van ons mensen af, de aanbevolen levensmiddelen heel nauwgezet te gebruiken, en dan is het grote, dubbele doel bereikt, namelijk: Het kind heeft zijn eeuwige, heilige Vader herkend, het ziet Hem met liefdevolle ogen en verheugt zich buitengewoon over Hem, en de Vader verheugt Zich er ook buitengewoon over dat Hij nu niet meer alleen is, maar in het stralende midden van Zijn kinderen, die Hem kennen, loven, boven alles liefhebben en steeds opnieuw Zijn wondere werken met verbazing aanzien, zeer bewonderen en Zijn oneindige macht en wijsheid prijzen! En zowel voor de Schepper als voor het schepsel moet dat een overvloeiende bron van zaligheid zijn! - Heb ik nu fout of goed geoordeeld?"
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Een arm mens geef je heus wel eens wat, en dan is de kleinigheid die je een behoeftige hebt gegeven, ook helemaal geen bezwaar. Maar dat gebeurt dan veel meer uit verstandelijke overwegingen, dan uit het gevoel van naastenliefde! God, hoe ver is de mens van het doel verwijderd door zijn verstand en door zijn koude oordeel, waarin zich totaal geen liefde bevindt! Wie een arme uit echte broeder en naastenliefde iets geeft en er daarbij nog een ware, deemoedige vreugde aan beleeft dat hij zijn broeders en zusters in de naam van Jehova zoveel mogelijk goeds heeft gedaan en tevens altijd de vurige wens in zich heeft nog veel meer goeds te doen en al zijn arme broeders en zusters zo gelukkig mogelijk tracht te maken door alle mogelijke vriendelijkheid, raad, woorden en blijmoedige daden, ja, hoe onmetelijk hoog staat dan de ziel en de geest van zo'n mens voor God de Heer! Maar waar staan wij pas met onze harde harten en geringe, verstandelijke vermogens?!
Hoofdstuk 242: Echt geestelijk leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het is echter goed dat jullie het met de juiste levensernst hebben begrepen! Dit middel zullen jullie altijd iedereen kunnen aanreiken, die komt en zal zeggen: 'Vriend, ik heb wel alles tot nu toe gedaan, en geloofd wat je mij hebt geleerd, maar van de beloofde uitwerkingen heeft er zich tot op heden nog geen enkele voorgedaan! Wat moet ik dan nog meer doen? Ik heb de goede, oude leer van mijn vaderen verlaten waarin zij heel vaak alle troost, de beste raad en de nodige hulp in allerlei noden vonden, en deze nieuwe leer laat mij samen met mijn buurman in de kou staan. Geen verzoek wordt ook maar verhoord en geen duistere twijfel verlicht! Waar is die heerlijke god van jou, namens wie jij ons alle geluk en andere wonderbaarlijke dingen hebt beloofd?!'
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Het weten, geloven en handelen van het mensenverstand is een ijdele droom en bezit geen waarde voor het leven. De mens moet alles in zijn hart opnemen; dáárin bevindt zich het leven. Wat hij in zijn hart zaait, zal opgroeien en de beloofde vruchten dragen.
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als jullie degene die jullie naar de nog niet gekomen vervulling der belofte zal vragen, zo zullen antwoorden, zal hij je wel met rust laten en zich in gaan spannen om in zijn hart waarachtig tot daden te komen.
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] PHILOPOLD zegt: "Vriend! Dan zou ik hem er op wijzen dat hij dat zelf en door eigen waarnemingen te weten komt, als hij zijn leven zal inrichten volgens de hemelse heilsleer. Doet hij dat echter niet, dan helpt al mijn uitleg hem ook niet, omdat hij zich van dat alles niet zou kunnen overtuigen. Met het blinde geloof is trouwens niemand gediend. Vandaag gelooft hij het, maar morgen komt hij iemand tegen die hem meer overtuigt en dan gelooft hij die op zijn woord, natuurlijk met even weinig nut voor zijn leven als toen hij de dag ervoor óns geloofde.
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De mens moet daarom zover gebracht worden dat hij het wezen van de dichtbijzijnde en ook van de verre dingen, in zichzelf ziet, zich daar bewust van wordt en deze dan in het levende licht van zo'n innerlijk bewustzijn bekijkt. Als hij het zóver heeft gebracht, wat echt niet onmogelijk is, heeft hij van ons daarover geen onderricht nodig!
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ook zien wij aan alle schepselen, dat de grote Geest het meest houdt van de ronde vorm. Want hoe volmaakter een schepsel is, des te volmaakter is ook de ronding van zijn vorm. Daarom moeten ook wij alles wat wij maken afronden, want daaraan heeft de grote Geest een bijzonder welgevallen en dat moet Hij ook wel hebben omdat wij, wezens naar Zijn evenbeeld geschapen en met Zijn zintuigen begaafd, ook alleen aan ronde vormen het grootste genoegen beleven. Daarom is voorschrift, dat alles wat wij maken behoorlijk rond moet zijn. Wie zonder noodzaak en wettige toestemming iets hoekig en zelfs spits maakt, roept het misnoegen en de toorn van de grote Geest over zich af!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ook moeten wij alleen daar, waar het echt nodig is, geheel rechte lijnen gebruiken, zoals ook de grote Geest zich alleen dáár van een geheel rechte lijn bedient, waar het onvermijdelijk is! Overal elders zien wij rondingen en daarom is het noodzakelijk, als wij de grote Geest in alles na willen volgen, en volmaakt willen zijn, om ook deze maat en deze vorm zo strikt mogelijk in acht te nemen.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe snel zou hoogmoed en verderfelijke minachting van de ene mens ten opzichte van de andere binnen sluipen, en armoede, ellende en behoeftigheid. Slechts door in alles de symmetrie zeer streng te handhaven, wordt dat slechte steeds op afstand gehouden en op die wijze leven we allen gelukkig, omdat niemand zich kan verbeelden beter te zijn dan zijn naaste.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] En zo zijn er nog meer van dergelijke ongelijkheden in de symmetrie van de ordeningen van de grote Geest. Zij dienen echter slechts om ons te leren dat er ook naast de grootste orde, wanorde is, die niet gezegend is omdat deze is toegelaten, maar alleen opdat wij daardoor het slechte gemakkelijker herkennen. Laat niemand met een gescheurd gewaad rondlopen, maar direkt het gat met een passende lap verstellen, als hij zich geen nieuw gewaad kan maken!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Bij sommigen is echter opgevallen, dat zij zich bij het maken van een langere tocht bedienen van een slag of steunstok. Dat is tegen de orde en moet vermeden worden! Wie vanwege zijn ouderdom tóch een stok gebruikt, moet twee gelijke stokken nemen, vanwege de symmetrie in iedere hand één, om geen aanstoot te geven in de ogen van de grote Geest!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Ook werd opgemerkt dat enkelen hun tuin anders inrichten en anders indelen dan de mooie tuinen van de ordelievende buren. Dat is de grote Geest niet welgevallig en ook zou zich daardoor onder jullie nijd en naijver kunnen ontwikkelen, wat voor de grote Geest helemaal iets ontzettends zou zijn! Zorg er daarom voor dat er in jullie tuinen en op jullie akkers dezelfde orde heerst! Als tuinen en akkers er zo lieflijk geordend bijliggen, doet dit het oog van de grote Geest echt genoegen en de zegen laat dan niet op zich wachten.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Maar op de grote Kapra toonde de Geest mij een mens, en zei: 'Kijk, dit is de Heer! In Hém woont de volheid van de eeuwige, grote Geest. Van nu af aan zal deze geest in geheel menselijke gedaante voor al Zijn met rede begaafde schepselen net zo toegankelijk zijn als de ene mens voor de andere. De mensen van Kapra zijn merendeels Zijn kinderen en hun wordt allen een grote, goddelijke macht gegeven als zij, deze kinderen, de wil van deze Mens aller mensen vervullen. Zij die Zijn wil echter niet vervullen, blijven dom en zwak en worden niet als kinderen aangenomen, maar blijven evenals de zielen der dieren net zolang dier tot zij zich de wil van de grote Geest, die in die Ene Mens woont, volledig eigen gemaakt hebben!'
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  170 - 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195  ...