Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 183 van 278

...  171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196  ...
[4] De kleermaker zag de opdracht met angst en beven tege­moet, want hij kende zijn cliëntèle wel en wist hoeveel kapso­nes deze bij zulke gelegenheden had. Hij deed dus zijn uiter­ste best en maakte werkelijk een meesterstuk van een baljurk, tot volle tevredenheid van zijn klant. De jurk kon zonder kor­set gedragen worden en toch met veel fijne elastische banden het lichaam zo strak samentrekken, dat onze heldin rond haar middel dunner was dan om haar slanke hals­
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Behalve op deze liefjes, die met blinde hoop en daardoor, zoals opgemerkt, vaak met een weliswaar onaangename, maar daarentegen levende verwachting bedeeld werden, legde onze 'staatsman' zich ook toe op andere vrouwelijke wezens die hij, zonder eerst met hen over trouwen te spreken en hoop te wek­ken, altijd tegen een kleine vergoeding kon krijgen en waarbij hij niet bang hoefde te zijn dat deze schoonheden door hem in een andere staat van verwachting zouden kunnen geraken.
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Nadat hij zijn studies voltooid had en overal middelmatige examens had afgelegd, beproefde hij weliswaar zijn geluk in de kanselarij, maar de lucht van papier en inkt stond hem niet aan; van zijn moeder kreeg hij immers altijd zoveel geld, dat hij ook zonder kanselarij een leven als een cavalier kon leiden. Daarbij maakte hij alle nobele meisjes het hof en deed hij de een na de ander huwelijksvoorstellen, waardoor het dan ook gebeurde, dat louter door het wekken van verwachtingen op een huwelijk, veel van de door hem aanbeden liefjes inderdaad in verwachting, maar zonder huwelijk raakten­
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[22] De man herkent Mij en valt zonder woorden voor Mij op zijn aangezicht.
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[41] Zie nu opnieuw hoe deze astronoom zijn 'water' zoekt en alleen daarin naar Mij toe wil zwemmen, zonder te bedenken dat Ik al bij hem en hij bij Mij was! Hoeden jullie je dus voor het te geleerde water van de sterrenkundigen en geologen, want de drijvende kracht daarvan is niet naar Mij gericht, maar naar de liefde voor het vakgebied der geleerden! -Voor dit doel diende dit tamelijk lange voorbeeld. -Amen.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[15] En zoals het met de dank in woorden is, is het ook het geval met de dank in daden. Wie zou denken dat hij Mij dankbaarheid kan betonen door zijn handelingen, al zouden zij volkomen overeenstemmen met Mijn wil, zie, ook die vergist zich erg; want wat voor dienst kan iemand dan doen die Ik nodig zou hebben, alsof Ik die zonder hem niet teweeg zou kunnen brengen'?!
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Wie Mij dus alleen werkelijk en Mij welgevallig danken wil, die moet Mij door zijn liefde zonder woorden in de diepste deemoed van zijn hart danken en Ik zal zijn dank aanzien en die zodanig aanvaarden, alsof die iets voor Mij betekent!
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Zo zullen ook hun namen geheel uit het geheugen van Mijn liefde worden gewist, zodat ook Ik hen geheel zal kunnen vergeten en zij zullen alleen door Mijn grootste levende toornvuur eeuwig een allerverschrikkelijkst leven leiden, dat zonder einde zal zijn, net zoals het leven van Mijn liefde en dat van al Mijn kinderen in de allergrootste verrukking en gelukzaligheid!
Hoofdstuk 5: De inzegening van het jonge paar door de oervaderen. Het sluiten van nog vier huwelijken door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Jullie hoeven daar echter niet te blijven; als je alles geordend hebt, keer dan weer terug in jullie vaderland en keer zonder belangrijke redenen niet al te lichtvaardig weer terug naar de diepte!
Hoofdstuk 8: De woorden die de Heer sprak voor de tien boodschappers die naar Hanoch werden uitgezonden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Dat ons aller heilige Vader een mens is zoals wij en een enige God, - kijk, dat wisten wij geen van allen. De vergissing lag niet aan onze wil, maar slechts aan onze voorstelling. Wij waren allen zonder uitzondering arme dwazen, en ik wel de grootste. Maar Hij, die nu temidden van ons is en die heilig, boven alles heilig en goed, meer dan goed is, ons aller Vader vol van liefde, heeft ons allen uit onze grote nood, blindheid en armoede geholpen. Hij staat zichtbaar voor ons en wij allen herkennen in Hem de eeuwige heilige Vader en de almachtige eeuwige Schepper van alle dingen; daarom willen wij en al onze kinderen Hem ook alle dank, lof, prijs, eer, roem, liefde en aanbidding doen toekomen.
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] De deemoed is het enige dat jullie Mij kunnen geven, zonder het eigenlijk van tevoren van Mij te hebben ontvangen.
Hoofdstuk 11: Het wezen van de ware deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Ik hoef jullie niets meer over de deemoed te zeggen dan wat Ik daarover reeds tegen de uitverkorenen heb gezegd, maar alleen wil Ik jullie nog aansporen om je vooral vlijtig op de deemoed in jullie hart toe te leggen; want zonder de echte, innerlijke deemoed in zijn hart kan niemand Mij waarachtig liefhebbend in zijn hart omvatten en dan daardoor een volkomen, eeuwig liefdesleven uit Mij gaan leiden.
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Hebben jullie die deemoed echter niet, wat is je liefde dan? - Een nachtelijke droom! - Wat Mijn erbarming voor jullie? - Het beroeren van een steen met een stok! - Wat Mijn genade? - Het licht voor een rottende boomstronk! - Mijn woord? - Een niet gehoorde klank voor een dode kluit aarde! - Wat Mijn liefde tot jullie? - Het waaien van een zachte wind over ongevoelige rolstenen! - Ja, wat tenslotte Ik Zelf? - Niets dan een verschaald denkbeeld zonder bestaan, of een zonnestraal voor een dier dat op de zeebodem of in het binnenste van de aarde slaapt!
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] En de andere Abedam antwoordde: 'O Gij goede Vader! Ten eerste kan ik U op Uw vraag die zoveel leven in zich draagt geen ander antwoord geven dan: het geschiede naar Uw heilige wil! Want U weet immers zonder meer dat ik te allen tijde bereid ben voor U door het vuur te gaan en mij uit eindeloze liefde tot U in alles om te laten vormen wat Uw heilige wil ook maar van mij zou willen maken!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] En de hoge Abedam vroeg hem nog eens: 'Dus jij wilt werkelijk geen leider zijn omdat er aan dat ambt een zeker aanzien kleeft, dat jij onverbrekelijk met dat ambt verbonden acht, zonder erbij te bedenken dat Ik misschien toch in staat zou zijn om het voor jou zo lastige aanzien van het ambt te scheiden?'
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196  ...