10915 resultaten - Pagina 183 van 728
... 171 - 172 - 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 ...
[2] Ik ben ook wel een mens zoals jij, en het ontbreekt mij voorlopig aan geen enkel zintuig en ik heb ook alle ledematen die bij een lichaam horen; maar mijn lichaam is heel anders dan het jouwe; dat van jou is nog sterfelijk dat van mij niet! Jij kunt je als ziel en geest niet van je lichaam ontdoen wanneer je dat wilt, het niet oplossen en het niet van het ene moment op het andere veranderen in je geestelijk element; ik kan dat echter wel. In feite ben ik eigenlijk puur geest, ondanks mijn schijnbare lichaam; jij bent echter nog bijna geheel puur vlees en zult nog heel wat voor jezelf moeten doen, tot je je in je lichaam als een rijpe en vrije ziel zult gaan voelen.Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Joden spreken van bepaalde oergeschapen hemelboden (engelen), wij Grieken en Romeinen hebben onze geniën en de zogenoemde halfgoden; misschien ben jij zo'n verkapte engel of in ieder geval zo'n genius of halfgod?! Ik vind dat je er ook te teer en subtiel uitziet voor een aards iemand; want geen enkele Vestaalse maagd, *(* Oudromeinse priesteres van Vesta) al was ze nog zo kuis, zou de vergelijking met jou kunnen doorstaan als het om lichamelijke teerheid en schoonheid gaat. Je bent me al eerder erg opgevallen en ik vergiste me niet, toen ik je heimelijk al voor een soort toverachtig fantoom hield! Ik had steeds de indruk alsof je enerzijds toch wel iets was, maar anderzijds slechts een sprekend, lichtend beeld, dat door een allerhoogst goddelijk wezen slechts voor een bepaalde tijd een bestaansvorm en de nodige wijsheid en macht werd verleend. Ben je echter voor dit wezen niet meer nodig, dan is het ook helemaal gebeurd met je! -Dat heb ik in ieder geval bij mezelf gedacht, gevoeld en ervaren "
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik dring er echter niet op aan, ofschoon het mijn wens is; want ik ben ook zo voor mij in hoogste mate gelukkig en kan niets anders zingen dan 'Heilig, heilig, heilig!' voor Hem, die nu een Mens van vlees is geworden om alle mensen van deze aarde en alle bewoners van de hemel om te vormen tot Zijn kinderen, -dat wil zeggen, als de bewoners van de hemelen dat willen en de Heer daarom vragen in hun hart! Want ook in de hemelen slaan talloze harten vol vurige liefde voor God de Heer en waar zij om vragen wordt hen ook steeds toegestaan. .
Hoofdstuk 82: Over de wonderen van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar met kennis en vaste wil alleen kun je mets of maar zeer weinig tot stand brengen! De vaardigheid in de toepassing van de wil van God in het eigen hart verkrijgt men echter alleen door de macht van de zuivere liefde tot God en daardoor tot de naaste; want alleen deze echte liefde brengt in de ziel het levende geloof teweeg en een onwrikbaar vast vertrouwen, zonder welke ook de meest gelouterde tot niets of tot weinig in staat is.'
Hoofdstuk 82: Over de wonderen van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De ware waarheidsprofeten zal de Heer steeds in alle stilte doen opstaan en ze zullen als stille wateren in de wereld nooit lawaai of een enigszins merkbaar geluid maken; in degenen die geluid en lawaai zullen maken zal de waarheid en het Woord van de Geest echter niet zijn.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Nu gebeuren er wonderen vanwege de verstokte joden en heidenen, opdat uiteindelijk niemand kan zeggen dat er bij de openbaring van deze nu geheel nieuwe leer geen tekenen uit de hemelen hebben plaatsgevonden die deze openbaring bevestigen. In die toekomstige tijden echter zullen de mensen meer naar de volle waarheid vragen en niet meer zozeer naar wonderbaarlijke bevestigende tekenen, waarvan de wijzen zullen zeggen dat ze hetgeen wit is niet zwart kunnen maken en dat waarheid ook zonder deze wondertekenen waarheid blijft.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Stel bijvoorbeeld het geval, dat jij een blinde het licht van zijn ogen terug wilt geven door de kracht van de goddelijke wil in jou en datje daarbij toch een klein beetje twijfelt of het wel zal lukken, dan is dat al helemaal fout; want dan zal de blinde het licht in zijn ogen niet terugkrijgen. Wanneer jouw liefde tot God echter heel intensief in je aanwezig is, dan zal dit hoogste liefdes en levensvuur niet alleen jouw eigen ziel hevig activeren, maar het zal met een onweerstaanbare kracht geestelijk veel verder reiken dan jouw eigen sfeer en heel geconcentreerd werkzaam zijn waar jouw goddelijke wil, natuurlijk met alle wijsheid en verstand, iets onder handen heeft genomen. Als de blinde dan door jouw goddelijke wil gegrepen wordt en tegelijkertijd in het brandpunt geplaatst wordt van de machtige godsliefde waar jouw ziel vol mee is, moet hij wel ogenblikkelijk volkomen ziende worden; want in het hoogste liefdes en levenslicht en -vuur uit God moet iedere dood wijken, ook die van een oog zonder licht, dat natuurlijk zonder licht even goed dood is als het hele lichaam zonder adem of hartslag. Daardoor wordt dan ook het opwekken van een overledene ogenblikkelijk mogelijk; want wanneer de goddelijke wil die je hart vervult en diens wijsheid er niet tegen zijn dat een overledene weer tot leven gewekt wordt, hoef je de dode maar in het brandpunt van je liefde tot God de Heer te plaatsen, en hij leeft weer helemaal!
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Een dergelijke eigenschap en werking zou ook bij andere voorwerpen bereikt kunnen worden als ze tot een buitengewone gladheid konden worden gebracht; omdat dit echter bij andere voorwerpen vanwege hun te geringe hardheid niet goed te doen is, kunnen hiervoor alleen maar thummim en urim gebruikt worden. De oude Egyptenaren wisten dat heel goed en gebruikten deze beide steensoorten ook voor dat doel. De oude wijzen en de farao's droegen daarom steeds zulke stenen op hun borst en ook op hun hoofd in een gouden diadeem.
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wie derhalve in die tijden zulke stenen droeg, werd door het volk steeds als een patriarch en als een wijze gezien. Zodoende hadden in die tijd koninklijke sieraden een echte en ware reden. In deze tijd zijn ze echter niets anders dan een ijdel uithangbord van aardse rijkdom en hoogmoed, als ook van liefde voor pracht en praal, zelfzucht en de bovenal verdoemenswaardige heerszucht. Weliswaar zijn keizers, koningen, vorsten en generaals nog steeds met deze wijsheidstekenen getooid; maar waar is de oude ware reden?! -Daarom is datgene, wat ooit bij de ouden een van de belangrijkste deugden was, nu een van de belangrijkste ondeugden geworden!
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Niemand vocht om deze functie. Het volk, overtuigd van de noodzakelijkheid van een wijze leider, bouwde de mooiste woning voor hem en versierde de vertrekken met allerlei edelstenen, met goud, parels en kostbare schelpen, en ze voorzagen de leider van alles wat hij maar nodig had voor een aangenaam leven, en zijn woord was voor het volk een wet. Daar is vandaag de dag nog het grote aanzien van de heersers op gebaseerd, - echter met dit grote verschil:
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In deze tijd zal er weliswaar voor Mijn rijk op deze aarde veel geweld nodig zijn, en degenen die het zich niet met geweld eigen maken, zullen het niet in hun bezit krijgen. Later zal het echter minder moeilijk gaan; maar zonder een zekere strijd, in ieder geval met zichzelf, zal Mijn rijk niet reeds op deze aarde verkregen kunnen worden. Want als het leven op deze aarde al alleen maar strijd is, hoeveel te meer dan het ware geestelijke leven aan gene zijde, vooral als het zich reeds in deze wereld als een welkome burger moet openbaren. Maar desondanks zal de strijd voor iedereen die God waarachtig liefheeft over het algemeen niet zwaar zijn! Want ieder van Mijn ware vrienden zij gezegd, dat Mijn juk zacht en Mijn last licht is!
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar degenen die niet vervolmaakt zijn, zal het op het moment dat hun lichaam afvalt wel iets anders vergaan! Ten eerste zullen zij in hun lichaam grote pijn te dragen krijgen, die natuurlijk meestal toeneemt tot het moment dat men het scheidingsmoment noemt. Behalve deze onvermijdelijke pijn van het lichaam zullen echter ook in de ziel vrees, angst en tenslotte zelfs een soort wanhoop zich kenbaar maken en de ziel nog meer pijnigen dan de hevigste pijn van het lichaam. En als de ziel bevrijd wordt van haar lichaam, dan zal zij er aan gene zijde niet zelden vele jaren volgens de tijdrekening van deze wereld voor nodig hebben om ook maar tot een enigszins menselijk bewustzijn te komen; van een algehele vergeestelijking echter zal misschien in aeonen jaren van deze aarde geen sprake zijn.
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Ik ben echter een volle dag over Mijn tijd heengegaan tot jullie heil, en het was Mijn grote liefde voor jullie, die Mij dat liet doen.
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het is vanzelfsprekend, dat men dit slechts een, twee of drie keer kan doen voor een vriend; vraagt hij dan echter weer om nog langer te blijven, troost hem dan met de verzekering, dat je hem spoedig weer ontmoet en spoor hem aan om voortdurend te handelen volgens Mijn leer, die Ik jullie allen nu gegeven heb, zegen hem dan in Mijn naam en vervolg jullie weg volgens de roeping van de geest, die nu door Mij in je woont als een levend woord en jullie zelf naar het eeuwige leven leidt!"
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Met zulke praatjes en commentaren hielden de vijftig Farizeeën aan die tafel zich al bezig vanaf het moment, dat Ik Mijn eerste beker wijn dronk. Roclus en zijn collega's, die toch al met de Farizeeën in hun maag zaten, merkten het echter.
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)