5587 resultaten - Pagina 185 van 373
... 173 - 174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 ...
[16] Ik wil jou voor alle tijden zegenen! Zie, heerlijke Ghemela, hoe Ik, jouw Schepper, jouw eeuwige, heilige Vader, je nu aan Mijn hart draag, dat het eeuwige fundament is van al het leven en al het zijn van de gehele oneindigheid, zo zal eens een volledig op jou lijkende dochter uit jouw bloed - luister - Mijzelf, Mij, de eeuwige, oneindige God, het eeuwige leven, de almachtige Schepper van alle wezens van het atoom tot de meest verheven engelen geest, Mij, de enige Heer van alle macht en kracht, onder haar hart dragen!Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Zie, zo moet Uw Ghemela immers wel begrijpen wat Uw oneindige Vaderliefde voor haar belichtte! Ik kan U daarvoor niet met mijn mond danken; maar des te meer ontbrandt mijn hart voor U!
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] "O Jehova, uit menig heilig woord van U heb ik nu opgemaakt dat U ons spoedig weer zult verlaten; en zie, aangezien ik U al oneindig met mijn hart bemin, hoe zal het mij arme dan vergaan, wanneer ik U niet meer kan zien en ik U niet zo als nu om mij heen zal hebben, U, Mijn eeuwige liefde?"
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Indien jullie ogen Mij echter niet zien, maar - als iemand het serieus wil, zoals jij het nu wilt en het getrouw altijd zo gewild hebt - zijn hart Mij des te beter en vertrouwelijker kent, dan is nochtans iedereen ondanks de harde slavernij van de zonde volkomen vrij. Hij kan deze slavernij vol verachting met voeten treden en kan zich tot Mij wenden, Mij in de liefde van zijn hart zoeken en vrij zelf Mij omvatten, waarop hij dan dadelijk naar mate van zijn liefde door Mij wordt opgenomen en naar zijn wil tot liefde behouden en bewaard wordt; dat alles is dan pas het verwerven van het eeuwige leven.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[44] En ook van Mijn zeer vaak zichtbaar zijn zul je voor eeuwig geen nadeel ondervinden; want je bent reeds aan Mij gebonden. En zoals Ik jou nu zichtbaar op Mijn handen draag, zo zal Ik je ook onzichtbaar op de handen van Mijn liefde dragen, en telkens wanneer Ik Mij aan jou zal laten zien, zul je Mij steeds jou zo zien dragen. Wees daarom maar opgewekt en blij in je hart; want van nu af aan zul je Mij in eeuwigheid nimmer missen!
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[46] O zie, je bent nu voor Mijn hart net zo onontbeerlijk geworden als Ik voor het jouwe; je kunt je daarom dus troosten dat Ik je niet, zoals het jou toeschijnt, zal verlaten.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Met deze woorden drukte Abedam haar nog eenmaal aan Zijn hart en zette haar toen heel zacht op de grond neer en wel naast Zijn voeten. En kort daarop kwamen reeds de uitgezonden aankondigers van het offer en de verlichten volgens het woord van Abedam naderbij en vielen neer voor Abedam en aanbaden hem vanuit het diepst van hun hart; en achter hen volgden onafzienbare scharen hun goede voorbeeld.
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Maar opdat, wat betreft zuiver geestelijke zaken, jullie nog zeer onverstandige hart niet nog langer het zwakke verstand als een blinde jager zal uitzenden als verkenner in het geestelijke domein, wat hem nog nooit enige vette buit opgeleverd heeft, maar altijd slechts een halfvergaan aas, wil Ik je nochtans met de onder deze tien letters aangeduide symbolische vrienden nader bekend maken; luister dus en begrijp het goed!
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Wat betreft deze van aanvang af tot hiertoe nog niet begrepen tien letters, hiervan hangt niet in de eerste plaats het behoud van zon en maan af, en de sterren vervolgen ook hun weg zonder dat zij zich door het onbegrip over deze tien letters van de wijs laten brengen. Maar ieder van jullie weet dat voor het eeuwige leven slechts één ding nodig is; wie daarop Iet en daarnaar streeft, heeft voor zijn geest het beste deel gekozen, - al het andere komt er op het juiste moment als een vrije toegift bij. En zo zou ook een ieder van jullie dit kleine geheim reeds lang hebben kunnen ontsluieren als hij zich daarvoor ernstig en in het volste vertrouwen in zijn hart tot Mij gewend zou hebben. Maar in plaats daarvan heb je wel dikwijls reeds nagedacht, verreweg meer met je verstand dan met je hart en daar ligt het dan ook aan dat je dit gemakkelijke geheim nog niet begrijpt, - en wel omdat dergelijke dingen niet gegeven zijn voor het verstand, maar enkel en alleen voor het hart en voor de geest!
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Begrijp in die zin de betekenis van de week die komt! - U wilt immers allen Mijn kinderen worden en zo door Mij worden genoemd! Laat dus zien dat u deze naam en de hiermee verbonden zegen en het geluk ook waard bent, en terstond zal in uw hart de in het graf gelegde Christus in Zijn mooiste licht herrijzen. Hij zal Zijn en uw feest van de geboorte vieren, doordat Hij in u door middel van de werkzame liefde tegenover de naaste de Liefde van God versterkt. En nadat Hij zo weer is opgestaan en gij wedergeboren zijt, zult gij de totale omvang van Zijn Liefde en Zijn macht mogen begrijpen.
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[38] Zoals Ik echter Mijn discipelen reinigde, zo moeten ook de mensen onderling zich inspannen om elkaar te reinigen, opdat ze rein van hart, dus met 'gewassen voeten' Mij waarachtig kunnen navolgen.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[57] Deze maaltijd moet gij voortaan ook op deze wijze vieren, voordat gij de Vader een sabbatoffer wilt brengen. Want voorwaar, Ik zeg u: het offer zal niet eerder worden aanvaard voordat gij elkaar bij de maaltijd als ware broeders en zusters in Mijn Liefde en dus ook als kinderen van één en dezelfde Vader in het hart hebt herkend!
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[6] Juist in de week die komt staat het beeld van de grootste zelfverloochening, het grootste dulden en van de grootste liefde voor u, en hoe weinig hebt u naar dit beeld geleefd en gehandeld?! Terwijl Ik u eens zei: "Wie een zuiver geweten heeft, hij neme de eerste steen op!" - hebt u vaak met een bezoedeld geweten anderen, die tekortschoten, aan een regen van stenen blootgesteld en hebt u onbarmhartig door het slijk gehaald wat met zachte hand daaruit zou moeten worden opgericht! - Aan het kruis sprak Ik nog: "Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen!" Wanneer hebt gij zoiets gezegd? - Zie, onderzoek bij uzelf in uw hart en u zult vol huiver ontdekken hoeveel donkere plekken daarin blijken te zijn, hoeveel bezoedelde bladzijden uw eigen dagboek telt!
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[7] Uit alles wat u tot nu toe van Mij hebt gehoord, blijkt toch heel duidelijk hoe u behoort te denken, te leven en te handelen, en het is niet altijd nodig met andere woorden steeds weer het oude te zeggen. U zou toch reeds hebben moeten begrijpen, dat het lezen van en luisteren naar Mijn woorden alléén, niet voldoende is om te lijken op iemand die Mij navolgt. U zou moeten weten dat niet af en toe een gebed of een verheven stemming reeds voldoende is om Mijn kind te zijn, maar dat een voortdurende blik op Mij nodig is, een voortdurend gedenken dat elke polsslag van uw hart een genade van Mij is, die u zich meestal niet waardig toont; al het goede dat u ten deel valt komt van Mij en al het slechte dat u overkomt is meestal aan uw eigen schuld te wijten. U zou ook tot het inzicht moeten zijn gekomen dat het niet zo makkelijk is om mens te zijn naar Mijn betekenis en dat juist daarom alle inspanningen en alle krachten in het werk moeten worden gesteld om slechts in beperkte mate het hoge doel te bereiken waarvoor uw leven meestal te kort is, zodat u onder velerlei moeilijkheden in het hiernamaals moet inhalen wat u verzuimd hebt.
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[10] Kinderen, leg Mij niet in het graf! Versier Mijn woorden niet met mooie ingebonden boeken, die Mijn Ik voorstellen, om ze dan rustig in de boekenkast te laten staan! Maar laat deze Christus in u opstaan! Hij werd in uw hart gelegd opdat Hij levend zal worden, opdat ook in u Zijn liefde, Zijn nederigheid en Zijn offerbereidheid zal oplichten! Zolang gij deze eigenschappen niet in de praktijk brengt, zo lang hebt ook gij slechts een dood lichaam in uw hart en niet het warme, levende Woord dat spoedig weer alle ruimten opnieuw zal verlichten om daarmee te tonen dat ondanks alle intriges toch slechts Mijn leer en Mijn daden eeuwig voortbestaan, dat deze voor altijd het hoogtepunt voor alle geestelijke wezens vormen die, uitgegaan van de Schepper, weer tot Hem terugkeren.
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon