Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 186 van 1166

...  174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199  ...
[14] Wel, nu dachten wij: Voor de reine is alles rein! Als de wat bijgelovige mensheld door haar verering van het goddelijke in de vorm van allerlei maaksels maar niet slecht wordt en dan de vertoornde goden tracht te sussen met gruwelijke mensenoffers, kan men haar een zeker vroom bijgeloof niet eens als een grof geestelijk gebrek aanrekenen. Jammer genoeg wordt zij bijna altijd door de honger en door de steeds groeiende heers en hebzucht van de priesters daartoe verleid. Want naar mijn mening is het uiteindelijk altijd nog beter dat de mens iets gelooft waar dan toch een goede reden voor is, dan. dat hij helemaal niets gelooft en zich op die manier verlaagt tot het dier, dat ook geen geloof of bijgeloof kan hebben.
Hoofdstuk 6: Gesprek tussen Julius en de Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Er wordt daar wel veel gekletst en nog meer geblèrd, maar dat is net zo zinvol als dat men tegen iemand zou zeggen: 'Vriend, was mijn handen en voeten maar Iet wel goed op datje ze absoluut niet nat maakt!' -En bij onze lessen die in de tempel gegeven worden, wordt uitdrukkelijk geëist dat men ze heel aandachtig aanhoort en doet wat daarin gezegd wordt. Maar waarom het moet en welke betekenis achter de gegeven les schuilt, daarmee mag niemand zich bezighouden, -want dat zijn geheimen van God waar niemand, behalve de hogepriester slechts onder het zegel van strenge geheimhouding, iets naders over mag weten.
Hoofdstuk 7: De geloofsdwang van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Wat heeft de mens aan een leer waarvan hij de tekst kan aanhoren, zelfs moet aanhoren, maar waarvan hij nooit ook maar één lettergreep mag begrijpen?! Als je niets van zo'n leer hoort ben je net zo ver!
Hoofdstuk 7: De geloofsdwang van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] O Heer en gebieder, u kunt zich niet voorstellen hoe het mij vaak te moede was als ik op die manier de mensen iets als goed en waar moest voorhouden, dat naar mijn vaste overtuiging een grote leugen was. Ik had mijzelf vaak bijna van pure ergernis kunnen wurgen. Maar wat hielp dat? Als de os eenmaal het juk draagt, moet hij trekken -of het nu licht of zwaar gaat -anders vallen er klappen in overvloed! Tijdens mijn toespraken heb ik vaak bij mijzelf gedacht: 'Wie van ons is nu de beklagenswaardigste os, ik, de prediker, of degene voor wie ik preek?' En ik kon mij nooit aan de gedachte onttrekken, dat ik toch wel steeds de grootste en, eigenlijk noodgedwongen, de domste os was! Want mijn toehoorder kon, als hij een verstandig mens was, mij achteraf naar hartelust uitlachen en zich in gezelschap van zijn vrienden over mij vrolijk maken; maar ik mocht dat, in ieder geval in de tempel, op straffe van het vervloekte water niet doen.
Hoofdstuk 7: De geloofsdwang van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na die woorden staat de jonge FARIZEEËR op, komt naar Mij toe en zegt: "Heer, meester en weergaloze heiland! Wie ik en mijn 29 broeders zijn, weet u vast en zeker, en wie u bent, hebben wij ook van de grote machthebber Julius gehoord. Veel hoeft er over en weer dus met gevraagd te worden. Maar omdat wij gehoord hebben dat u af en toe ook leerlingen aanneemt, zouden ook wij -slechts voor kort, tenzij het ook langer zou mogen -uw leerlingen willen zijn!"
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Alles goed en wel, maar besef wel: De vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen, maar Ik heb geen rustplaats voor Mijn hoofd!
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Wie Mijn leerling wil zijn of worden, moet een zware ast op zijn schouders nemen en Mij zo navolgen! Mijn leerlingen genieten geen aardse voordelen zij moeten daarentegen terwille van Mijn naam en Mijn liefde de reeds verkregen aardse voordelen en bezittingen niet alleen gedurende enige tijd, maar voor altijd ontberen. Zelfs vrouwen. en kinderen mogen hen niet tegenhouden als zij geheel en al ware leerlingen van Gods Rijk willen worden. .
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Zij mogen op aarde alleen maar het verborgen geheim van God.s rijk hebben. Als jullie je daarnaar kunnen voegen, mogen jullie Mijn leerlingen zijn!
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ook moet ieder van Mijn leerlingen;. net als Ik, tegenover iedereen vol liefde, zachtmoedigheid en geduld zijn. Hij moet zijn ergste.vijand net Zo zegenen als zijn beste vriend en moet, als de gelegenheid zich voordoet, degene die hem heeft benadeeld, goed doen en bidden voor degene, die hem vervolgt.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Toorn en wraak moeten verre zijn van het hart van Ieder die Mijn leerling wil zijn; over de bittere gebeurtenissen op deze aarde mag hij niet klagen of daarover zelfs geërgerd beginnen te morren.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hij moet alle leven van vermaak vermijden als de pest; maar daarentegen alles inzetten om door Mijn levende woord In zijn eigen hart letterlijk een nieuwe geest te vormen en om vervolgens eeuwig geheel in deze geest verder te leven in de overvloed van alle geestelijke kracht.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Ik voor mij wil ongetwijfeld heel graag uw leerling worden, ook al zou u mij nog zwaardere voorwaarden gesteld hebben; maar of al mijn metgezellen daartoe zullen overgaan is een heel andere vraag! Want kijk, de témpel eist echt heel veel, maar U wilt meteen alles hebben en daartoe, vriend, zullen er maar heel weinig bereid zijn!"
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Dan is en blijft de oude leer van Mozes voor het fysieke en zedelijke leven van de mens toch wel voor alle schepsels steeds de meest uitgebreide en in ieder opzicht de meest nuttige! Bij die leer kan men voor God en wereld, net als David, een geacht mens zijn, iets wat heel nodig is voor het handhaven der orde op aarde. Maak alle mensen maar eens gelijk, dan zul je al gauw merken waar het met de mensheid in korte tijd naar toe gaat! Een gering aantal moet wel in het bezit zijn van de geheimen van het Godsrijk op aarde; maar voor alle mensen zou dat net zoveel nut hebben, als wanneer er bij een leger alleen maar veldheren van gelijke rang zouden zijn of alleen maar gewone, ruwe soldaten zonder enige kennis van het leiden van een oorlog, dus zonder een veldheer . Heus, tegen zo'n leger zouden dan ook wat redelijk goed aangevoerde groepen oude vrouwen het op kunnen nemen!
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg echter naar aanleiding van Mijn aan jullie gestelde voorwaarden, die echt niet zo gemakkelijk zijn: Als je een oud en al erg versleten overkleed hebt, waarmee het schande zou zijn om nog onder de mensen te komen, en er komt een mens bij je met een nieuw, goed overkleed, die tegen je zegt: 'Vriend, trek je oude kleed uit en vernietig het omdat het niet langer meer te gebruiken is en ik geef je daarvoor een nieuw, dat nooit zal slijten omdat het uit een stof is geweven die de stormen der tijden kan doorstaan!' - zul je je dan bij zo'n aanbod ook nog als een dwaas gedragen en het oude, verteerde, tot lompen vergane kleed behouden.
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Zul je dan ook nog aarzelen om Mijn aanbod aan te nemen, terwijl Ik de enige ben die jou het eeuwige leven kan bezorgen en helemaal kan schenken? Heus, Ik vraag maar heel weinig -en geef daarvoor buitengewoon veel!
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199  ...