Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 186 van 263

...  174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199  ...
[18] Als een moeder ziet dat haar kinderen een voorliefde hebben voor nuttige, verheven en mooie zaken, maar haar hart ongeduldig is en zich ergert omdat de kinderen datgene waar zij plezier aan beleven en waarnaar zij in hun hart een edel verlangen hebben, niet ogenblikkelijk kunnen begrijpen, z zeg me, hoe zal liet dan mettertijd wel gaan met de innerlijke vorming van de kinderen? En hoe met hun geest?
Hoofdstuk 182: Kisehel, Sethlahem en Joram op bezoek bij de vier ziek geworden broeders. De geest van Abel onderwijst Kisehel over het belang van geduld. De genezing van de vier zieken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Ik heb aan mijn kinderen nog altijd ervaren, dat juist de kinderen die mij voor bijna ieder woord met hun mond bedankt hebben, in hun hart het minst dankbaar zijn gebleven; maar met de kinderen die haast bij iedere gave gezwegen hebben was het zo gesteld dat zij altijd voor mij door het vuur zouden zijn gegaan als ik dat van hen verlangd zou hebben!
Hoofdstuk 184: Danken met de mond en danken met het hart. Lamech is bekeerd en wil de stenen tafel weer reinigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'O Naam, jij heilige Naam, eerste woord uit de mond van God, dat er reeds was, nog voor er buiten God een zichzelf bewust, denkend wezen was, - ja, jij eeuwige woord, oergrond van alle wezens en dingen die de hele oneindigheid vullen, hoe mild en zacht straalt jouw licht mij tegen!
Hoofdstuk 186: Lamech krijgt van Kisehel de opdracht om een tempel te bouwen als bewaarplaats voor de kostbare, heilige tafel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] En Kisehel antwoordde Lamech daarop: 'O broeder Lamech, ieder woord was terecht en in orde; maar de knechten en de dienaren zijn zwak en hebben een hongerig lichaam! Laten wij daarom eerst voor een maaltijd zorgen, dan zullen zij wel doen wat terecht is!' En Lamech boog voor Kisehel en vroeg hem wederom:
Hoofdstuk 187: De goede boodschap van Lamech aan zijn volk. De ongehoorzame knechten van Lamech. De knechten krijgen een wonderbaarlijk versterkend maal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Want toen jullie de trappen naar Lamech voor ons hadden versperd, stond de goddelijke kracht in ons het toe om jullie te verplaatsen in je geheel onreine geest; en in die geest is een deel van jullie, het meest deugdelijke element van je innerlijke leven, naar die poelen getrokken en heeft zichzelf daarin gestort en ging daar, naar het leek, te gronde om na korte tijd ten gevolge van berouw en gehoorzaamheid weer in het onbeschadigde lichaam teruggeplaatst te worden.
Hoofdstuk 189: Het maal op het tempelplein. Kisehels woorden over de bestemming van de vrouw. Sethlahems troostende woorden tot de vrouwen en de meisjes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Hier wilde Thubalkaïn zijn weg weer vervolgen. Maar zijn moeite was vergeefs, want Kisehels woord en wil vanuit Mij had de voeten van de vakman uit de bergen dusdanig verlamd dat hij geen voet kon verzetten.
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Daar zit toch zeker geen politiek achter?! Ik kan hem dus gemakkelijk aan zijn woord houden; laat hij mij dan nog niet los, dan kan ik hem in ieder geval ter plaatse op een leugen betrappen en een godslasteraar noemen, daar hij toch duidelijk over zichzelf heeft verklaard, dat ieder woord en iedere handeling van hem in alle ernst en in volle waarheid voortkwamen uit Gods eeuwige ordening!
Hoofdstuk 192: Thubalkaïns tactische sluwheid wordt door Kisehel openbaar gemaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Luister, grote en machtige bode, die Faraks God dus naar ons, bewoners in de laagte, heeft gestuurd, voor mij is deze situatie zeer onaangenaam! Maak dat ik weer vrijkom, dan zal ik open met je praten; want dit gekluisterd zijn is geweldig hinderlijk voor me, en in deze toestand ben ik niet in staat een vrij woord met je te spreken!
Hoofdstuk 193: Thubalkaïns inzicht, berouw en de bevrijding van zijn voeten. Thubalkaïns wens en Kisehels belofte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En Thubalkaïn antwoordde: 'Luister: Het eerste is, dat je in mijn plaats jouw almachtige God looft en prijst omdat Hij jou en mij zo genadig was en mij vrij heeft gemaakt door jouw woord; en vertrouw mij dan eindelijk toe wat je van me wilt, opdat ik kan doen waarvoor je mij hebt laten roepen; en heb ik je tot tevredenheid gediend, dan zul je je arbeider ook een kleine beloning niet onthouden!
Hoofdstuk 193: Thubalkaïns inzicht, berouw en de bevrijding van zijn voeten. Thubalkaïns wens en Kisehels belofte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Kisehel zei nu tegen Sethlahem: 'Broeder, zie deze vrouwen! Behandel hen volgens het woord dat in jou is!'
Hoofdstuk 196: De voorbereidingen voor het feestmaal. Het overbrengen van de heilige tafel naar de troonzaal van Lamech. Kisehels woorden over de waarheid als bevrijding - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Luister, grote, machtige vriend en broeder volgens jouw woord, waarlijk, als iemand mij gezegd zou hebben: `Morgen zal er uit de aarde een boom groeien wiens takken in de avond tot aan het uitspansel zullen reiken!', dan zou ik dat eerder voor mogelijk hebben gehouden dan deze plotselinge bekering van mijn vader!
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En Kisehel antwoordde Thubalkaïn: 'Broeder, dat is juist en redelijk van je! Ga heen en versterk je voor de komende verzoeking; want wie door de heilige Vader door een wonder wordt geholpen, stelt Hij krachtiger op de proef dan iemand die enkel door het woord tot Hem is bekeerd.
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En zie, het kostte de Heer één enkele gedachte, nauwelijks een zucht, één woord, en de geheel vernielde en tot stof vermorzelde grot, een van de wonderbaarlijk grootste, meest verheven en prachtigste paleizen op aarde stond in één ogenblik weer overeind alsof het nooit ook maar door het kleinste zuchtje wind was beroerd!
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Daarom kun je nu op aarde meten waar je wilt, en het zal goed zijn, als je innerlijke maat maar juist is!'
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Pas nu kon Kisehel aan het woord komen en antwoordde op Lamechs vraag het volgende:
Hoofdstuk 214: Het mooie uitzicht vanaf de slangenberg. De geestelijke betekenis van de reiniging van de slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  174 - 175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199  ...